Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stultiens over een herhaling van het toeslagenschandaal
Vragen van het lid Stultiens (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over een herhaling van het toeslagenschandaal (ingezonden 9 september 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Achahbar (Financiën) (ontvangen 9 oktober 2024). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 96.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Een herhaling van het toeslagenschandaal dreigt, vreest
de rechter» (Trouw, 31 augustus 2024)?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Staat u nog steeds achter de uitgangspunten van de Wet hersteloperatie toeslagen,
waarin expliciet is aangegeven dat «ruimhartigheid» verkozen wordt boven precisie
en doelmatigheid, en het van groter belang is gedupeerden in het toeslagenschandaal
«tijdig» en «adequaat» te helpen dan overcompensatie te voorkomen? Kunt u toelichten
wat u verstaat onder «ruimhartig», «tijdig» en «adequaat»?
Antwoord 2
Vanzelfsprekend is ook dit kabinet er alles aan gelegen om gedupeerde ouders snel
en ruimhartig te compenseren. Dat gebeurt in de eerste plaats door de € 30.000 van
de Catshuisregeling, brede ondersteuning vanuit gemeenten en vergoeding van eventuele
aanvullende schade. Daarnaast is er de schuldenaanpak, waarbij de publieke schulden
ontstaan voor 1 januari 2021 van gedupeerde ouders, toeslagpartners en ex-toeslagpartners
worden kwijtgescholden. De opeisbare betalingsachterstanden op private schulden, die
in de periode tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021 zijn ontstaan, worden afbetaald
door SBN. Inmiddels is 96% van de publieke schulden van gedupeerden kwijtgescholden
en 94% van de opeisbare betalingsachterstanden op private schulden overgenomen.
Vraag 3
In hoeverre vindt u het ruimhartig om een schuld die afgesloten is om (onterecht)
teruggevorderde kinderopvangtoeslag terug te betalen niet over te nemen omdat deze
niet direct opeisbaar is? In hoeverre vindt u dat sprake is van adequate hulp op het
moment dat een dergelijke schuld ook later niet meer wordt overgenomen, ondanks het
feit dat deze inmiddels wel opeisbaar is, omdat de termijn om om hulp te vragen tegen
die tijd is verstreken?
Antwoord 3
Er is begrip voor het feit dat de achterstanden op een informele schuld van een informele
schuldeiser, omwille van bijvoorbeeld de familiare relatie, niet opeisbaar waren in
de periode van 31 december 2005 tot 1 juni 2021. Met het oog op de doelstelling van
de schuldenregeling is het noodzakelijk dat deze achterstanden in de genoemde periode
wel opeisbaar waren. Hiervoor is gekozen omdat alleen opeisbare schulden een belemmering
zouden kunnen vormen voor de ontvangen financiële compensatie door de gedupeerde ouder.
Zonder deze regeling zou de ouder de ontvangen financiële compensatie immers direct
kwijt zijn aan het afbetalen van de informele schuld. Dat zou onwenselijk zijn.
Vraag 4
Kunt u toelichten waarom schulden opeisbaar moeten zijn om overgenomen te worden?
Vindt u deze eis strikt noodzakelijk, ook als deze leidt tot situaties waarin duidelijk
niet meer sprake is van ruimhartige en adequate hulp aan gedupeerden?
Antwoord 4
De schuldenregeling voor gedupeerde ouders is onder andere in het leven geroepen om
te voorkomen dat de compensatie van € 30.000 direct moet worden ingezet voor afbetaling
van private schulden. Daarom betreft het de overname van openstaande betalingsachterstanden
op opeisbare private schulden in de periode van 31 december 2005 tot 1 juni 2021.
Als een schuld of betalingsachterstand niet (direct) opeisbaar is vormt het ook geen
inbreuk op de ontvangen compensatie.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat een perverse prikkel ontstaat op het moment dat een schuld
wél overgenomen wordt als gedupeerden niet aan hun betalingsverplichting voldoen,
waardoor een schuld wel opeisbaar wordt? Wat vindt u ervan dat juist gedupeerden die
alles op alles hebben gezet om aan al hun verplichtingen te voldoen hiermee gestraft
worden?
Antwoord 5
Het voelt wellicht wrang dat achterstanden op opeisbare schulden die niet zijn afbetaald
wel worden overgenomen via het loket Private Schulden van SBN, en schulden die zijn
afbetaald voordat de gedupeerde compensatie ontvangen heeft, niet. Reeds afbetaalde
schulden vormen echter geen inbreuk op de ontvangen compensatie van € 30.000. Eventuele
nadelige gevolgen die gedupeerde ouders door de afbetaalde schulden ondervonden, kunnen
zij betrekken in het aanvullende schadetraject.
Daarnaast kunnen ouders die wel met de ontvangen compensatie schulden hebben afbetaald,
waarbij deze schulden in aanmerking zouden komen voor overname bij het loket Private
Schulden van SBN, deze schulden alsnog indienen bij het Loket Al Betaalde Schulden.
Vraag 6
Wat vindt u van de stelling dat op dit moment wordt gekozen voor «een minimalistische
toepassing en strikte uitleg van de wet» bij de hersteloperatie?
Antwoord 6
Door de opname van de hardheidsclausule in artikel 9.1 Wet hersteloperatie toeslagen
(Wht) is er bewust ruimte om af te wijken van een minimalistische toepassing en strikte
uitleg van de wet. Dit artikel biedt de mogelijkheid af te wijken van een artikel
in de Wht als de toepassing daarvan tot een zeer onbillijke uitkomst zal leiden1. De hardheidsclausule kan ook worden toegepast als het niet overnemen van een informele
schuld zou leiden tot een schrijdende situatie met een zeer onbillijke uitkomst. Daarbij
wordt getoetst of een gedupeerde ouder, toeslagpartner of ex-toeslagpartner wordt
belemmerd in het maken van een nieuwe start doordat een schuld op de gedupeerde blijft
rusten die buiten de kaders van de Wht valt, maar wel degelijk een bedreiging voor
de ontvangen compensatie vormt. De uitgangspunten van de schuldenregeling, namelijk
de bescherming van het compensatiebedrag, geldt daarbij als kader. Tot op heden is
in circa 20 individuele gevallen, mede gelet op de bijzondere omstandigheden van gedupeerde,
de hardheidsclausule toegepast.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat gestreefd moet worden naar een passende compensatie voor
alle individuele gevallen in plaats van juridische procedures? Hoe gaat u zorgen dat
dit vanaf nu de kern vormt van de hersteloperatie?
Antwoord 7
Zie antwoord 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.