Schriftelijke vragen : Het Koninklijk Huis, de belastingvrijstelling en nevenfuncties
Vragen van het lid Six Dijkstra (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister-President over het Koninklijk Huis, de belastingvrijstelling en nevenfuncties (ingezonden 27 september 2024).
Vraag 1
Kunt u aangeven op welke manier de Belastingdienst invulling geeft aan het begrip
«de vermogensbestanddelen welke dienstbaar zijn aan de uitoefening van hun functie»
betreffende leden van het Koninklijk Huis die zijn vrijgesteld van belastingheffing
op grond van artikel 40, tweede lid, van de Grondwet en in welke wet of regeling die
zijn vastgelegd?
Vraag 2
Zijn de leden van het Koninklijk Huis die vrijgesteld zijn van belastingen, belastingplichtig
voor box 3 over vermogen dat niet onder de uitzondering in artikel 40, tweede lid,
van de Grondwet valt?
Vraag 3
Indien er geen invulling gegeven is aan «de vermogensbestanddelen welke dienstbaar
zijn aan de uitoefening van hun functie», wilt u daar dan via wet- of regelgeving
invulling aan geven, uitleggen hoe u dat gaat doen en daarover binnen twee maanden
aan de Kamer rapporteren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Heeft u kennis genomen van de uitspraken van mevrouw Spijker bij Renze dat bepaalde
zaken, zoals de werkzaamheden van Koningin Máxima voor de Verenigde Naties, taboe
zijn bij de uitzendingen?
Vraag 5
Heeft de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) de afgelopen vijf jaar verzoeken gedaan aan
journalisten om geen aandacht te schenken aan bepaalde zaken rondom het Koninklijk
Huis die politiek relevant geacht kunnen worden en niets met bescherming van privacy
van leden van het Koninklijk Huis te maken hebben? Zo ja, kunt u aangeven over welke
onderwerpen het ging?
Vraag 6
Kunt u deze vragen één voor één en uiterlijk twee werkdagen voor de begrotingsbehandeling
van de Koning beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.P.S. Six Dijkstra, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.