Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kamminga over het bericht “Ook PVV-Minister Klever geeft geld aan UNRWA in Gaza maar wel minder”
Vragen van het lid Kamminga (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Ook PVV-Minister Klever geeft geld aan UNRWA in Gaza maar wel minder» (ingezonden 26 september 2024).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
8 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ook PVV-Minister Klever geeft geld aan UNRWA in Gaza
maar wel minder»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
In het NOS-artikel wordt gesteld dat u naar eigen zeggen nog steeds zorgen heeft over
UNRWA, klopt dit?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Zijn de door u genoemde zorgen de reden dat het eerder gereserveerde bedrag van 3 miljoen
euro naar Unicef gaat i.p.v. UNRWA?
Antwoord 3
Het kabinet heeft, net als meerdere andere landen, inderdaad zorgen over het goed
kunnen borgen van de neutraliteit van UNRWA onder de huidige omstandigheden. Tegelijkertijd
zien we dat aan verdere verbeteringen gewerkt wordt en wordt bovenal erkend dat de
organisatie in de huidige situatie een essentiële rol vervult in het verlenen van
hulp en basisvoorzieningen voor veel mensen in de regio. Het onderzoek onder leiding
van de voormalige Minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Catharine Colonna,
naar de neutraliteitsbeginselen van de organisatie en hoe deze beter verzekerd kunnen
worden in de complexe situatie waarin UNRWA opereert is daarom zo belangrijk. De keuze
voor UNICEF is ingegeven door de wens van het kabinet om onder deze omstandigheden,
waarbij nog zorgen bestaan over UNRWA en gelijktijdig de noden enorm zijn, de hulpkanalen
te diversifiëren, zoals gesteld in de Kamerbrief van 25 september jl.2
Vraag 4
Welke aanvullende waarborgen heeft u ontvangen voor de onafhankelijkheid van UNRWA
waardoor u nu voor volgend jaar al 19 miljoen euro in het vooruitzicht heeft gesteld?
Antwoord 4
Zoals al eerder aan uw Kamer gecommuniceerd betreft de EUR 19 miljoen de jaarlijkse
reguliere bijdrage van Nederland aan UNRWA, die door het vorige kabinet tot en met
2025 is vastgelegd.
UNRWA werkt daarbij zoals alle humanitaire organisaties volgens de principes van neutraliteit,
humaniteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid. Gezien de uiterst complexe situatie
waarin UNRWA werkt heeft de organisatie bovendien additionele waarborgen in het systeem
ingebouwd om toe te zien op naleving van die principes. Dit wordt ook zo gesteld in
het Colonna-rapport dat onderzoek deed naar het brede neutraliteits- en integriteitsbeleid
van de organisatie.
Helaas zijn zelfs met extra waarborgen misstanden niet te voorkomen. In geval van
(het vermoeden van) incidenten geldt bij UNRWA het principe van zero tolerance for inaction. Met andere woorden: bij verdenkingen van misstanden wordt onmiddellijk actie ondernomen.
Het kabinet verwacht dat ook. Mede om te voorkomen dat donoren steeds op individuele
incidenten moeten reageren, is op verzoek van donoren en van de Secretaris-Generaal
van de VN in het Colonna-onderzoek het bredere neutraliteitsbeleid onder de loep genomen.
Alhoewel er zeker ruimte is voor verbetering en daartoe meerdere aanbevelingen worden
gedaan, concludeert het onderzoek ook dat de organisatie beschikt over een «robuust
raamwerk» om te acteren op neutraliteitsproblemen, en dat dit raamwerk beter is ontwikkeld
dan van vergelijkbare VN-organisaties en/of ngo’s. De meeste effectieve manier voor
Nederland toe te blijven zien op de neutraliteit en onafhankelijkheid van UNRWA is
derhalve toezien op spoedige implementatie van de aanbevelingen uit het Colonna-rapport.
Hierin trekt Nederland samen op met andere donoren.
Het belang van spoedige implementatie van alle aanbevelingen uit het Colonna-rapport
heb ik nogmaals benadrukt in mijn gesprek met de Commissaris-Generaal van UNRWA, dhr.
Philippe Lazzarini, tijdens mijn bezoek aan de Algemene Vergadering van de VN in New
York. UNRWA heeft toegezegd alle aanbevelingen over te nemen en heeft daartoe een
team samengesteld dat op implementatie zal toezien. Nederland volgt de implementatie
nauwgezet met andere donoren, omdat het van belang is dat de organisatie alle mogelijke
stappen zet om de kans op schendingen van de neutraliteitsprincipes te minimaliseren.
Ten aanzien van het onderzoek naar betrokkenheid van individuele UNRWA-medewerkers
bij de aanslagen van 7 oktober 2023 heeft het kabinet kennisgenomen van het rapport
van de Office of Internal Oversight Services van de VN (OIOS) en de opvolging daarvan. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld3, heeft OIOS de geanonimiseerde versie van het rapport gedeeld. Het kabinet waardeert
deze stap en heeft begrip voor het behoud van bescherming van persoonsgegevens. Zoals
gesteld in het OIOS-rapport kon bewijs niet onafhankelijk geverifieerd worden en kon
op basis van die informatie niet met volledige zekerheid vastgesteld worden of UNRWA-medewerkers
al-dan-niet betrokken waren bij de aanslagen van 7 oktober 2023. 19 medewerkers werden
onderzocht waarbij 1 medewerker onschuldig bleek, in 9 gevallen bleek het bewijs onvoldoende
om betrokkenheid bij de aanslagen te onderbouwen en in de 9 overige gevallen kan het
bewijs, indien gevalideerd en bevestigd, mogelijk onderbouwen dat de beschuldigden
betrokken waren bij de aanslagen. De medewerkers werden direct ontslagen, het ontslag
van de medewerker wiens onschuld werd bewezen is teruggedraaid. Naar de 9 medewerkers
waar onvoldoende bewijs werd gevonden voor eventuele betrokkenheid bij de aanslagen,
loopt nu aanvullend onderzoek door UNRWA om vast te stellen of zij de bredere neutraliteitsbeginselen
zoals Hamas-lidmaatschap hebben geschonden los van de vraag of ze een rol speelden
in de aanslagen. Gelet op de ernst van de beschuldigingen vindt het kabinet het ontslag
op staande voet een volstrekt logische conclusie.
Vraag 5
Is er overwogen om voor de besteding van 19 miljoen euro ook diversificatie toe te
passen, bijvoorbeeld door aan het Rode Kruis, dan wel een andere hulporganisatie te
doneren?
Antwoord 5
Zoals in antwoord op vraag 3 gesteld is het de wens van het kabinet om onder deze
omstandigheden, waarbij de noden enorm zijn en toegang niet vanzelfsprekend, de hulpkanalen
zoveel mogelijk te diversifiëren.
Tegelijkertijd zijn de vaste jaarlijkse bijdragen bedoeld om VN-organisaties in staat
te stellen hun mandaat uit te voeren. Niet alleen speelt UNRWA een belangrijke rol
bij humanitaire hulpverlening in de Gazastrook, het levert ook basisdiensten aan mensen
in de hele regio. Indien UNRWA geen hulp of basisdiensten meer kan bieden aan Palestijnse
vluchtelingen in de regio, waaronder de Westelijke Jordaanoever, Libanon, Jordanië
en Syrië, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de reeds zeer zorgwekkende regionale
stabiliteit.
Bij eerdere verdeling van additionele bijdragen werd al rekening gehouden met diversificatie
van hulporganisaties. Naast de jaarlijkse bijdrage aan UNRWA geeft Nederland in 2025
ook jaarlijkse bijdragen aan andere humanitaire organisaties die actief zijn in de
Gazastrook, zoals WFP, UNICEF en het Internationale en Nationale Rode Kruis.
Vraag 6
In hoeverre is het lesmateriaal dat UNRWA levert al neutraler en vrij van antisemitisme?
Antwoord 6
Centraal staat dat UNRWA-docenten zich aan de VN-principes moeten houden en dat haatspraak
en antisemitisme niet toegestaan zijn. Hier heeft UNRWA een zero tolerance beleid op en wordt ingegrepen als er aantijgingen zijn over de neutraliteit van onderwijsmateriaal.
De noodzaak om streng toe te zien op de naleving van de neutraliteitsprincipes in
het lesmateriaal is onlangs nog besproken met de Commissaris-Generaal van UNRWA. Het
belang van neutraliteit in onderwijsmateriaal komt ook terug in de aanbevelingen van
het Colonna-rapport. UNRWA werkt daarbij met het lesmateriaal van de lokale autoriteiten
om instroom in het reguliere onderwijssysteem van het gastland mogelijk te maken.
Dit is een best practicein onderwijs aan vluchtelingen. Indien in het lesmateriaal passages staan die niet
in lijn zijn met de VN-principes, worden UNRWA docenten geïnstrueerd dergelijke passages
niet te gebruiken. Ook is UNRWA actief in gesprek met de Palestijnse Autoriteit om
de lesmaterialen waar nodig aan te passen.
Daarnaast is UNRWA bezig een digitale leeromgeving op te zetten om toezicht op welk
lesmateriaal gebruikt wordt te kunnen versterken. UNESCO speelt daarbij een belangrijke
adviserende rol om zeker te stellen dat het onderwijsmateriaal in lijn is met VN-principes.
Vraag 7
Ziet u nog steeds risico’s voor ongewenste afhankelijkheid en connecties tussen terreurorganisatie
Hamas en UNRWA?
Antwoord 7
UNRWA werkt in een uiterst complexe situatie die grote uitdagingen met zich meebrengt,
ook rondom naleving van de neutraliteitsbeginselen. Dit wordt ook zo gesteld in het
Colonna-rapport. Datzelfde rapport geeft aan dat UNRWA meer doet op dit terrein dan
vergelijkbare VN-organisaties en/of ngo’s.
Zoals bekend werd op 30 september 2024 een Libanese Hamas-leider, Fateh Sherif, gedood
bij een Israëlisch bombardement in Libanon. Tot maart 2024 was Sherif voor UNRWA actief
in Libanon als directeur van een school en voorzitter van een UNRWA onderwijsvakbond.
Direct gevolgd op aantijgingen in maart 2024 van mogelijke banden met Hamas werd hij
door UNRWA op non-actief gesteld zonder behoud van salaris, conform het bovenbeschreven
beleid van zero tolerance for inaction. Tegelijkertijd werd een onderzoek ingesteld dat, volgens UNRWA, naar alle waarschijnlijkheid
zou hebben geleid tot zijn ontslag. Sherif kwam evenwel om het leven alvorens dit
onderzoek kon worden afgerond.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat Humanitaire Hulp op 9 oktober
2024?
Antwoord 8
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.