Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dobbe en Van Kent over het nieuws dat omwonenden van zware industrie structureel hogere zorgkosten hebben
Vragen van de leden Dobbe en Van Kent (beiden SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat omwonenden van zware industrie structureel hogere zorgkosten hebben (ingezonden 28 juni 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat), van Minister
Hermans (Klimaat en Groene Groei) en van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid,
Welzijn en Sport) (ontvangen 9 september 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het nieuws dat inwoners van gebieden met zware industrie jaarlijks
tot wel 315 euro meer dan gemiddeld kwijt zijn aan zorgkosten?1
Antwoord 1
Het is begrijpelijk dat de inwoners van deze gebieden erg kunnen schrikken van dit
artikel. Het idee dat wonen in de nabijheid van industrie zo veel verschil kan uitmaken
voor je gezondheid, is een naar idee en, voor de gemiddelde Nederlander gaat het niet
om kleine bedragen. Toch zijn er ook enkele opmerkingen te plaatsen bij het artikel.
Gezondheid wordt bepaald door een combinatie van persoonsgebonden factoren, leefstijl
en gewoonten en leef-, woon- en werkomgeving. Zie hiervoor de factsheet «Impactvolle
determinanten van gezondheid» van het RIVM2. De hogere zorgkosten zijn daarom, zoals het artikel zelf ook aangeeft, niet direct
te koppelen aan de industrie. Dat de industrie invloed kan hebben op de gezondheid
van omwonenden is echter wel bekend en blijkt onder andere uit het RIVM onderzoek
over Tata Steel3. Dat is voor het kabinet dan ook een aansporing om te werken aan het verder verbeteren
van de leefomgeving voor omwonenden van de industrie. Dit wordt onder andere gedaan
met de Actieagenda Industrie en Omwonenden die specifiek ten doel heeft om de gezondheid
van omwonenden van de industrie beter te beschermen4.
Vraag 2
Wat gaat u doen om een halt toe te roepen aan deze ziekmakende industrie en de omwonenden
hiervan beter te beschermen?
Antwoord 2
De Actieagenda Industrie en Omwonenden is specifiek opgezet om de gezondheid van omwonenden
beter te beschermen naar aanleiding van de aanbevelingen in het gelijknamige rapport
van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV). Uiteraard lopen er ook andere initiatieven.
Zo is het streven naar een gezonde leefomgeving bijvoorbeeld ook onderdeel van de
maatwerkafspraken bij het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) om de grote
industriële bedrijven sneller te laten verduurzamen en additionele CO2-reductie te bewerkstelligen. Verder wordt binnen het Impulsprogramma Chemische Stoffen
een impuls gegeven aan het chemische stoffenbeleid en de uitvoering daarvan, en wordt
in het kader van het interbestuurlijk programma versterking Vergunningverlening, Toezicht
en Handhaving-stelsel (IBP VTH) het VTH-stelsel versterkt. Ook provincies en gemeenten
dragen bij aan het verbeteren van de leefomgeving bij bedrijven door het uitvoeren
van hun vergunningverlenings-, toezichts- en handhavingstaken. Verder is een gezonde
fysieke leefomgeving onderdeel van de beleidsagenda Health in all Policies die voor het einde van het jaar naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.
Vraag 3
Hoe wordt de aanpak van vervuilende industrie verwerkt in de aanpak van sociaaleconomische
gezondheidsverschillen?
Antwoord 3
Voor het bevorderen van gezondheid kijkt het kabinet breed naar mogelijke oorzaken.
Mensen met een lager inkomen en een lagere opleiding leven gemiddeld korter en minder
lang in goede gezondheid. Daar zijn verschillende oorzaken voor, zoals schulden, een
ongezondere leefstijl en een ongezondere leefomgeving. Vaak gaat het bij gezondheidsachterstanden
om een stapeling van meerdere oorzaken. Om die reden bevordert het kabinet Health in all Policies zodat er ook aandacht is voor gezondheid en gezondheidsverschillen op andere beleidsterreinen
dan volksgezondheid, zoals ruimtelijke ordening, bestaanszekerheid en milieubeleid.
Vraag 4
Verrast het u dat de zorgkosten bij omwonenden van industrie zeven procent hoger zijn
dan gemiddeld?
Antwoord 4
Ja en nee. Wij hadden deze vergelijking niet eerder gezien, maar wij wisten wel dat
zorgkosten verschillen tussen gemeenten en regio’s. Zoals aangegeven in het antwoord
op vraag 3 kan dit verschillende oorzaken hebben.
Vraag 5
Welke lessen heeft u getrokken uit het onderzoek «Industrie en omwonenden»5 en hoe zijn deze volgens u van toepassing op de 13 gebieden uit het RTL-onderzoek?
Antwoord 5
Uit het OVV-rapport blijkt dat overheden er op basis van de huidige (milieu)wetgeving via het bestaande stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving
in de praktijk nog onvoldoende in slagen om de gezondheid van omwonenden te beschermen.
De OVV heeft een aantal aanbevelingen gedaan die zijn gericht op de bedrijven zelf,
decentrale overheden en het Rijk. In de Kabinetsreactie op het rapport6 en in de Actieagenda Industrie en Omwonenden die op 15 maart is toegezonden aan uw
Kamer, heeft het Kabinet aangegeven hoe de aanbevelingen van de Onderzoeksraad worden
opgevolgd7.
Vraag 6
Kunt u de reeds beschikbare informatie over de volksgezondheid in de betreffende gebieden
delen met de Kamer en daarbij aangeven in hoeverre deze afwijkt van het landelijk
gemiddelde?
Antwoord 6
Er is heel veel informatie beschikbaar over gezondheid en zorgkosten in Nederland,
maar niet specifiek over de gebieden die RTL Nieuws gebruikt heeft voor haar onderzoek.
Op de Volksgezondheid en Zorg Info-website (www.vzinfo.nl) kan voor allerlei gezondheidsaspecten en zorgkosten worden teruggevonden hoe gemeenten
of GGD-regio’s daar relatief op scoren. Bijvoorbeeld de gemiddelde ervaren gezondheid,
sterfte aan hart- en vaatziekten en het voorkomen van astma en kanker. Op deze website
staat ook informatie per gemeente over onder andere luchtverontreiniging en geluidsoverlast.
Meer informatie hierover staat ook in de Atlas Leefomgeving (www.atlasleefomgeving.nl). Specifiek voor kanker heeft het Instituut voor Kankeronderzoek Nederland (IKNL)
overigens ook de Kankeratlas (www.kankeratlas.nl) gelanceerd waarmee op driecijferig postcodeniveau en per kankersoort teruggevonden
kan worden hoeveel kanker daar gediagnosticeerd wordt.
Vraag 7
Bent u bereid om snel breed gezondheidsonderzoek te starten onder omwonenden van deze
dertien industriële zones?Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u hier de Onderzoeksraad
voor Veiligheid (OvV), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en
de Gezondheidsraad (Gr) bij betrekken?
Antwoord 7
Er is naar aanleiding van het eerder gepubliceerde OVV-rapport al het nodige in gang
gezet. Het RIVM is op verschillende manieren bij de Actieagenda Industrie en Omwonenden
betrokken. Een dergelijk onderzoek is reeds uitgevoerd voor het gebied rondom Tata
Steel8.
De Actieagenda kondigt een verkenning aan naar de behoeften en mogelijkheden van gezondheidsonderzoek
bij Chemours en rond de Westerschelde en een vergelijkbaar onderzoek bij het bedrijfscluster
Chemelot door het RIVM. Die verkenningen moeten beter inzicht geven in de mogelijkheden
om vragen van omwonenden met betrekking tot hun gezondheid te beantwoorden. De resultaten
van de verkenningen bij Chemours en de Westerschelde, en Chemelot worden verwacht
in het najaar, respectievelijk volgend jaar. Hiernaast wordt door het Ministerie van
IenW in samenwerking met het Ministerie van VWS onderzocht wat de mogelijkheden zijn
om gezondheid een meer volwaardige plaats te geven bij beslissingen van de overheid,
bijvoorbeeld bij het verlenen van vergunningen in het kader van de omgevingswet.
In dit kader is als eerste stap aan het RIVM gevraagd om een methodologie te ontwikkelen
voor een GezondheidsEffectRapportage (GER) voor Tata Steel naar aanleiding van de
discussie met de Kamer over het advies van de Expertgroep IJmond.9
Ook wordt het instrument van de GER als mogelijkheid voor het kunnen meewegen van
gezondheid in vergunningverlening onder de omgevingswet onderzocht, in lijn met de
hierover aangenomen motie van het lid Gabriëls.10
Hierbij wordt echter nog niet specifiek naar zorgkosten gekeken. Naar aanleiding van
de berichtgeving van RTL is inmiddels aan het onderzoeksbureau gevraagd om in de mogelijkheden
voor het meewegen van gezondheid in vergunningverlening onder de Omgevingswet ook
een methode voor het meewegen van gezondheidskosten uit te werken. Op deze manier
kunnen bevoegde gezagen mogelijk met behulp van een eenduidige onderzoeksmethode de
gezondheidseffecten- en kosten in kaart brengen.
Vraag 8
Kunt u samen met de betreffende gemeenten werken aan een plan om bewoners beter te
beschermen tegen uitstoot en overlast afkomstig van deze industrie?
Antwoord 8
In de Actieagenda Industrie en Omwonenden die in maart 2024 naar de Kamer is gestuurd,
heeft het Kabinet aangeven hoe zij wil werken aan een betere bescherming van de gezondheid
van omwonenden van industrie. Daarvoor werkt de rijksoverheid onder andere samen met
onder andere provincies, gemeenten en omgevingsdiensten, gegeven hun verantwoordelijkheid
binnen het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Vraag 9
Hoe gaat u de industrie dwingen om omgevingshinder te verkleinen en productieprocessen
te verduurzamen?
Antwoord 9
Hiervoor wordt een aantal opties verkend in de Actieagenda Industrie en Omwonenden.
Zo worden momenteel beleidsopties in kaart gebracht om financiële prikkels in te zetten
ter vermindering van luchtvervuilende uitstoot; de invoering van Europese luchtkwaliteitsnormen
voor een gezondere lucht te versnellen; en de mogelijkheid om Best Beschikbare technieken
in algemene regels te implementeren.
Maar daarnaast lopen er veel trajecten om de industrie te laten verduurzamen in Nederland.
Bedrijven moeten hun CO2-uitstoot verminderen vanuit Europa (middels het EU-ETS) en vanuit de Nederlandse
CO2-heffing. Ook zijn de Staatssecretaris van IenW en de Minister van KGG in het kader
van de maatwerkafspraken met bedrijven in gesprek om de grootste industriële uitstoters
sneller te laten verduurzamen. Een onderdeel hiervan is het verbeteren van de leefomgeving.
Tevens is recent de EU Richtlijn Industriële Emissies herzien. Hierin zijn aangescherpte
eisen opgenomen voor industriële installaties.
Vraag 10
Hoe gaat u ervoor zorgen dat aantoonbaar vervuilende bedrijven bijdragen aan de hogere
zorgkosten van omwonenden?
Antwoord 10
De financiering van zorgkosten in Nederland is georganiseerd via premies (nominale
Zvw-premie, inkomensafhankelijke bijdrage Zvw- en Wlz-premie), belastingmiddelen vanuit
de begroting (rijksbijdrage voor de financiering van de verzekering voor jongeren
onder de 18 jaar, bijdragen in de kosten van Kortingen (BIKK) en rijksbijdrage Wlz),
de eigen betalingen in de Zvw en de eigen bijdragen in de Wlz. Er is begrip voor de
wens om bedrijven verantwoordelijkheid te laten nemen, indien ze schade aanrichten.
Echter, het idee om specifieke partijen een extra bijdrage te laten betalen in het
zorgstelsel past niet in het solidaire systeem dat er nu is. Het is niet gewenst bedrijven
afzonderlijk bij te laten dragen aan zorgkosten van omwonenden via het zorgstelsel.
Daarnaast toont het RTL artikel, zoals aangegeven in vraag 1, geen directe koppeling
tussen hogere zorgkosten en de industrie. In de Actieagenda Industrie en Omwonenden
is wel opgenomen dat het Rijk nader onderzoek gaat doen doen naar de effectiviteit
en wenselijkheid van combinaties van financiële instrumenten om zowel de uitstoot
te verlagen als bedrijven te behouden, bijvoorbeeld door maatwerkafspraken of beprijzing
van emissies.
Vraag 11
Zijn de bestaande meetnetwerken voor bijvoorbeeld Luchtkwaliteit uitgebreid en geavanceerd
genoeg om alle zones met zware industrie te controleren en de mogelijke gezondheidseffecten
in kaart te brengen?11
Antwoord 11
Het huidige stelsel van luchtmetingen, gecombineerd met modelleringen is geschikt
om grootschalige concentraties van bepaalde componenten zoals fijnstof en stikstofoxiden
op een relatief nauwkeurige schaal te bepalen. Ten aanzien van specifieke emissies
van industriegebieden en de controle van de uitstoot van de industrie zijn er mogelijkheden
tot verbetering van het meten van emissies en de bijbehorende gezondheidseffecten.
In de Actieagenda Industrie en Omwonenden, onder de actielijn «Meten en Weten» zijn
verschillende onderzoeken naar de mogelijkheid om dit te doen aangekondigd.
Vraag 12
Is het gebruikelijk dat provincies externe deskundigen nodig hebben om de luchtkwaliteit
bij hun grootste industrieconcentraties te meten, zoals het geval was bij Delfzijl?12
Antwoord 12
Ja. Niet alle provincies beschikken over de benodigde specialistische kennis om metingen
uit te voeren. Deze kennis is geconcentreerd bij de GGD-en, enkele omgevingsdiensten,
researchinstituten, en bij -diverse commerciële meetbureaus. Dit levert normaal gesproken
ook geen problemen op, omdat bedrijven zelf verantwoordelijk zijn om metingen uit
te (laten) voeren en hierover te rapporteren. Op het moment dat een provincie een
extra meting uit wil voeren, kan deze, zoals Delfzijl heeft gedaan, aanspraak doen
op externe deskundigen.
Vraag 13
Welke mogelijkheden ziet u om de bestaande meetnetwerken en het milieutoezicht verder
te versterken en wat heeft u daarvoor nodig?
Antwoord 13
Met de Actieagenda Industrie en Omwonenden wordt een aantal onderzoeken gestart die
hieraan kunnen bijdragen. Zo wordt gekeken naar het openbaar maken van milieu en meetgegevens,
het versterken van de informatiepositie van het bevoegd gezag en het intensiveren
van controlemetingen. Ook wordt een brede kennisagenda opgesteld. Op basis van de
uitkomsten van deze onderzoeken kunnen vervolgstappen worden bepaald.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.