Schriftelijke vragen : Het doel “een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering” te realiseren
Vragen van het lid Baudet (FVD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het doel «een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering» te realiseren (ingezonden 10 oktober 2024).
Vraag 1
Klopt het dat de uitgaven van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei voor het
jaar 2025 – ruim 4,5 miljard euro in totaal – tot doel hebben een doelmatige energievoorziening
en beperking van de klimaatverandering te realiseren? (Kamerstuk 36 600 XXIII)
Vraag 2
Wat verstaat u onder een doelmatige energievoorziening? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Wat verstaat u onder beperking van de klimaatverandering? Doelt u met verandering
op opwarming of afkoeling? Kunt u uw antwoorden toelichten?
Vraag 4
Wat is in uw ogen de ideale gemiddelde temperatuur voor het leven op aarde en waarom
juist deze temperatuur? Wat is in uw ogen de minimaal benodigde en maximaal aanvaardbare
gemiddelde temperatuur voor het leven op aarde en waarom juist deze temperaturen?
Kunt u uw antwoorden uitdrukken in graden Celsius en voorzien van een wetenschappelijke
onderbouwing?
Vraag 5
Wat is in uw ogen het ideale CO2-gehalte in de atmosfeer voor het leven op aarde en waarom juist dit gehalte? Wat
is in uw ogen het minimaal benodigde en maximaal aanvaardbare CO2-gehalte in de atmosfeer voor het leven op aarde en waarom juist deze gehalten? Kunt
u uw antwoorden uitdrukken in aantal deeltjes per miljoen (ppm) en voorzien van een
wetenschappelijke onderbouwing?
Vraag 6
In de Memorie van Toelichting van de begroting van uw ministerie voor het jaar 2025
spreekt u over de uitstoot van broeikasgassen en andere vervuiling (Kamerstuk 36 600 XXIII). Betekent dit dat u broeikasgassen als zodanig (en dus per definitie) als vervuilend
(en dus onwenselijk) beschouwt? Beschouwt u waterdamp – net als CO2 een broeikasgas – als vervuilend? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet? Beschouwt
u CO2 als vervuilend? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Welk klimaat neemt u als referentie voor de klimaatverandering die u poogt te beperken?
Hoe beoordeelt u het feit dat de temperatuur in de 19e eeuw – die lager was dan nu
– veelal als norm wordt gesteld, terwijl de temperatuur op aarde in de afgelopen tienduizend
jaar (het huidigeInterglaciaal) een zeer significant deel van de tijd – volgens verscheidene reconstructies zelfs
zo’n zestig procent – juist hoger was dan nu?1 Erkent u dat klimaatverandering een natuurlijk fenomeen is? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, bent u van mening dat met de 19e eeuwse temperatuur als norm een vertekend
beeld ontstaat van de huidige klimaatverandering? Kunt u uw antwoorden toelichten
en voorzien van een wetenschappelijke onderbouwing?
Vraag 8
Bij welke gemiddelde temperatuur op aarde is uw doel «beperking van de klimaatverandering»
geslaagd? En ten opzichte van welke verwachte gemiddelde temperatuur op aarde is de
klimaatverandering in dat geval beperkt? Kunt u beide uitdrukken in graden Celsius?
Op welke voorspellingen baseert u deze verwachte gemiddelde temperatuur? Kunt u uw
antwoorden toelichten?
Vraag 9
Met hoeveel graden Celsius en op welke termijn verwacht u de klimaatverandering te
kunnen beperken met de begrote financiering van 4,5 miljard euro? Kunt u uw berekening
met cijfers onderbouwen? Zo nee, hoe weet u dan zeker dat dit bedrag goed is besteed?
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en binnen de daarvoor gestelde termijn
beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Indiener
Thierry Baudet, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.