Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs (Kamerstuk 31293-738)
2024D32488 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister
voor Primair en Voortgezet Onderwijs d.d. 27 juni 2024 over de verzamelbrief moties
en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs (Kamerstuk 31 293, nr. 738).
De fungerend voorzitter van de commissie
Michon-Derkzen
Adjunct-griffier van de commissie
Arends
Inhoud
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
• Inbreng van de leden van de VVD-fractie
• Inbreng van de leden van de NSC-fractie
• Inbreng van de leden van de D66-fractie
• Inbreng van de leden van de BBB-fractie
• Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie
II Antwoord/reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Staatssecretaris voor het toesturen van de verzamelbrief
moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs en hebben daar de volgende
vragen over.
Deze leden lezen dat vrijwel alle leerplichtambtenaren een stijging zien in hun regio
voor een vrijstelling op grond van richtingsbezwaren. Zijn hier exacte cijfers van
bekend?
Daarnaast lezen zij dat ouders ook bezwaren hebben tegen het onderwijs als zodanig.
Welke bezwaren worden daar precies mee bedoeld?
De leden van deze fractie vragen eveneens hoeveel scholen in aanmerking zouden komen
voor een samenwerkingsschool.
Daarnaast vragen zij in hoeverre scholen bekend zijn met de samenwerkingsscholen.
Scholen kunnen er namelijk ook voor kiezen een aanvraag te doen bij het ministerie
om een kleine school te laten bestaan.
Tenslotte vragen voornoemde leden of scholen die een aanvraag doen bij het ministerie
om een kleine school te mogen blijven, worden ingelicht over de mogelijkheid van de
samenwerkingsscholen.
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de verzamelbrief moties en toezeggingen
primair en voortgezet onderwijs. Deze leden hebben over verschillende thema’s nog
een aantal opmerkingen en vragen.
Digitalisering in het funderend onderwijs
De leden van de NSC-fractie staan niet onwelwillend tegenover digitalisering in het
funderend onderwijs en zien dat dit ook zeker positieve effecten kan hebben. Innovaties
op het gebied van beveiliging en procesoptimalisatie worden van harte onderschreven.
Deze leden stellen echter wel vragen over het groeiende gebruik van digitale leermiddelen.
Dit moet immers niet nog meer ten koste gaan van bijvoorbeeld de lees- en schrijfvaardigheid.
Hoe kijkt de Staatssecretaris naar de relatie tussen de grote groei in het gebruik
van digitale leermiddelen en de achteruitgang van de basisvaardigheden?
Eerste resultaat monitoronderzoek wachtlijsten in het gespecialiseerd onderwijs
De leden van de NSC-fractie vinden het opvallend dat de Staatssecretaris geen uitspraken
kan doen over het totaal aantal leerlingen dat in Nederland op een wachtlijst staat
en vragen hier een duidelijk beeld van te schetsen. Deze leden merken op dat de periode
2024–2027 behoorlijk lang is om de monitor in te voeren. Kan de Staatssecretaris aangeven
of er eerder al resultaten gedeeld kunnen worden? Wat wil de Staatssecretaris op de
korte termijn doen om de groeiende wachtlijsten aan te pakken?
Fries in het onderwijs
De leden van de NSC-fractie willen graag door de Staatssecretaris op de hoogte worden
gehouden over hoe de structurele middelen met afspraken, met het vervallen van de
SPUK1, vanaf 2025 worden uitgekeerd aan de provincie Fryslân. Deze leden lezen ook dat
niet alle leerlingen in Fryslân de kans krijgen het Fries te leren door het lerarentekort.
Is dit de enige oorzaak of zijn er nog andere belangrijke oorzaken te noemen? Zo ja,
welke?
Gemakkelijk in gesprek over mentale gezondheid van jongeren
De leden van de NSC-fractie merken op dat de Staatssecretaris summier beschrijft dat
persoonlijke hulp erg belangrijk is en dat die hulp in de meeste gevallen goed toegankelijk
is. Deze leden vinden dat deze hulp niet op het bordje van de leraar/docent moet komen
wanneer dit verder gaat dan een gesprekje met docent of mentor en dat er voldoende
middelen en mogelijkheden beschikbaar moeten zijn voor preventieve jeugdhulp. Kan
de Staatssecretaris concrete informatie en cijfers overleggen over die mogelijkheden
om in gesprek te gaan in zowel het funderend onderwijs, als het vo2 en het mbo3?
Uitstel inwerkingtreding urennorm lichamelijke opvoeding vo
De leden van de NSC-fractie lezen dat er veel gedoe is rondom het invoeren van de
urennorm lichamelijke opvoeding en vragen of, met de informatie die de Staatssecretaris
inmiddels heeft en de signalen die er vanuit het veld komen, het niet verstandiger
is af te zien van een verplichte urennorm bewegingsonderwijs. Hoe kijkt de Staatssecretaris
hier tegenaan?
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de verzamelbrief
van de Staatssecretaris met betrekking tot de uitvoering van enkele moties en toezeggingen.
De leden van de D66-fractie zijn in het bijzonder geïnteresseerd in de uitvoering
van de motie van het lid Hagen4, waarin wordt gevraagd naar meer kwalitatief onderzoek ten aanzien van kinderen die
op verzoek van hun ouders worden vrijgesteld van de leerplicht vanwege richtingsbezwaren.
Deze leden maken zich grote zorgen om de verdriedubbeling van vrijstellingen op basis
van richtingsbezwaren. In de motie wordt gesproken over de noodzaak van kwalitatief
onderzoek naar de specifieke beweegredenen van ouders, om hun kind vrij te stellen
van de leerplicht. Daarnaast wordt verzocht om te bezien of uit dit onderzoek lessen
kunnen worden getrokken voor leerplichtambtenaren en scholen. Deze leden vragen of
de Staatssecretaris bereid is om meer informatie te delen vanuit het op 23 mei 2024
gehouden rondetafelgesprek over thuiszitters en thuisonderwijs en of de Staatssecretaris
voornemens is om verder onderzoek te doen naar de exacte beweegredenen van ouders
en daarbij ook ouders en kinderen te spreken, gezien uit het rondetafelgesprek is
gebleken dat leerplichtambtenaren niet of slechts moeizaam contact krijgen met de
ouders. Daarbij lezen deze leden geen lessen die kunnen worden getrokken voor leerplichtambtenaren
en scholen, zijn deze er wel, zo vragen deze leden. En indien deze lessen niet getrokken
kunnen worden op basis van het rondetafelgesprek, is het dan niet wenselijk om verder
verdiepend onderzoek te doen waarbij onder andere ook met ouders en kinderen wordt
gesproken, zo vragen zij. Tot slot vragen deze leden of de Staatssecretaris de zorgen
deelt die leven onder leerplichtambtenaren over kinderen die vrijgesteld zijn van
de leerplicht wegens richtingsbezwaren en wat zij hieraan gaat doen.
Inbreng van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de verzamelbrief moties en toezeggingen
primair en voortgezet onderwijs. Deze leden hebben enige vragen en opmerkingen bij
de brief.
De leden van de BBB-fractie hebben met betrekking tot de afronding van DPIA5 en DTIA6 op Google Workspace for Education en ChromeOS po7 beheerde Chromebooks de volgende vraag. Kan nader worden toegelicht waarom het voor
een cloudproduct als Google Workspace for Education noodzakelijk is dat scholen en
schoolbesturen zelf een aantal nieuwe instellingen doorvoeren?
Over het eerste resultaat monitoronderzoek wachtlijsten in het gespecialiseerd onderwijs
hebben deze leden de vraag of de verzamelde gegevens gebruikt kunnen worden voor een
opzet van een centrale databank. Met betrekking tot de onaangekondigde bezoeken door
de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) hebben de voornoemde leden de vraag
met welke vertegenwoordigers van het veld de inspectie gesprekken heeft gevoerd.
Ten aanzien van de eindevaluatie Samenwerkingsscholen vragen de leden van de BBB-fractie
waarom twee van de 14 samenwerkingsscholen inmiddels zijn gestopt. Hebben betrokkenen
van deze voormalige samenwerkingsscholen meegewerkt aan het onderzoek? Kan daarnaast
nader worden toegelicht hoe met de aanbevelingen van de onderzoekers aan de slag zal
worden gegaan?
Tot slot merken de leden van de BBB-fractie met betrekking tot de motie van de leden
Van Zanten, Stoffer, Ceder, De Kort en Krul8 op dat zij uitkijken naar de verdere ontwikkeling van beleid rondom opheffingsnormen
en de toepassing van de kleinescholentoeslag, waarover de Kamer in het najaar wordt
geïnformeerd.
Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de verzamelbrief moties
en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs. Deze leden hebben hierover nog een
enkele vraag.
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Staatssecretaris voornemens is een
wetsvoorstel uit te werken waarin minimale eisen aan het thuisonderwijs worden gesteld
en ook een vorm van toezicht zal worden georganiseerd. Deze leden merken op dat er
in diverse landen als Denemarken, Finland en de Belgische deelstaat Vlaanderen reeds
toezicht voor thuisonderwijs bestaat. Is de Staatssecretaris bereid om een vergelijkend
onderzoek uit te laten voeren naar hoe in andere Europese landen eisen worden gesteld
aan het thuisonderwijs en hoe het toezicht daar vorm krijgt, om daar lessen uit te
trekken voor de vormgeving van het toezicht in het voorgenomen wetsvoorstel?
II Antwoord/reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.H.R.M. Arends, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.