Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Campen over het bericht ‘Minister Wiersma trekt ruim 200 miljoen extra uit voor aanpak PAS-melders’
Vragen van het lid Van Campen (VVD) aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het bericht «Minister Wiersma trekt ruim 200 miljoen extra uit voor aanpak PAS-melders» (ingezonden 9 september 2024).
Antwoord van Minister Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) (ontvangen
27 september 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van dit bericht en kunt u bevestigen dat het hier in totaal
om € 226,9 miljoen gaat om Programma Aanpak Stikstof (PAS) melders te helpen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4 en 5
Betreft het hier geld dat beschikbaar wordt gesteld bovenop de per Voorjaarsnota 2024
beschikbaar gestelde € 250 miljoen voor legalisering van PAS-melders door het kabinet
Rutte IV?
Indien ja, komt dit dus ten laste te vallen van het door het kabinet Schoof beschikbaar
gestelde budget van € 5 miljard voor de agrarische sector?
Indien nee, hoe verklaart u de berichtgeving dat niet € 250 miljoen, zoals door het
kabinet Rutte IV is aangekondigd in de Voorjaarsnota 2024, maar € 226,9 miljoen beschikbaar
wordt gesteld en waar is het gat van € 23,1 miljoen voor PAS-melders gebleven?
Indien nee, kunt u bevestigen dat de berichtgeving van RTL onjuist is en welke stappen
onderneemt u om deze berichtgeving recht te zetten?
Antwoord 2, 3, 4 en 5
Voor deze regeling is in de eerste suppletoire begroting 2024 € 250 miljoen begroot
(Kamerstuk 36 550 XIV, nr. 1). Het beschikbaar gestelde bedrag in deze regeling is lager omdat hiervan een deel
apart wordt gehouden voor voorziene kosten zoals is toegelicht in de publicatie. Dat
betreft € 17,5 miljoen voor de inzet van zaakbegeleiding voor PAS-melders. Deze zaakbegeleiding
draagt ook bij aan het vinden van een oplossing voor een PAS-melder. Over de inzet
van deze middelen worden separaat, buiten deze regeling om, tussen het Rijk en de
provincie afspraken gemaakt. Er is ook € 5 miljoen budgetkorting in 2026 toegepast
in verband met de afspraken in de financiële bijlage van het hoofdlijnenakkoord over
specifieke uiterkeringen (SPUK’s) en er is € 600.000 voor uitvoeringskosten van de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gereserveerd.
Vraag 6
Hoe verantwoordt u de uitgave van dit geld in effectiviteit op doelbereik zodat er
ruimte ontstaat voor legalisering van PAS-melders en woningbouw?
Antwoord 6
De legalisatieopgave is groot en complex en moet binnen afzienbare termijn worden
afgerond. Binnen dat kader wordt alle focus gelegd op het versnellen van de uitvoeringsopgave.
De € 226,9 miljoen die met deze regeling beschikbaar wordt gesteld, draagt eraan bij
dat voor zoveel mogelijk melders (agrarische en niet-agrarische ondernemingen) op
een zo kort mogelijke termijn een oplossing wordt gevonden. Hierin kunnen ondernemers,
indien gewenst, ondersteund en begeleid worden door een vast contactpersoon vanuit
de overheid, in de vorm van zaakbegeleiders. De stikstofruimte die beschikbaar komt,
mag door de provincie alleen aan het legaliseren van PAS-meldingen worden uitgegeven.
Vraag 7
Welke maatregelen verwacht u van de provincies om PAS-melders daadwerkelijk te legaliseren?
Antwoord 7
Iedere PAS-melding is uniek en locatie-gebonden. De provincies kennen hun PAS-meldingen
goed en worden met deze regeling staat gesteld om maatwerk te leveren binnen de voorwaarden
van deze nieuwe regeling.
Voor de besteding van de middelen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan innovatieve
of technische oplossingen waarmee de betreffende PAS-melders binnen hun bestaande
toestemming kunnen blijven en geen aanvullende vergunning meer nodig hebben voor het
deel van hun activiteiten waarvoor de PAS-melding was gedaan. Dan is het wel nodig
dat de innovaties en technische oplossingen met zekerheid voldoende stikstofdepositie
reduceren. Daarnaast is het mogelijk om de middelen te gebruiken om de PAS-melder
financieel te ondersteunen bij het verwerven van stikstofdepositieruimte, omschakeling,
de reductie van stikstof of verplaatsing en zodoende tot een oplossing te komen. Ook
kunnen er aankopen worden gedaan – met het oog op gehele of gedeeltelijke sluiting
– van bedrijven om stikstofruimte te creëren, het aankopen of extensiveren van de
gemelde activiteiten, het aankopen van het hele bedrijf van de PAS-melder of het aankopen
van grond voor bufferzones en ontwikkelen van bufferzones. De voorbeelden van het
aankopen van het bedrijf van de PAS-melder, verplaatsen en omschakelen laten zien
dat de uitkering ook mag worden besteed aan andersoortige «oplossingen voor gemelde
PAS-projecten» dan alleen aan «legalisatie» in de strikte betekenis van het alsnog
voorzien in een toereikende natuurtoestemming voor het gemelde PAS-project.
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat in alle gevallen waarbij PAS-melders tot nu toe in het gehele
legaliseringstraject zijn geholpen, dit alleen komt door verificatie waarbij blijkt
dat zij uiteindelijk geen natuurvergunning nodig bleken te hebben en geen enkel geval
bekend is van een oplossing door middel van externe saldering?
Antwoord 8
Nee. Er zijn zeven PAS-melders die een onherroepelijke vergunning hebben verkregen.
Daarvan zijn zes vergunningen gebaseerd op stikstofruimte uit het stikstofregistratiesysteem,
en is een vergunning verleend op basis van een passende beoordeling zonder stikstofruimte.
Vraag 9
Welke maatregelen gaat u nemen zodat PAS-melders door middel van externe saldering
geholpen worden aan een in recht staande vergunning?
Antwoord 9
Het kabinet wil zo snel als mogelijk een houdbare oplossing voor de PAS-melders en
zet daarom gelijktijdig in op meerdere sporen om sneller tot die oplossingen te komen.
Allereerst hoop ik te komen tot een rekenkundige ondergrens die juridisch houdbaar
is. Het TNO-onderzoeksrapport in opdracht van het Interprovinciaal Overleg (IPO) heb
ik met u gedeeld (Kamerstuk 2024D30726). Ik zie aanknopingspunten voor vervolgonderzoek en zal dit op korte termijn in opdracht
geven. Om de kansen voor het legaliseren van de bestaande situatie (bijvoorbeeld via
extern salderen) te vergroten, heeft het kabinet aangegeven de effecten van de aanpak
piekbelasting met voorrang in te zetten voor PAS-meldingen (Kamerstuk 30 252, nr. 35). Een van de regelingen is de de Lbv-plus. Deze staat nog tot en met 20 december
2024 open. Ondernemers hebben na ontvangst van een positieve beschikking nog 6 maanden
bedenktijd over daadwerklelijke deelname aan de Lbv-plus. Pas daarna is het mogelijk
om volledig in beeld te brengen wat de opbrengst van de aanpak piekbelasting is en
in hoeverre de opbrengst daadwerkelijk benut kan worden voor het legaliseren van PAS-meldingen.
Als daar meer duidelijkheid over is, zal ik daarover uw Kamer informeren. Verder wordt
er samen met de provincies gewerkt aan de verbreding van de aanpak voor PAS-melders
naar aanleiding van de motie-Nijhof (Kamerstuk 30 252, nr. 144). Ik ben met de provincies in overleg hoe we deze verbrede maatwerkaanpak snel kunnen
gaan uitvoeren. Hierbij staat de PAS-melder centraal. Tot slot onderzoeken het Rijk
en de provincies momenteel gezamenlijk hoe persoonlijke begeleiding voor PAS-melders
(nader) kan worden vormgegeven en op welke wijze zij goed kunnen worden begeleid bij
het maken van keuzes.
Vraag 10
Erkent u dat het door het kabinet Rutte IV beoogde Transitiefonds van € 24,3 miljard
voor meer doelen beoogd was dan slechts opkoop van boeren en deelt zij de opvatting
dat dit fonds achteraf gezien eigenlijk best een goed idee was?
Antwoord 10
Het vorige kabinet heeft in de Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied (Kamerstuk
36 277) voorstellen gedaan voor een begrotingsfonds. In deze wet zijn de doelstellingen
voor het fonds opgenomen. Nu in het Hoofdlijnenakkoord is bepaald dat het Transitiefonds
komt te vervallen, zal het wetsvoorstel worden ingetrokken. Wel komt er een budget
van 5 miljard euro om bij te dragen aan het halen van de doelen, plus 500 miljoen
euro structureel. Dit kabinet is ervan overtuigd dat met deze bedragen belangrijke
stappen kunnen worden gezet, op een wijze die doelmatiger en uitvoeringsgerichter
is. Overigens is van het Transitiefonds in totaal al wel een kleine 6 miljard euro
gealloceerd voor specifieke doelstellingen. Dat bedrag is niet vervallen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.