Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Podt over opvang en werk voor asielzoekers en statushouders die nog in een asielzoekerscentrum (azc) verblijven
Vragen van het lid Podt (D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over opvang en werk voor asielzoekers en statushouders die nog in een asielzoekerscentrem (azc) verblijven (ingezonden 26 juni 2024).
Antwoord van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Minister van Asiel en Migratie en de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en van Justitie en Veiligheid (ontvangen 9 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u zich bewust van het feit dat het voor veel werkgevers nog steeds lastig is
om asielzoekers en statushouders die nog in de asielopvang zitten aan te nemen? Kunt
u reflecteren op de meest in het oog springende redenen hiervoor?
Antwoord 1
In het rapport van Regioplan1 is uitgewerkt welke belemmeringen er zijn voor asielzoekers bij het toetreden tot
de Nederlandse arbeidsmarkt. Hieruit zijn ook belemmeringen voor werkgevers naar voren
gekomen, zoals het aanvragen van de tewerkstellingsvergunning en onbekendheid met
de mogelijkheid en de regels omtrent het in dienst nemen van asielzoekers. Uit dit
rapport blijkt ook dat de verschillende belemmeringen met elkaar verweven zijn en
elkaar versterken. Het is hierdoor lastig aan te geven wat de meest in het oog springende
reden is.
Eén van de belemmeringen die uit dit rapport naar voren is gekomen is de 24-weken-eis.
Sinds de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over
de 24-weken-eis van eind vorig jaar2 past het UWV niet langer de 24-weken-eis toe bij aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning
ten behoeve van asielzoekers. Sinds 2023 en met name sinds deze uitspraak is er sprake
van een sterke toename van het aantal tewerkstellingsvergunningen dat door UWV wordt
afgegeven aan werkgevers die asielzoekers in dienst nemen. In dit jaar zijn, voor
deze groep, tot en met eind september al ongeveer 5.560 tewerkstellingsvergunningen
afgegeven. Dit is een sterke toename ten opzichte van de periode voorafgaand aan de
uitspraak van de Raad van State. Zo werden er in 2021 en 2022 ca. 600 tewerkstellingsvergunningen
per jaar afgegeven voor asielzoekers. In 2023 betroffen dit iets meer dan 2000 tewerkstellingsvergunningen.
De toename van het aantal verleende tewerkstellingsvergunningen komt waarschijnlijk
niet alleen door het vervallen van de 24-weken-eis, maar ook doordat er sindsdien
meer aandacht is geweest voor de mogelijkheid voor asielzoekers om te werken en voor
werkgevers om asielzoekers in dienst te nemen.
Statushouders hebben reeds vrije toegang tot de arbeidsmarkt. Toch komen er signalen
uit de praktijk dat werkgevers ook belemmeringen ervaren bij het aannemen van statushouders
die nog in de opvang verblijven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
– De mogelijkheid bestaat dat de statushouder gaat verhuizen zodra er een woning beschikbaar
is in de gekoppelde gemeente of als de opvanglocatie sluit. Als de nieuwe woonplaats
ver weg is, kan dit tot gevolg hebben dat de statushouder zijn of haar baan moet opzeggen.
– Opvanglocaties liggen niet altijd centraal waardoor de reiskosten(vergoedingen) hoog
kunnen zijn.
– Werkgevers kunnen het lastig vinden om de juiste statushouder voor de juiste vacature
te vinden. Er is geen centraal punt waar een werkgever naar toe kan gaan als hij of
zij geïnteresseerd is in het arbeidspotentieel in de opvang en de opvanglocaties zijn
erg verspreid.
– De statushouders die nog in de opvang verblijven zijn veelal nog niet begonnen met
hun inburgeringstraject. Zij beheersen de Nederlandse taal daarom nog niet.
Vraag 2
Bent u bereid om, met het oog op participatie en spoedige integratie van nieuwkomers
in Nederland, zo veel mogelijk barrières weg te nemen om mensen die daar recht op
hebben zo snel mogelijk te laten werken?
Antwoord 2
Om de barrières voor participatie en integratie van nieuwkomers weg te nemen zet het
Kabinet zich in voor zowel de doelgroep asielzoekers als statushouders. Voor wat betreft
asielzoekers is op 14 juli 2023 de kabinetsreactie3 op het rapport van Regioplan over de belemmeringen die zij ervaren bij toetreding
tot de arbeidsmarkt aan uw Kamer gestuurd. In deze brief is per belemmering uitgewerkt
welke stappen worden genomen om de belemmering weg te nemen of te beperken.
Hoewel het goed nieuws is dat sinds de uitspraak over de 24-weken-eis meer werkgevers
een tewerkstellingsvergunning aanvragen en er dus meer asielzoekers aan het werk zijn,
blijft het Kabinet zich inzetten om ook andere belemmeringen weg te nemen. Dit doet
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (MSZW) onder andere door – samen
met UWV – informatievoorziening voor werkgevers te verbeteren. Ook heeft de voorganger
van MSZW UWV verzocht om complete tewerkstellingsvergunningaanvragen voor asielzoekers
met voorrang te behandelen en binnen een streeftermijn van twee weken op de aanvragen
te beslissen, in plaats van de reguliere termijn van vijf weken. UWV voert momenteel
hiervoor een verkenning uit.
In de Uitvoeringsbrief Inburgering4 is de verkenning naar een ondersteuningsstructuur voor asielzoekers bij de toeleiding
tot de arbeidsmarkt opgenomen. De verkenning is uitgevoerd in samenwerking met COA,
UWV, VNG en andere relevante partners zoals werkgeversorganisaties AWVN en VNO-NCW
en uitzendkoepels NBBU en ABU. De uitkomst van deze eerste verkenning is dat het wenselijk
is om aan te sluiten bij de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur, waarbij
gemeenten en/of het UWV een wettelijke taak krijgen voor de arbeidstoeleiding van
deze groep werkzoekenden. De verkenning behoeft nog verdere inhoudelijke uitwerking.
Op korte termijn zetten genoemde uitvoeringspartners COA en UWV en de werkgeversorganisaties
en intermediairs zich in om binnen de huidige financiële en juridische kaders lokaal
pilots en initiatieven voor asielzoekers die aan de slag willen vorm te geven en uit
te breiden.
Met het plan van aanpak «statushouders aan het werk» onderneemt het kabinet samen
met de taskforce VIA activiteiten om de kansen op betaald werk voor statushouders
te verbeteren. Er wordt onder andere ingezet op vroege participatie vanuit AZC’s,
het versterken van de regionale samenwerking via gemeenten & arbeidsmarktregio’s en
het ondersteunen van werkgevers. Zo vervullen de Regionale verbinders bijvoorbeeld
een spilfunctie tussen werkgevers en gemeenten bij het opzetten en uitbreiden van
trajecten voor statushouders met en zonder inburgeringsplicht en delen zij goede voorbeelden
in de regio en met andere arbeidsmarktregio’s. Daarnaast wordt op 2 september 2024
het eerste tijdvak opengesteld van de subsidieregeling voor werkgevers. Deze subsidieregeling
biedt werkgevers een financiële tegemoetkoming voor de extra begeleiding van statushouders
op de werkvloer, gericht op het verkleinen van de taal- en cultuurverschillen. Daarnaast
vervullen de regionale verbinders een spilfunctie tussen werkgevers en gemeenten bij
het opzetten en uitbreiden van trajecten voor statushouders met en zonder inburgeringsplicht
en delen zij goede voorbeelden in de regio en met andere arbeidsmarktregio’s. Op 25 maart
is de voortgangsbrief over het «plan van aanpak «statushouders aan het werk»»5 naar uw Kamer gestuurd.
Vraag 3
Kunt u zich voorstellen dat werkgevers aarzelen om mensen die nog in een azc wonen
aan te nemen, omdat mensen soms halsoverkop naar een andere locatie worden verplaatst,
zonder hun werk op een fatsoenlijke manier af te kunnen ronden?
Antwoord 3
De Minister van Asiel en Migratie begrijpt dat de (vele) verhuizingen van bewoners
uitdagingen met zich mee kunnen brengen. Sommige verhuizingen zijn echter onvermijdelijk
(zie een nadere toelichting hierop in het antwoord op vraag 4). Tegelijkertijd wordt
een bewoner altijd vooraf geïnformeerd over een aanstaande verhuizing. In de praktijk
is er dus enige tijd tussen voorgenomen en daadwerkelijke verhuizing. De bewoner dient
in dat geval zelf, liefst zo snel mogelijk, zijn of haar werkgever over de aanstaande
verhuizing te informeren.
Vraag 4
Bent u bereid te zoeken naar manieren om mensen die werken (asielzoekers of statushouders
in de opvang) zo min mogelijk te verplaatsen tussen opvangvoorzieningen in verschillende
gemeenten, zodat zij hun werk en de bijbehorende voordelen met betrekking tot integratie
en het leren van de taal zo veel mogelijk kunnen behouden? Wat is hiervoor nodig?
Antwoord 4
In de huidige inrichting van de asielopvang volgt de asielzoeker het asielproces en
verhuist daardoor een aantal keer. Doordat er een tekort is aan duurzame asielopvang
en noodopvanglocaties vaak van korte duur zijn, zien we veel verhuisbewegingen. Deze
verhuisbewegingen hebben grote impact op asielzoekers, omdat hierdoor bijvoorbeeld
kinderen van school moeten wisselen en volwassenen een baan moeten stopzetten.
Veelvuldige verhuisbewegingen hebben dus een negatieve impact op vroege integratie
en participatie. Met de herijking van de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen
wordt de opvangmodaliteit losgekoppeld van de asielprocedure. Op deze manier kan het
aantal verhuisbewegingen worden beperkt.
Daarnaast is voor het verminderen van verhuisbewegingen in de huidige praktijk van
wezenlijk belang dat er voldoende stabiele en duurzame opvangvoorzieningen zijn. Dit
vraagt ook dat gemeenten geen doelgroep beperkingen invoeren, wat op dit moment veelal
voorkomt als het gaat om noodopvanglocaties en tijdelijke gemeentelijke opvang. Tegelijkertijd
is het van belang om grip op migratie te krijgen en de instroom te beperken. Zo kunnen
beschikbare opvanglocaties zo efficiënt mogelijk gebruikt worden en de verhuisbewegingen
tot een minimum beperkt worden.
Vraag 5
Bent u bereid om, daar waar dat echt niet mogelijk is, te werken met een overgangsperiode
van minimaal twee weken, zodat werkgevers niet worden geconfronteerd met medewerkers
die ineens moeten stoppen met werken?
Antwoord 5
Zoals toegelicht door de Minister van Asiel en Migratie in vraag 3, wordt een bewoner
vooraf geïnformeerd over een aanstaande verhuizing. In de praktijk is er dus enige
tijd tussen voorgenomen en daadwerkelijke verhuizing. De bewoner dient zelf zijn of
haar werkgever hierover te informeren. Het is niet wenselijk om een overgangsperiode
van minimaal twee weken in te voeren, omdat een bed dan mogelijk te lang moet worden
gereserveerd. Op het moment zijn beschikbare bedden schaars en is het hierdoor de
bedoeling dat de doorstroom naar een andere locatie geen vertraging oploopt zodat
de beschikbare bedden maximaal benut kunnen worden.
Vraag 6
Bent u bereid om het op alle COA-locaties eenvoudiger te maken voor werkende asielzoekers
om telefonisch te voldoen aan de meldplicht, in plaats van fysiek, zodat zij niet
midden op een werkdag terug moeten naar het azc?
Antwoord 6
Er zijn verschillende processen die in spraakgebruik worden samengevoegd onder «meldplicht».
Voor asielzoekers betreft dit enerzijds de inhuisregistratie (om te beoordelen of
de geboden verstrekkingen nog rechtmatig zijn) en anderzijds de meldplicht (in het
kader van toezicht op de asielprocedure). Deze worden gelijktijdig door COA uitgevoerd
als «gecombineerde meldplicht». Telefonisch melden is nu toegestaan voor enkele groepen,
waaronder vergunninghouders die gebruikmaken van de logeerregeling. Andere bewoners
zijn verplicht zich fysiek te melden in het kader van toezicht op de asielprocedure.
Daarbij is niet voorgeschreven op welke dag of tijdstip het moet plaatsvinden. Een
locatie is daar in principe vrij in. Waar de (krappe) personele bezetting en bedrijfsvoering
op locatie dat toelaten, wil COA zo veel mogelijk rekening houden met bewoners die
werken, bijvoorbeeld door hen te laten melden buiten hun werkuren. Het toezicht op
de asielprocedure blijft daarbij leidend.
Vraag 7
Wat is de huidige doorlooptijd voor het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning?
Wat wordt er gedaan om deze tijd te verkorten en zo werkgevers zo kort mogelijk te
laten wachten?
Antwoord 7
De wettelijke beslistermijn voor UWV om een beslissing te nemen op tewerkstellingsvergunningaanvragen
bedraagt vijf weken. Voor werkgevers die asielzoekers in dienst nemen vormt – zo blijkt
ook uit het rapport van Regioplan – de beslistermijn een belemmering. Daarom is door
mijn voorganger aan UWV verzocht om tewerkstellingsvergunningaanvragen voor asielzoekers
met voorrang te behandelen en binnen een streeftermijn van twee weken op de aanvragen
te beslissen, in plaats van de reguliere termijn van vijf weken.
In de periode van april tot en met augustus dit jaar liep de behandeling van de aanvragen
van tewerkstellingsvergunningen voor asielzoekers (ook voor andere groepen) echter
vertraging op. De oorzaak was de samenloop van een grote toename van het aantal aanvragen
en de implementatie van een nieuw verwerkingssysteem bij UWV. Werkgevers moesten daardoor
rekening houden met vier extra weken verwerkingstijd.
Dit betekende dat de behandeling van de tewerkstellingsvergunningaanvraag tot negen
weken kon duren voordat werkgevers een beslissing op hun tewerkstellingsvergunningaanvraag
ontvingen. Om de achterstanden in te lopen heeft UWV diverse maatregelen genomen,
zoals het opschalen van personeel, het herijken van werkafspraken (met externe partijen)
over bestaande werkprocessen en het herstellen van problemen in het verwerkingssysteem.
Door deze extra maatregelen zijn de achterstanden op aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning
voor asielzoekers sinds medio augustus goeddeels ingelopen. Voor overige TWV-aanvragen
geldt nog wel een langere behandeltermijn. Werkgevers die door de langere verwerkingstijd
van de tewerkstellingsvergunningaanvraag in de knel kwamen of nu nog komen, kunnen
telefonisch contact opnemen met UWV. Er is een team met consulenten beschikbaar dat
in geval van spoed kan helpen.
Voor werkgevers die asielzoekers in dienst nemen vormt – zo blijkt ook uit het rapport
van Regioplan – de beslistermijn een belemmering. Het versneld afhandelen van complete
tewerkstellingsvergunningaanvragen voor asielzoekers heeft bij UWV daarom prioriteit.
UWV voert momenteel naar aanleiding van het verzoek hiertoe vanuit SZW een verkenning
uit of en op welke termijn zij deze aanvragen binnen een streeftermijn van twee weken
zouden kunnen behandelen in plaats van de wettelijke beslistermijn van vijf weken.
Vraag 8
Klopt het dat het soms lastig is voor mensen een (nieuwe) tewerkstellingsvergunning
aan te vragen doordat de aanvraag van een nieuw vreemdelingendocument (W-document)
daarbij in de weg zit? Bent u bereid alles in het werk te stellen om deze aanvragen
beter op elkaar te laten aansluiten?
Antwoord 8
Het W-document is het Vreemdelingen Identiteitsbewijs. Op een Vreemdelingen Identiteitsbewijsstaat
staat de nationaliteit en identiteit van de persoon. Ook laat het document zien of
iemand rechtmatig in Nederland is. Een asielzoeker mag werken als diegene rechtmatig
in Nederland verblijft en de werkgever een tewerkstellingsvergunning voor hem heeft
verkregen. Daarom is de tewerkstellingsvergunning gekoppeld aan de duur van het W-document.
Dit is ook opgenomen in de Kamerbrief6 van 29 november 2023 over de uitspraak van de Raad van State over de 24-weken-eis.
Hoewel eerder een tewerkstellingsvergunning voor maximaal 24 weken in een periode
van 52 weken kon worden afgegeven, is het sinds de uitspraak van de Raad van State
mogelijk om voor een langere periode de tewerkstellingsvergunning af te geven.
Een W-document is 18 maanden geldig en een verlengingsaanvraag moet minimaal 6 tot
8 weken vóór het verlopen van het W-document door de asielzoeker bij de IND worden
ingediend. Het is de verantwoordelijkheid van de asielzoeker om de verlengingsaanvraag
tijdig in te dienen. Als de verlengingsaanvraag op tijd wordt ingediend kan de asielzoeker
aansluitend op het verlopen van het W-document een nieuw W-document verkrijgen. Indien
de asielzoeker al werkt en het W-document binnenkort verloopt wordt hij/zij geadviseerd
om drie maanden voor het verlopen van het W-document de verlengingsaanvraag bij IND
in te dienen, zodat na het verstrekken van het W-document ook de tewerkstellingsvergunningaanvraag
tijdig door de werkgever kan worden ingediend. Als voornoemd proces wordt gevolgd
en de IND en UWV tijdig beslissen hoeft de asielzoeker niet te stoppen met werken,
aangezien het nieuwe W-document en de tewerkstellingsvergunning in dat geval eerder
of aansluitend aan de vervaldatum van de eerder afgegeven documenten ingaan. Binnen
het huidige proces kunnen de vergunningen direct op elkaar aansluiten, waardoor het
niet nodig is om dit aan te passen.
Vraag 9
Heeft u zicht op hoe gemeenten omgaan met nieuw gekoppelde statushouders die reeds
werken? Kent u de signalen van gemeenten die statushouders soms aanmoedigen hun werk
op te geven (waardoor ze in de bijstand komen), of die geen mogelijkheden bieden taalonderwijs
(als onderdeel van de inburgering) in de avond te volgen, zodat het gecombineerd kan
worden met werk? Kunt u gemeenten aanmoedigen om werkbehoud te stimuleren?
Antwoord 9
Het inburgeringsstelsel, waar de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk
voor is, moet bijdragen aan het maatschappelijke doel van inburgering: snel en volwaardig
meedoen in de samenleving, het liefst via betaald werk.
Met de inzet van duale trajecten beoogt het stelsel om het leren van de taal direct
te combineren met participeren; om zo duurzame participatie mogelijk te maken. Maatwerk
en dualiteit zijn daarom twee belangrijke pijlers van de Wi2021. Na rondvraag bij
de partners van het inburgeringsstelsel komt naar voren dat zij zich niet herkennen
in de signalen dat gemeenten statushouders soms aanmoedigen hun werk op te geven.
Op 24 juni 2024 is uw Kamer bij de Uitvoeringsbrief Inburgering7 het rapport van het kwalitatieve onderzoek over de gemeentelijke uitvoering van de
eerste fase van de Wi20218 aangeboden. Dit onderzoek is uitgevoerd door RadarAdvies en omvat een casestudie
van acht gemeenten. In dit rapport komt naar voren dat deze gemeenten soms moeite
hebben met het bieden van maatwerk aan werkende inburgeraars. Hiervoor is flexibiliteit
in het onderwijs nodig, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om inburgeringslessen in
de avond te volgen, maar dit is soms lastig te realiseren omdat er niet altijd voldoende
volume is om een groep te vullen of door het tekort aan Nt2-docenten. Desondanks komt
in alle onderzochte gemeenten naar voren dat zij het zeer belangrijk vinden om maatwerk
te bieden en dualiteit te stimuleren.
Vraag 10
Welke andere barrières, zoals geschetst in het onderzoek van Regioplan, bent u bereid
de komende tijd aan te pakken om mensen snel aan de slag te laten gaan?9
Antwoord 10
Zie de beantwoording bij vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie -
Mede namens
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.