Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over het bericht Ministerie stopte acht ton subsidie in verlieslijdend festival: 'Zeer kwalijk’
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Jeugd, Preventie en Sport) en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht Ministerie stopte acht ton subsidie in verlieslijdend festival: «Zeer kwalijk» (ingezonden 9 juli 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
3 september 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht Ministerie stopte acht ton subsidie in verlieslijdend
festival: «Zeer kwalijk»? Zo ja, wat is uw reactie hierop?1
Antwoord 1
Ja, hiermee ben ik bekend. Op 14 mei jl. is de Pasar Malam Besar B.V., de organisatie
achter de Tong Tong Fair failliet gegaan. Het festival, dat zou plaatsvinden vanaf
24 mei jl., ging om deze reden niet door. Het wegvallen van het grootste en oudste
Indische culturele festival van Nederland heeft veel teweeggebracht binnen de Indische
gemeenschap. Uit de reacties bleek dat het verlies van dit «Indisch erfgoed» door
velen betreurd wordt. De Tong Tong Fair was voor velen binnen de Indische gemeenschap
(en daarbuiten) van groot belang. Juist om deze reden en vanwege de nationale functie
van de Tong Tong Fair besloot toenmalig Staatssecretaris van VWS in 2020 de Tong Tong
Fair eenmalig financieel te ondersteunen met een bedrag van € 597.320, in het kader
van de middelen die vanaf 2020 voor een extra impuls aan het beleid van de collectieve
erkenning ter beschikking waren gekomen.2 Deze eenmalige subsidie was bestemd voor het toekomstbestendig maken van het festival
nadat het door Covid-19 niet uit de eerder ontstane financiële problemen wist te komen.
Het ging daarmee niet om een bedrag van € 800.000 zoals in het artikel wordt gesteld.
De financiering vond zoals gezegd plaats vanuit deze eenmalige extra impuls aan het
beleid van collectieve erkenning van de Indische, Molukse, Papoea en Chinees-Indonesische
gemeenschappen in Nederland. Het doel van deze extra impuls is het erfgoed van deze
gemeenschappen te verankeren in de Nederlandse samenleving en de kennis over deze
geschiedenis te vergroten. Het behoud van de Tong Tong Fair paste binnen dit beleid.
Helaas is het niet gelukt de Tong Tong Fair toekomstbestendig te maken. Wel zijn mede
door de subsidie van het Ministerie van VWS nog twee volgende edities mogelijk gemaakt.
Stichting Tong Tong Fair en Pasar Malam Besar B.V. (de subsidieontvangers) hebben
daarmee de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, uitgevoerd.
Vraag 2
Hoe kan het dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een subsidie
heeft toegekend aan de Tong Tong Fair terwijl er zowel juridische waarschuwingen waren
omtrent de staatssteunregels als een advies om geen subsidies te verstrekken voor
het aflossen van schulden?
Antwoord 2
Uit het oogpunt van zorgvuldigheid is de subsidieverlening aan de voorkant uitvoerig
op rechtmatigheid en doelmatigheid getoetst. Als de rijksoverheid subsidie verstrekt
mag geen sprake zijn van ongeoorloofde staatssteun. De subsidie aan Stichting Tong
Tong viel echter binnen de reikwijdte van artikel 53 lid 2 onder d van de Algemene
Groepsvrijstellingsverordening. Stichting Tong Tong verkeerde ten tijde van de subsidieverstrekking
niet in financiële moeilijkheden, dit gold enkel voor de Pasar Malam Besar B.V. Bovendien
was het met de Algemene Groepsvrijstellingsverordening onder voorwaarden ook mogelijk
een onderneming in financiële moeilijkheden te financieren, omdat sprake was van een
uitzonderingsgrond vanwege Covid-19. Daarnaast waren erop het gebied van staatssteun
geen andere belemmeringen. De onrechtmatigheid zat enkel in het feit dat het ritme
van de bevoorschotting van de subsidie niet in lijn was met de projectbehoeften/uitgaven
zoals omschreven in het projectplan. Dit was noodzakelijk om het festival te behouden.
Zie verder het antwoord op vraag 3.
Vraag 3
Waarom is besloten deze «financiële onrechtmatigheid» te accepteren zonder de benodigde
liquiditeitsprognose of fraudetoets uit te voeren, ondanks dat de Tong Tong Fair op
dat moment in ernstige liquiditeitsproblemen zat?
Antwoord 3
Om het doel van de subsidie te bereiken, te weten de overbrugging te realiseren om
via het vitaliteitsplan te werken aan het behoud van de Tong Tong Fair, heeft de toenmalig
Minister van VWS de afweging gemaakt om, in afwijking van de geldende procedures,
een groot deel van het subsidiebedrag in één keer aan de aanvrager te verstrekken
terwijl dit niet in lijn met de projectbehoeften was. Voor een dergelijke subsidieverstrekking
is het geen procedureel vereiste een fraudetoets uit te voeren. Het alternatief was
de betalingen gelijkmatig te verstrekken over het aantal maanden waarvoor subsidie
is verleend. In dat geval was de kans aanzienlijk dat de Tong Tong Fair in 2020 niet
aan de financiële verplichtingen had kunnen voldoen en destijds failliet was gegaan.
Er was overigens geen sprake van misbruik of oneigenlijk gebruik van de subsidie door
de gesubsidieerde instellingen.
Vraag 4
Waarom is de Kamer niet apart geïnformeerd over de toegekende subsidie aan de Tong
Tong Fair, noch over het risico en de consequenties van de toegekende staatssteun
aan een evenement met ernstige financiële problemen?
Antwoord 4
De Tweede Kamer is met de brief van 25 oktober 20203 geïnformeerd over de subsidie aan de Tong Tong Fair. Het accepteren van een onrechtmatigheid
behoort tot de bevoegdheid van bewindspersonen. De gebruikelijke route is om dit via
het jaarverslag van VWS te vermelden. Het bedrag was te klein om apart in het jaarverslag
van VWS te vermelden en is daarom meegenomen in de totaalcijfers. Voorts was geen
sprake van ongeoorloofde staatssteun (zie ook het antwoord op vraag 2 en 3).
Vraag 5
Waarom heeft de Tong Tong Fair hun handtekening moeten zetten en proactief naar voren
moeten werken, was dat omdat de subsidie anders niet verleend had kunnen worden?
Antwoord 5
Zonder nadere context is uw vraag mij niet geheel duidelijk. Ik vat daarom deze vraag
op als een vraag naar de voorwaarden van de subsidieverlening. De Tong Tong Fair heeft
zich tot het Ministerie van VWS gewend met het verzoek om financiering. Aan een subsidieverlening
zijn altijd voorwaarden verbonden. In dit geval is de Tong Tong Fair gevraagd een
vitaliteitsplan op te stellen, waarbij onder andere gekeken moest worden naar het
verminderen van de vaste lasten en gestreefd moest worden naar een gezonde financieringsmix.
Dit om te voorkomen dat de Tong Tong Fair in de toekomst weer in een financieel onzekere
situatie terecht zou komen.
Vraag 6
Bent u bereid om volledige transparantie te verschaffen over de besluitvorming, en
kan worden toegelicht waarom gekozen is voor steun aan de Tong Tong Fair en niet voor
steun aan de Indische oorlogsweduwen waarvan de backpay-kwestie nog altijd onafgehandeld
is?
Antwoord 6
Ja, dat ben ik. Met de beantwoording van deze vragen hoop ik duidelijk gemaakt te
hebben hoe het besluitvormingsproces is verlopen. Daarnaast loopt een aantal WOO-verzoeken
waarmee dit proces verder kan worden geopenbaard. Indertijd was het de verwachting
dat door deze steun de Tong Tong Fair zou kunnen voortbestaan. Helaas is dit de jaren
daarna niet het geval gebleken.
De financiering van de Tong Tong Fair valt binnen het beleid van collectieve erkenning
van de Indische, Molukse, Papoea en Chinees-Indonesische gemeenschappen. Dit beleid
staat los van de zogeheten Backpay-kwestie.
Vraag 7
Hoe rechtvaardigt het u de inzet van publieke middelen voor een festival dat al enige
jaren kampte met forse verliezen en een afnemend bezoekersaantal, in plaats van de
ondersteuning te richten op individuele uitkeringen, bijvoorbeeld in het kader van
backpay-kwesties?
Antwoord 7
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb toegelicht, was de subsidie aan de Tong Tong
Fair bedoeld om een voor de Indische gemeenschap belangrijk festival en erfgoed te
behouden. Ondanks dat dit uiteindelijk niet is gelukt, sta ik achter de keuze dat
hiertoe een poging is ondernomen. Zoals hierboven toegelicht staat de financiering
van de Tong Tong Fair los van de zogeheten Backpay-kwestie.
Vraag 8
Welke maatregelen worden genomen om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen,
zodat belastinggeld besteed wordt op een manier die recht doet aan de achterliggende
sociale en morele verplichtingen?
Antwoord 8
Aan de subsidieverlening is een uitgebreid en zorgvuldig proces voorafgegaan, conform
juridische en inhoudelijke maatstaven gekoppeld aan de Kaderwet en Kaderregeling OCW,
SZW en VWS-subsidies. De subsidieontvangers hebben de activiteiten waarvoor de subsidie
is verleend, uitgevoerd. Het subsidiebedrag is daarmee besteed conform de doelstelling
die aan de subsidieverlening verbonden was. Dat de inspanningen uiteindelijk niet
geleid hebben tot het toekomstbestendig maken van de Tong Tong Fair is spijtig, maar
doet niets af aan de inspanningen die zijn verricht om dit te bereiken. Ik zie dan
ook geen aanleiding om nadere maatregelen te treffen.
Vraag 9
Hoe gaat u om met de verontwaardiging die in de Indische gemeenschap leeft omtrent
de keuze om publieke middelen te investeren in een noodlijdend festival, en welke
compensatie of ondersteuning is voorzien voor de oorlogsweduwen die financieel in
de kou zijn blijven staan?
Antwoord 9
Er zijn geluiden binnen de Indische gemeenschap die kritisch stonden tegenover de
subsidie die aan de Tong Tong Fair is verstrekt. Tegelijkertijd klinkt ook waardering
voor het feit dat VWS heeft geprobeerd met een eenmalige subsidie de Tong Tong Fair,
als onderdeel van het Indisch erfgoed, toekomstbestendig te laten maken en daarmee
te behouden. Zoals hierboven toegelicht staat de financiering van de Tong Tong Fair
los van de zogeheten Backpay-kwestie.
Vraag 10
Klopt het dat het in de backpay regeling gaat om 557 weduwen en zo ja, waarom is er
tegen de Kamer altijd verteld dat deze aantallen onbekend waren?
Antwoord 10
Het is mij niet bekend waar het getal van 557 weduwen op gebaseerd is. Het Ministerie
van VWS en de Sociale Verzekeringsbank (SVB), die belast was met de uitvoering van
de Backpay-regeling, beschikken niet over een bestand of archief op basis waarvan
zij kunnen vaststellen hoeveel zogeheten Backpay-weduwen er zijn of waren.
Vraag 11 en 12
Waarom kunnen de weduwen niet ook de backpay krijgen? Bent u van plan om het vorige
kabinetsbesluit terug te draaien? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de meining dat het onrechtvaardig is dat deze kleine groep weduwen nog steeds
geen backpay hebben gehad? Zo ja, welk bedrag zou aan deze weduwen zijn uitgekeerd
als het vorige kabinet het gewoon had uitgevoerd?
Antwoord vraag 11 en 12
Op 5 september 2024 vindt een schriftelijk overleg plaats over de Backpay-kwestie.
In de beantwoording daarvan zal ik nader ingaan op het beleid dat dit kabinet zal
hanteren ten aanzien van individuele financiële regelingen in het kader van het zogenoemde
Indisch rechtsherstel na afloop van de Tweede Wereldoorlog en de Backpay-kwestie in
het bijzonder.
Vraag 13
Deelt u de mening dat deze groep Indische Nederlanders erkenning verdienen?
Antwoord 13
Via het beleid van de collectieve erkenning en de wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers
en oorlogsgetroffenen wordt de afgelopen jaren erkenning gegeven aan datgene dat de
Indische, Molukse, Papoea en Chinees-Indonesische gemeenschappen is overkomen tijdens
de Tweede Wereldoorlog, de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië en/of na hun overkomst
naar Nederland. In de laatste voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen
van 12 april 2024 is uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van dit beleid.4
Daarnaast is ook in het verleden via verschillende regelingen, zoals de «Wet Uitkering
Indische Geïnterneerden (UIG)» uit 1981, «Het Gebaar» uit 2000 en de «Backpay-regeling»
uit 2015 erkenning voor gegeven.
Vraag 14
Waarom worden WOO-verzoeken niet direct gehonoreerd door het ministerie? En waarom
worden belanghebbenden in de genoemde nota in handen van het AD als gevaar gezien?
Antwoord 14
De binnengekomen WOO-verzoeken over dit onderwerp worden volgens de normale procedures
afgehandeld.
Het is mij niet duidelijk waarop u doelt dat in de genoemde nota belanghebbenden als
gevaar worden gezien. In deze nota wordt een aantal voordelen en risico’s geschetst
om een goede afweging te kunnen maken om tot het besluit te komen al dan niet de financiële
onrechtmatigheid (vanwege het in één keer uitbetalen van de subsidie) te accepteren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.