Schriftelijke vragen : De houding van het kabinet ten opzichte van UNRWA-financiering
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over de houding van het kabinet ten opzichte van UNRWA-financiering (ingezonden 2 oktober 2024).
Vraag 1
            
Kunt u uitsluiten dat Nederlandse UNRWA-financiering in het verleden in handen is/kan
               zijn gekomen van Hamas?
            
Vraag 2
            
Hoe hebben de VN-onderzoeken (OIOS en «Colonna») naar medewerkers van UNRWA die mogelijk
               betrokken waren bij terreuractiviteiten uiteindelijk meegewogen in het besluit om
               de steun te hervatten?
            
Vraag 3
            
Deelt u de conclusie dat, gezien het feit dat het «Colonna» onderzoek wijst op acute
               risico's betreffende de neutraliteit van UNRWA en dat daaruit naar voren komt dat
               al jaren slechts drie personeelsleden (op een personeelsbestand van meer dan 30.000)
               de ethische code en daarmee de neutraliteit van UNRWA handhaven1 , van neutraliteitshandhaving in de praktijk geen sprake is? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 4
            
Deelt u de conclusie dat, gezien het feit dat hetzelfde onderzoek erop wijst dat er
               slechts vier onafhankelijke, internationale inspecteurs permanent in dienst zijn2, van neutraliteitshandhaving in de praktijk geen sprake is? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 5
            
Hoe past de recente bevestiging vanuit UNRWA dat de omgekomen Fateh Sherif, naast
               medewerker, ook prominent Hamasleider was, in de risicoafweging van het kabinet?
            
Vraag 6
            
In hoeverre is de Nederlandse internationale reputatie in de regio meegewogen in de
               besluitvorming over het bevriezen en hervatten van de subsidies aan UNRWA?
            
Vraag 7
            
Hoe waardeert het kabinet inlichtingen van Israël tegen UNRWA?3 Hoe zijn en worden deze meegewogen in de Nederlandse besluitvorming?
Vraag 8
            
Houdt uw uitspraak dat UNRWA een «belangrijke rol speelt [in de Gazastrook]» in dat
               u voornemens bent om na 2025 door te gaan met het verstrekken van het budget? Zo niet,
               op welke andere manier kwalificeert u dit waardeoordeel?4
Vraag 9
            
In hoeverre betekent de structureel gereserveerde 14 miljoen voor UNRWA na 2025 dat
               u voornemens bent om, na het aflopen van de juridische verplichtingen 2023–2025, soortgelijke
               juridische verplichtingen opnieuw aan te gaan?
            
Vraag 10
            
Hoe en in welk uitgezet tijdspad is het kabinet van plan de diversificatie van noodhulp
               aan Gaza in gang te zetten?
            
Vraag 11
            
Kan de Minister zo mogelijk deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat Humanitaire
               Hulp van 9 oktober?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Joost Eerdmans, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
          