Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rooderkerk over de subsidieverstrekking aan het Internationaal Theater Amsterdam
Vragen van het lid Rooderkerk (D66) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de subsidieverstrekking aan het Internationaal Theater Amsterdam (ingezonden 17 september 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 10 oktober
2024)
Vraag 1
Klopt het dat in de Culturele basisinfrastructuur (BIS) een bijdrage voor internationale
excellentie is opgenomen van € 337.520,– per jaar voor een instelling die zich internationaal
kwalitatief onderscheidt?
Antwoord 1
In de culturele basisinfrastructuur is een extra bedrag beschikbaar voor ten hoogste
één theaterinstelling die zich internationaal onderscheidt door een excellent uitvoeringsniveau.
Voorwaarde in de regeling is dat deze instelling aangemerkt wordt als grote instelling.
Het extra budget voor de internationale onderscheiding bedraagt ten hoogste 10 procent
van het hoogst aan te vragen budget voor grote theaterinstellingen, zijnde € 3.375.200.
Vraag 2
Klopt het dat het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) de afgelopen jaren ontvanger
van die extra bijdrage is geweest vanwege het unieke internationale karakter hiervan?
Antwoord 2
ITA heeft sinds 2013 de internationale toeslag ontvangen.
Vraag 3
Klopt het dat de Raad voor Cultuur graag had gezien dat het extra budget voor internationale
excellentie op basis van haar uitstekende internationale reputatie en de kwaliteit
van haar aanvraag op dit specifieke onderwerp werd toegekend aan ITA?
Antwoord 3
Ja, dat klopt. Echter, omdat de Raad voor Cultuur adviseerde deze instelling te subsidiëren
als middelgrote theaterinstelling, staat de Regeling op het specifiek cultuurbeleid
dit niet toe.
Vraag 4
Klopt het dat in het advies van de Raad voor Cultuur deze keer gekozen is om die bijdrage
niet aan ITA toe te kennen, maar dat het ook niet aan een andere instelling is toegekend?
Zo ja, waarom niet?
Antwoord 4
De Raad voor Cultuur heeft hier in zijn advies inderdaad niet voor gekozen. Naast
ITA heeft een andere aanvrager een aanvraag ingediend voor de bijdrage voor de internationale
excellentie. De Raad voor Cultuur heeft echter niet positief geoordeeld over deze
aanvraag.
Vraag 5
Klopt het dat ITA deze extra subsidie misloopt omdat ze als middelgrote theaterinstelling
aangemerkt is in het advies van de Raad voor Cultuur? Zo ja, waarom kan een middelgrote
instelling geen aanspraak maken op die bijdrage voor internationale excellentie?
Antwoord 5
Het klopt dat middelgrote theaterinstellingen conform de Regeling op het specifiek
cultuurbeleid niet in aanmerking komen voor de extra subsidiebijdrage voor internationale
excellentie. De regeling gaat ervan uit dat uitsluitend grote theaterinstellingen
in aanmerking kunnen komen voor de bijdrage voor internationale excellentie. De grote
theaterinstellingen beschikken over meer budget dan de middelgrote instellingen, waardoor
zij meer ruimte hebben om zich zowel nationaal als internationaal te profileren.
Vraag 6
Klopt het dat u de mogelijkheid heeft om van deze regeling af te wijken en dat het
geld op dit moment ongebruikt op de plank ligt?
Antwoord 6
De mogelijkheid om binnen de regeling tot een besluit te komen dat niet aansluit op
het bepaalde in de regeling is heel beperkt. De regeling bevat wel een zogenaamde
hardheidsclausule, maar de drempel voor de toepassing daarvan ligt heel hoog.
De middelen zijn op dit moment niet toegekend aan een andere instelling of voor een
ander doel.
Vraag 7
Bent u bereid om het bedrag voor internationale excellentie alsnog aan ITA toe te
kennen? Zo niet, bent u bereid om toe te lichten op welke inhoudelijke gronden u daarvan
afziet?
Antwoord 7
Afhankelijk van de verdere ontwikkelingen bij ITA zal ik een besluit nemen over of,
en zo ja, hoe de middelen alsnog rechtmatig zouden kunnen worden toegekend. Ik blijf
in gesprek met ITA over hoe de komende periode verder ingevuld gaat worden.
Vraag 8
Kunt u deze vragen uiterlijk voor het Wetgevingsoverleg Cultuur op 11 november 2024
beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.