Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over de humanitaire situatie in Soedan
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over de humanitaire situatie in Soedan (ingezonden 7 augustus 2024).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) (ontvangen
4 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Ernstige honger in door burgeroorlog geteisterd Soedan
bereikt dieptepunt, officieel hongersnood vastgesteld»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de Integrated Food Security Phase Classification (IPC) officieel
een hongersnood in Soedan heeft vastgesteld? Zo ja, wat is uw reactie op dit feit?
Antwoord 2
De Famine Review Committee van het IPC heeft op 1 augustus jl. gerapporteerd over een vastgestelde hongersnood
in Zamzam vluchtelingenkamp in Noord Darfoer in Soedan. Deze feitelijke vaststelling
is schokkend maar niet onverwacht gegeven eerdere prognoses en analyses van de situatie
in Soedan, bijvoorbeeld van het Clingendael instituut van mei 2024 en het IPC rapport
van 27 juni jl.
Vraag 3
Kunt u reageren op de bewering in het artikel en het rapport waar het artikel naar
verwijst dat er sprake is van «opzettelijke belemmeringen opgelegd door partijen betrokken
bij het conflict» vanuit het Soedanese regeringsleger?
Antwoord 3
Het belemmeren van toegang van onpartijdige humanitaire hulp tot bevolking in nood
is in strijd met het humanitair oorlogsrecht en niet acceptabel.
Vraag 4
Als bovenstaande bewering klopt, heeft dit effecten in de diplomatieke betrekkingen
tussen de Nederlandse en Soedanese regeringen? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Reeds voor het uitbreken van het conflict in april 2023 was er geen directe samenwerking
met de de facto overheid van Soedan, die aan de macht kwam na een staatsgreep in oktober 2021. De
vaststelling van hongersnood heeft dan ook geen effecten op de diplomatieke betrekkingen
tussen de Nederlandse en Soedanese regeringen. Waar mogelijk, geeft Nederland wel
de politieke boodschap af dat het verlenen van humanitaire toegang cruciaal is, zoals
ook tijdens de humanitaire conferentie in Parijs in april jl.
Vraag 5
Deelt u de constatering dat het belemmeren van humanitaire hulp in strijd is met het
humanitair oorlogsrecht?
Antwoord 5
Ja, volgens het humanitair oorlogsrecht moeten partijen in een conflict snelle en
ongehinderde doorgang van humanitaire hulp voor mensen in nood, die een onpartijdig
karakter heeft en waarbij geen onderscheid gemaakt wordt, toestaan en faciliteren.
Vraag 6
Op welke manieren roept u de strijdende partijen op zich aan humanitair oorlogsrecht
te houden? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 6
Nederland blijft op verschillende momenten en in diverse fora, al dan niet in EU verband,
oproepen tot het respecteren van het humanitair oorlogsrecht (IHL) en het naleven
van de Jeddah-agreement, die beide partijen hebben ondertekend en waarin het naleven
van IHL en ongehinderde toegang voor humanitaire organisaties zijn afgesproken.
Vraag 7
Op welke manieren draagt het kabinet bij aan het toegankelijk maken van humanitaire
hulp? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 7
Tijdens de humanitaire conferentie in Parijs van 15 april jl., georganiseerd door
Frankrijk en de EU met deelname van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
is een declaration of principles ondertekend waarin o.a. wordt opgeroepen humanitaire toegang te verbeteren. De EU
zet zich in voor verbetering van humanitaire toegang via diplomatieke inzet van met
name de EU Speciaal Gezant voor de Hoorn van Afrika. Daarnaast is Nederland in gesprek
met verschillende VN organisaties, waaronder World Food Programme en de Food and Agriculture Organization, in New York, Geneve en Rome om de urgentie van de situatie te bespreken, inspanningen
waar mogelijk te vergroten, en mogelijke acties te identificeren en coördineren. En
Nederland is in contact met andere landen (inclusief leden van de VN-veiligheidsraad)
om te bezien welk instrumentarium de VN kan inzetten, bijvoorbeeld via resoluties,
om hulp in gebieden te krijgen die niet toegankelijk zijn. De diplomatieke inzet wordt
versterkt door het EU sanctieregime. De EU bereidt momenteel additionele sancties
voor om de druk op beide strijdende partijen verder op te voeren.
Vraag 8
Welke maatregelen heeft u genomen sinds het kabinet in april van dit jaar 10 miljoen
euro voor het World Food Program ten gunste van Soedan heeft toegezegd? Volgen er
nog extra middelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nederland droeg EUR 10 miljoen extra aan WFP bij voor Soedan en Soedanese vluchtelingen
in Tsjaad. Een groot deel van de Nederlandse bijdrage aan de humanitaire hulp verloopt
via flexibele financiering aan vaste partners zoals VN-organisaties, het Nederlandse
Rode Kruis (NRK), de Dutch Relief Alliance en het Sudan Humanitarian Fund van de VN bij aan de humanitaire crisis in Soedan. Deze middelen kunnen zij direct
inzetten daar waar de nood het hoogste is. In aanvulling daarop zijn er sinds april
via vaste partners enkele specifieke allocaties gedaan voor de respons in en rond
Soedan. Zo heeft de Dutch Relief Alliance (DRA) met een bedrag van EUR 3 miljoen een acute response opgezet in Tsjaad ter ondersteuning
van de opvang van Soedanese vluchtelingen, en een allocatie gedaan van EUR 3 miljoen
voor een acute response in Darfoer. Via het Nederlandse Rode Kruis (NRK) is recent
bijna EUR 1,2 miljoen toegekend aan de Soedanese Rode Halve Maan voor inzet op water
en sanitatie (WASH).
Het Central Emergency Response Fund (CERF) van de VN, waarvan Nederland met EUR 55 miljoen in 2024 een van de grootste
donoren is, heeft dit jaar al USD 41 miljoen beschikbaar gesteld aan humanitaire actoren
in Soedan.
Op dit moment is het vooral belangrijk de toegangsbelemmeringen weg te nemen die hulpverlening
naar de meest kwetsbare gemeenschappen tegenhouden en onze humanitair-diplomatieke
inspanningen zijn met name hierop gericht.
Vraag 9
Kunt u toezeggen dat, ondanks de geplande bezuinigingen op uw ministerie, er voldoende
geld voor humanitaire hulp beschikbaar blijft? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het merendeel van de humanitaire bijdragen is meerjarig vastgelegd. Dat geldt voor
de bijdragen aan verschillende VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis (ICRC)
en ook voor de subsidieovereenkomsten met de Dutch Relief Alliance en het Nederlandse Rode Kruis. Voor 2024 bedraagt het totale budget voor humanitaire
hulp EUR 535 miljoen. Over de effecten van de bezuinigingen uit het Hoofdlijnenakkoord
in 2025 wordt u bij de ontwerpbegroting 2025 geïnformeerd.
Vraag 10
Deelt u de mening dat ontwikkelingshulp en -samenwerking een belangrijke rol spelen
in het voorkomen van dit soort rampzalige conflicten? Zo ja, hoe verhoudt dit zich
tot de voorgenomen bezuinigingen op Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 10
Effectieve hulp kan bijdragen aan ontwikkeling en stabiliteit. De Nederlandse ontwikkelingshulp
zal mede daarop worden ingezet. In het Hoofdlijnenakkoord kiest het kabinet ervoor
te bezuinigen op ODA-middelen in de jaren 2025 en daarna. Over de effecten van deze
bezuinigingen in 2025 wordt u bij de ontwerpbegroting 2025 geïnformeerd.
Vraag 11
Kunt u een stand van zaken geven over de uitvoering van de gewijzigde motie van het
lid Dobbe c.s. over via alle mogelijke kanalen hulpgoederen aan de bevolking van Soedan
leveren zolang dat niet voldoende via land kan? (Kamerstuk 21
501-02, nr. 2886)
Antwoord 11
Het vergroten van toegang over land is verreweg de meest effectieve wijze om hulp
bij de bevolking van Soedan te krijgen op de schaal die onmiddellijk nodig is. Daar
zijn de afgelopen maanden de inspanningen rond het verbeteren van humanitaire toegang
op gericht geweest. De de facto autoriteiten laten inmiddels weer humanitaire transporten door via de Adré-grensovergang
met Tsjaad. Deze grensovergang is cruciaal voor bevoorrading van Darfoer en andere
delen van het door RSF bezette gebied.
Vraag 12
Kunt u een stand van zaken geven over de uitvoering van de motie van het lid Dobbe
over bij de Europese Unie pleiten voor het aan banden leggen van wapenleveranties
aan landen die doorleveren aan strijdende partijen in Sudan? (Kamerstuk 32 735, nr. 389)
Antwoord 12
Nederland bespreekt de zorgwekkende situatie in Soedan onder andere met de regionale
partners en benadrukt daarbij de noodzaak tot een einde aan het geweld en het belang
van naleving van het VN wapenembargo. Voorts is Nederland voornemens tijdens de eerst
volgende bijeenkomst van EU raadswerkgroep Export van Conventionele Wapens (COARM)
in september aandacht te vragen voor het risico op omleiding van wapens naar de strijdende
partijen in Soedan.
Vraag 13
Kunt u de bovenstaande vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.