Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de nieuwsberichten dat gemeenten vanwege een te laag ingeschatte inflatie door het Centraal Planbureau (CPB) mogelijk een half miljard euro mislopen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de nieuwsberichten dat gemeenten vanwege een te laag ingeschatte inflatie door het Centraal Planbureau (CPB) mogelijk een half miljard euro mislopen (ingezonden 17 september 2024).
Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 26 september 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de berichten dat gemeenten vanwege een te laag ingeschatte inflatie
eigenlijk veel te weinig geld krijgen?1,
2
Antwoord 1
Het gemeente- en provinciefonds volgen vanaf 2024 de ontwikkeling van het bruto binnenlands
product (bbp). Het kabinet Rutte IV heeft in constructief overleg met de koepels van
de medeoverheden besloten om de oploop van de opschalingskorting vanaf 2026 te schrappen
in combinatie met het vervroegd invoeren van de bbp-systematiek in 2024. Deze systematiek
– de normeringsystematiek – is stabiel, transparant en biedt gemeenten en provincies
vroeg in het jaar duidelijkheid over de middelen waar zij dat jaar over kunnen beschikken.
De berichten geven aan dat gemeenten en provincies aparte inflatiecompensatie ontvangen.
De normeringssystematiek kent echter geen directe compensatie voor inflatie (of andere
kostenontwikkelingen). Het zorgt ervoor dat het gemeentefonds en provinciefonds meegroeien
met de omvang van de economie. Hierdoor houden de inkomsten van gemeenten en provincies
op de lange termijn gelijke tred met de economie, waaronder prijsstijgingen en bijvoorbeeld
het stijgend aantal inwoners. Het accres (de jaarlijkse ophoging van de fondsen) is
bestedingsvrij. Dit betekent dat het aan individuele gemeenten en provincies is hoe
het accres wordt ingezet.
Verder wordt in de berichten gesteld dat het moment waarop het Rijk de CPB-cijfers
vaststelt nadelig is. Het Rijk gebruikt de cijfers zoals deze in het voorjaar door
het CPB worden aangeleverd en past deze voor het lopende jaar niet meer aan. Deze
werkwijze wordt Rijksbreed toegepast, dus ook voor de ministeries. Gemeenten en provincies
worden hierbij niet anders behandeld. Dit is onafhankelijk van de wijze van normering
en deed zich ook voor in de oude systematiek waarbij de ontwikkeling van de Rijksbegroting
werd gevolgd.
Het CPB is onafhankelijk, deskundig en gaat over haar eigen ramingen. Schommelingen
in de ramingen kunnen zich voordoen. De afgelopen jaren was de inflatie volatiel en
lastig te ramen, onder andere door de inval van Oekraïne en de energiecrisis (welke
twee hebben geleid tot aanvullende middelen voor o.a. gemeenten en provincies).
Vraag 2
Klopt de berekening dat gemeenten – door een te laag ingeschatte inflatie – onterecht
arm worden gerekend en mogelijk een half miljard euro uit het Gemeentefonds mislopen?
Antwoord 2
Het klopt dat de afgelopen zeven jaar de voorjaarsramingen met betrekking tot de prijs-bbp
over het lopende jaar lager waren dan de daadwerkelijke prijs-bbp over het desbetreffende
jaar. Dit betekent niet per definitie dat dit in 2024 en latere jaren ook het geval
zal zijn.
Vraag 3
Deelt u de mening dat gemeenten niet de dupe mogen worden van een te lage raming van
de inflatie van het CPB?
Antwoord 3
Zoals in het antwoord op vraag 1 aangegeven, kent de normeringssystematiek geen directe
compensatie voor inflatie (of andere kostenontwikkelingen). Het zorgt ervoor dat het
gemeentefonds en provinciefonds meegroeien met de omvang van de economie. Het Rijk
gebruikt de cijfers zoals deze in het voorjaar door het CPB worden aangeleverd en
past deze voor het lopende jaar niet meer aan. Deze werkwijze wordt Rijksbreed toegepast,
dus ook voor de ministeries. Gemeenten en provincies worden hierbij niet anders behandeld.
Dit is onafhankelijk van de wijze van normering en deed zich ook voor in de oude systematiek
waarbij de ontwikkeling van de Rijksbegroting werd gevolgd.
Het kabinet ziet gezien bovenstaande geen reden om de systematiek te wijzigen.
Vraag 4
Hoe kan het dat het CPB de inflatie consequent onderschat?
Antwoord 4
Het CPB is onafhankelijk, deskundig en gaat over haar eigen ramingen. Schommelingen
in de ramingen kunnen zich voordoen. De afgelopen jaren was de inflatie volatiel en
lastig te ramen, onder andere door de inval van Oekraïne en de energiecrisis (welke
twee hebben geleid tot aanvullende middelen voor o.a. gemeenten en provincies).
Vraag 5
Vindt u het ontbreken van volledige inflatiecompensatie acceptabel gezien de huidige
financiële problemen – het ravijnjaar en de bezuiniging op het Gemeentefonds – waarmee
gemeenten te maken hebben?
Antwoord 5
Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven, ziet het kabinet geen reden om de systematiek
te wijzigen.
Vraag 6
Bent u bereid ervoor te zorgen dat gemeenten volledig gecompenseerd worden voor de
gehele inflatie, ook als deze vooraf niet goed is ingeschat?
Antwoord 6
Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven, ziet het kabinet geen reden om de systematiek
te wijzigen.
Vraag 7
Kunt u deze vragen uiterlijk voorafgaand aan het commissiedebat Financiën decentrale
overheden beantwoorden?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.