Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rajkowski over het bericht ‘Gemeenten met azc’s moeten van minister Faber nog vóór 1 september extra plekken vrijmaken’
Vragen van het lid Rajkowski (VVD) aan de Minister van Asiel en Migratie over het bericht «Gemeenten met azc’s moeten van Minister Faber nog vóór 1 september extra plekken vrijmaken» (ingezonden 4 september 2024).
Antwoord van Minister Faber – Van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 1 oktober
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 90.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Gemeenten met azc’s moeten van Minister Faber nog vóór
1 september extra plekken vrijmaken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Is er voorafgaand aan deze maatregel overleg gevoerd met gemeenten? Zo ja, wat kwam
daaruit? Zo nee, waarom niet?
Hoe verhoudt deze maatregel zich tot de bestuursakkoorden die gemeenten met het Centraal
Orgaan opvang asielzoekers (COA) hebben gesloten over precieze aantallen asielzoekers?
Wat gebeurt er als gemeenten aangeven op basis hiervan geen extra asielzoekers op
te kunnen vangen?
Op welke wettelijke regelingen is dit verzoek gebaseerd?
Antwoord 2, 3 en 4
Op 4 september jl. heb ik de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de bezetting
op de opvanglocatie bij het aanmeldcentrum in Ter Apel en de maatregelen die zijn
genomen om de bezetting te doen dalen. Een maatregel was het extra uitplaatsen van
1 à 2 asielzoekers naar opvanglocaties. In mijn brief heb ik aangegeven dat het COA
op grond van art. 3 en 3a van de Wet COA is belast met het plaatsen van asielzoekers
in een opvangvoorziening. Het COA bepaalt in welke opvangvoorziening een asielzoeker
wordt geplaatst, binnen de afspraken die met gemeenten zijn gemaakt. Waar een bestuursovereenkomst
ruimte laat, mag COA asielzoekers in de opvang plaatsen. Derhalve heeft voorafgaand
aan deze maatregel geen overleg plaatsgevonden met gemeenten. Daarbij is het COA gevraagd
gemeenten te informeren. Zoals beschreven in dezelfde brief konden gemeenten die geen
medewerking wilden verlenen dit melden bij het COA. In zulke gevallen is gezocht naar
een passende oplossing.
Vraag 5
Is het de verwachting dat met deze maatregel in Ter Apel onder de 2.000 mensen opvang
gaat komen? En wat is de verdere prognose ten aanzien van asielzoekers?
Antwoord 5
Met deze maatregel was de bezetting op de opvanglocatie in Ter Apel voldoende gedaald
om per 1 september jl. onder de 2.000 personen te komen. Inmiddels is gebleken dat
ondanks deze inzet de bezetting van Ter Apel toch weer is gestegen. Dit komt onder
meer door de hogere instroom van de afgelopen twee weken en een lage uitstroom. Met
een stijgende bezetting en een bezettingsgraad bij het COA van 100% op alle locaties
is de ruimte om asielzoekers door te plaatsen klein. Openingen van nieuwe locaties
en/of een hogere uitstroom van statushouders zijn nodig om Ter Apel te ontlasten en
te blijven ontlasten.
Vraag 6
Welke andere maatregelen zijn genomen voordat u overging tot deze «last resort» maatregel?
Antwoord 6
Er is veel contact geweest tussen het COA en verschillende gemeenten. Het COA heeft
met toestemming van gemeenten tijdelijk diverse extra opvangplekken ingezet. Daar
kon een groot aantal mensen uit Ter Apel naar worden doorgeplaatst. Dit bleek niet
genoeg om de bezetting onder de 2.000 te krijgen en daarom is het COA overgegaan tot
het uitplaatsen van 1 a 2 asielzoekers naar de opvanglocaties in het land.
Vraag 7
Bent u van plan deze maatregel vaker in te zetten wanneer de opvang volstroomt in
Ter Apel of elders?
Antwoord 7
Ik blijf met het COA in gesprek om ervoor te zorgen dat de bezetting in Ter Apel wederom
onder de 2.000 komt en de beschikbare plekken op opvanglocaties maximaal benut worden.
Dit betekent ook dat bestaande locaties zoveel mogelijk gevuld moeten zijn, asielzoekers
zoveel veel mogelijk doorgeplaatst moeten worden en statushouders zo snel mogelijk
moeten worden uitgeplaatst.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Eerdmans (JA21),
ingezonden 3 september 2024 (vraagnummer 2024Z12901).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.