Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Valize over het bericht van Elon Musk op X waarin hij stelt alle apparaten van Apple te zullen weren uit zijn bedrijven wanneer OpenAI geïntegreerd wordt op OS-niveau
Vragen van het lid Valize (PVV) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht van Elon Musk op X waarin hij stelt alle apparaten van Apple te zullen weren uit zijn bedrijven wanneer OpenAI geïntegreerd wordt op OS-niveau (ingezonden 13 juni 2024).
Antwoord van Minister Beljaarts (Economische Zaken), mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 9 september 2024). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2098.
Vraag 1
Bent u bekend met het volgende bericht van de heer Musk?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht.
Vraag 2
Bent u bekend met het vijf dagen eerder verschenen artikel «Het rommelt bij OpenAI, de maker van ChatGPT: kritiek op veilig gebruik van artificial
intelligence komt van binnen en buiten» gepubliceerd door Business Insiders Nederland op 5 juni 2024?2
Antwoord 2
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht.
Vraag 3
Deelt u de opvatting van de heer Musk dat de integratie van OpenAI op OS-niveau van
Apple producten, zoals verkondigd door Apple op de WWDC (Worldwide Developers Conference),
een potentieel veiligheidsrisico kan vormen voor deze apparaten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het integreren van producten van derde partijen in Apple producten, maar ook producten
van vergelijkbare partijen, is een veel voorkomend proces. Dit integratieproces kan
veiligheidsrisico's met zich mee brengen, waarbij de potentiële kwetsbaarheden over
het algemeen toenemen naarmate de integratie diepgaander wordt. In het specifieke
geval van AI-integratie binnen een besturingssysteem, zoals de integratie van OpenAI
op OS-niveau, worden deze risico's verder geïntensiveerd. Deze vorm van integratie
vereist namelijk toegang tot gevoelige gegevens en kerncomponenten van het OS, wat
verder gaat dan conventionele integraties. Apple heeft aangegeven in openbare berichtgeving
dat er in dit proces data wordt uitgewisseld met externe partijen. Ook heeft Apple
in openbare berichtgeving aangegeven maatregelen te hebben getroffen om de cybersecurity
en dataprivacy te borgen. Daar zijn geen technische details over openbaar gemaakt.
Uiteraard moeten dergelijke integraties voldoen aan de relevante wet- en regelgeving,
zoals verder staat toegelicht in de beantwoording van vragen 7 en 8.
Apple heeft overigens de uitrol van de integratie van ChatGTP van OpenAI binnen de
EU uitgesteld (zie hiervoor ook de beantwoording van vraag 6, 7 en 8).
Vraag 4
Deelt u de mening dat de scheidingslijn tussen «lokaal opgeslagen» en «opgehaald/gedeeld
middels geautoriseerde apps» geen heldere barrière kent en derhalve flinterdun genoemd
mag worden? Graag een onderbouwing van uw beantwoording.
Antwoord 4
De scheidingslijn tussen lokaal opgeslagen gegevens en gedeelde gegevens is technisch
gezien duidelijk, namelijk dat lokaal opgeslagen gegevens zich bevinden op het apparaat
van de gebruiker, terwijl gedeelde gegevens worden overgedragen naar externe servers.
Tegelijkertijd is voor gebruikers niet altijd duidelijk wat er wel of niet gebeurt
met hun gegevens. Dit komt door de complexiteit van moderne besturingssystemen en
de voortdurende balans tussen gebruiksgemak en beveiliging. Hierdoor kan lokale informatie
op verschillende manieren, zowel actief (aangevinkt door de gebruiker) als automatisch
(bijvoorbeeld via virusscans, en spellingcheckers), met externen worden gedeeld zonder
dat de gebruiker zich hiervan bewust is.
Vraag 5
Vindt u dat dergelijk potentieel veiligheidsrisico voor een overheidsorgaan onwenselijk
is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
In algemene zin kunnen veiligheidsrisico’s die ontstaan door integraties van producten
van derde partijen in een besturingssysteem onwenselijk zijn voor de overheid. Zo
is een risico van oneigenlijk delen en verwerken van gegevens van smartphonegebruikers
onwenselijk. Tegelijkertijd zijn er maatregelen mogelijk om deze risico’s te mitigeren.
Ook moeten dergelijke integraties voldoen aan de relevante wet- en regelgeving, zoals
verder staat toegelicht in de beantwoording van vragen 7 en 8. Apple geeft aan te
werken aan uitgebreide bescherming van persoonsgegevens voor hun AI-toepassingen,
bijvoorbeeld middels «Private Cloud Compute (PCC)»3. De PCC ontvangt gegevens van het toestel van de gebruiker voor het uitvoeren van
een AI-toepassing wanneer deze niet op het toestel zelf kunnen worden uitgevoerd.
Na ontvangst worden de gegevens gebruikt voor het uitvoeren en worden deze na gebruik
gelijk verwijderd. Gegevens in de PCC worden volgens Apple niet gedeeld met derden
en zouden ook niet door Apple verder worden verwerkt.
Vraag 6
Wat bent u voornemens te gaan doen om hieraan gerelateerde potentiële veiligheidsrisico’s
in kaart te brengen en tevens in te perken?
Antwoord 6
Voor het inzetten van AI-toepassing binnen de Rijksoverheid gelden verschillende risico
mitigerende maatregelen. Deze maatregelen zijn verwerkt in zowel (EU) wet- en regelgeving
alsook de inkoopvoorwaarden voor ICT. Dit betekent enerzijds dat Apple zelf verantwoordelijk
is voor het naleven van de inkoopvoorwaarden en anderzijds zij op wet- en regelgeving
getoetst en gecontroleerd worden door Rijksoverheidsorganisaties en toezichthouders.
Voor het gebruik van generatieve AI-toepassingen, zoals die van Apple, geldt nog steeds
het voorlopige standpunt generatieve AI over het gebruik door Rijksorganisaties van
generatieve AI.4 Hierin staat dat voor het inzetten van een AI-toepassing, deze onderworpen moet worden
aan een Impact Assessment Mensenrechten Algoritme (IAMA) en een Data Protection Impact
Assessment (DPIA). De uitkomsten van de DPIA en IAMA dienen voor inzet van de toepassing
ter advies aan de (departementale) Chief Information Officer (CIO) en de Functionaris
Gegevensbescherming (FG) te worden voorgelegd. Door middel van deze maatregelen worden
potentiële veiligheidsrisico’s op tijd gesignaleerd en kan er doelmatig ingegrepen
worden.
Leveranciers hebben ook een eigen verantwoordelijkheid om te voldoen aan wetgeving
en inkoopvoorwaarden. Zoals in antwoord op vraag 3 benoemd, heeft Apple vooralsnog
de uitrol van de AI integratie binnen de EU uitgesteld.
Vraag 7
In hoeverre past een integratie van AI op OS-niveau binnen de kaders van de DMA, DSA,
AI-Act en andere relevante wetten, regels en verordeningen?
Antwoord 7
Het is aan de toezichthouders en uiteindelijk aan de rechters op Europees en nationaal
niveau om te bepalen in hoeverre een integratie van AI op OS-niveau binnen de bestaande
kaders van relevante wet- en regelgeving past. In de Digital Markets Act (DMA) en
de AI-verordening staan bepalingen die ingaan op onder andere interoperabiliteitsverplichtingen
en de verantwoordelijkheden binnen de waardeketen van AI. Besturingssystemen vallen
niet binnen de reikwijdte van de Digital Services Act (DSA).
Apple is door de Europese Commissie aangewezen als poortwachter onder de DMA voor
verschillende kernplatformdiensten. De iOS-diensten van Apple vallen onder het toepassingsgebied
van de DMA en zijn door de Commissie aangewezen als kernplatformdienst in de categorie
besturingssysteem (artikel 2, tweede lid, onder f). Dit betekent dat Apple moet zorgen
voor effectieve naleving van de maatregelen in de DMA die van toepassing zijn op besturingssystemen,
zoals het verbod op het combineren van data of de interoperabiliteitsverplichtingen.
Op basis van artikel 5, tweede lid, van de DMA mag Apple bijvoorbeeld niet zonder
toestemming persoonsgegevens gebruiken in andere diensten die Apple afzonderlijk aanbiedt.
Onder de DMA zijn diensten die gebruikmaken van AI niet opgenomen als afzonderlijke
kernplatformdienst. Uit overweging 14 van de DMA volgt echter dat de definitie van
kernplatformdiensten voor de toepassing van deze verordening technologieneutraal is
en ook diensten omvat die langs verschillende wegen worden aangeboden. De onderliggende
technologie waar het besturingssysteem op leunt, kan op deze wijze dus ook onder het
toepassingsgebied van de DMA komen te vallen. Dat betekent echter niet dat de DMA
zich verzet tegen een integratie van AI op OS-niveau, mits Apple zich voor haar iOS-diensten
houdt aan de verplichtingen en verboden die volgen uit de DMA.
Onder de AI-verordening zijn aanbieders van AI-modellen voor algemene doeleinden met
ingang van 2 augustus 2025 verplicht om informatie en documentatie op te stellen,
up-to-date te houden en beschikbaar te stellen voor toezichthouders en aanbieders
die dat AI-model in hun AI-systemen willen integreren. De bedoeling is dat deze informatie
en documentatie inzicht geeft in de capaciteiten en beperkingen van het AI-model voor
algemene doeleinden en daarmee aanbieders verderop in de waardeketen die met dit model
verder bouwen aan specifiekere AI-modellen of -systemen in staat stelt aan hun verplichtingen
uit de AI-verordening te voldoen.
Als AI-modellen voor algemene doeleinden voor systeemrisico’s kunnen zorgen, dan moeten
ze volgens de AI-verordening aan extra eisen voldoen. Dit kan het geval zijn als er
zeer veel computerkracht gebruikt is bij het trainen van het model, maar ook het aantal
eindgebruikers kan een relevante factor zijn bij de beoordeling of een AI-model voor
systeemrisico’s kan zorgen. Modellen met systeemrisico’s moeten onder andere modelevaluaties
uitvoeren, risico’s beoordelen en beperken en zorgen voor een passend niveau van cybersecurity.
Ook moeten incidenten zo snel mogelijk gemeld worden bij het Europese AI-bureau, dat
toezicht houdt op deze modellen.
Vraag 8
Wat gaat u doen om de privacy van onze burgers te borgen?
Antwoord 8
De privacy van burgers binnen het digitale domein wordt op verschillende manieren
geborgd. Binnen de EU wordt het grondrecht op gegevensbescherming wettelijk beschermd
via de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Toezicht en handhaving op de
rechtmatigheid van gegevensverwerking in de publiek en private sector wordt in Nederland
gedaan door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
De AP is een onafhankelijke toezichthouder en heeft ruim mandaat en uitgebreide bevoegdheden
om te onderzoeken of partijen voldoen aan hun verplichtingen uit de AVG. Zo heeft
de AP als toezichthoudend autoriteit de bevoegdheid om organisaties te gelasten alle
informatie voor hun onderzoek te verstrekken (art. 58, AVG). Ook is de AP bevoegd
om sancties op te leggen als een organisatie de privacywetgeving overtreedt. Sancties
die de AP kan opleggen zijn: waarschuwingen, berispingen, last onder dwangsom, boetes
(maximaal 20 miljoen of 4% van de wereldwijde jaaromzet) of een verwerkingsverbod.
In de casus van Apple wordt het toezicht niet door de AP opgepakt, maar door de Ierse
privacyautoriteit. Het Europese hoofdkantoor van Apple is namelijk gevestigd in Cork,
Ierland. Dit houdt in dat, aangezien de hoofdvestiging zich in Ierland bevindt, de
leidende toezichthoudende autoriteit conform artikel 56 uit de AVG de Ierse toezichthouder
is. De Ierse toezichthouder heeft eenzelfde mandaat en bevoegdheden als de Nederlandse
AP en zij werken bij grensoverschrijdende gegevensverwerkingen nauw samen. Deze samenwerking
vindt plaats middels de European Data Protection Board (EDPB).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken -
Mede namens
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.