Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dobbe, Piri en Teunissen over het opzeggen van het verdrag inzake clustermunitie door Litouwen
Vragen van de leden Dobbe (SP), Piri (GroenLinks-PvdA) en Teunissen (PvdD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het opzeggen van het verdrag inzake clustermunitie door Litouwen (ingezonden 24 juli 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 4 september 2024).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat Litouwen zich terug heeft getrokken uit het verdrag inzake
clustermunitie?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u de reactie hierop gezien van de internationale coalitie tegen clustermunitie?2 Deelt u de zorgen van deze coalitie?
Antwoord 2
Ja, het kabinet heeft kennisgenomen van de reactie. Als actief partij bij het Verdrag
inzake clustermunitie (CCM) deelt Nederland de zorgen van de coalitie en betreurt
het kabinet de keuze van Litouwen om zich terug te trekken uit het verdrag.
Vraag 3
Bent u bereid om, met spoed, contact op te nemen met Litouwen om erop aan te dringen
dat het land het besluit zich terug te trekken herziet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Voorop staat dat volgens artikel 20 van het CCM elke verdragspartij bij de uitoefening
van zijn nationale soevereiniteit het recht heeft het CCM op te zeggen. Op 18 juli
jl. heeft het parlement van Litouwen hiertoe een wetsvoorstel aangenomen. Deze wet
trad in werking op 26 juli, één dag nadat de wet was ondertekend door president Gitanas
Nausėda. Zodra de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties de akte van opzegging
van Litouwen ontvangt, begint een bedenktijd van zes maanden, waarna de opzegging
van kracht wordt.
Het kabinet heeft reeds contact gehad met Litouwse autoriteiten over het opzeggen
van het verdrag. Hierbij heeft Nederland zorgen geuit, Litouwen wijst van zijn kant
op de toenemende dreiging en geopolitieke omgeving waar Litouwen zich in bevindt.
Deze is het directe gevolg van de Russische agressie in Oekraïne. De Russische dreiging
is ook een zorg voor Nederland en het NAVO-bondgenootschap en is één van de redenen
waarom het kabinet investeert in de veiligheid van de regio, onder andere middels
deelname aan de NATO Enhanced Forward Presence missie in Litouwen.
Deze dreiging neemt echter niet weg dat de humanitaire overwegingen die ten grondslag
liggen aan het tot stand komen van het Verdrag inzake clustermunitie ongewijzigd zijn
en daarnaast dat een verdrag alleen effectief is als de verdragspartijen zich juist
ten tijde van toenemende veiligheidsdreigingen zich hier aan houden. In dat kader
is er met Litouwen in bilateraal en multilateraal verband gesproken over het Lausanne Action Plan van het verdrag dat elk mogelijk gebruik, ontwikkeling, productie, opslag en overdracht
van clustermunitie ontmoedigt. Hierbij is er bij Litouwen op aangedrongen alternatieve
manieren te onderzoeken om de nationale veiligheid te waarborgen en af te zien van
het opzeggen van het verdrag. Nederland zal als verdragspartij het belang van het
CCM blijven benadrukken, richting Litouwen en andere landen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.