Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op het lid Boswijk over de Ukraine Recovery Conference en de Oekraïense State Emergency Services
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Ukraine Recovery Conference en de Oekraïense State Emergency Services (ingezonden 6 augustus 2024).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) (ontvangen
30 augustus 2024)
Vraag 1
Klopt het dat Nederland zich tijdens de «Ukraine Recovery Conference» in Berlijn van
11–12 juni heeft aangesloten bij de «Alliance for Gender Responsive and Inclusive
Recovery in Ukraine»?1, 2
Antwoord 1
Ja. Samen met 14 andere landen, waaronder Oekraïne, Frankrijk, Duitsland, België,
het Verenigd Koninkrijk, de VS en Canada, 17 internationale organisaties, 24 NGO’s
en vier grote bedrijven heeft Nederland zich aangesloten bij deze alliantie.
De oorlog raakt iedereen en zeker ook vrouwen en meisjes hard: zij hebben te maken
met meer conflict-gerelateerd seksueel geweld en vormen de overgrote meerderheid van
de groep die humanitaire hulp nodig heeft. Vrouwen spelen daarnaast een cruciale rol
in het draaiende houden van de Oekraïense economie en maatschappij nu een significant
deel van de mannelijke beroepsbevolking zich aan het front bevindt.
Deze multi-stakeholder alliantie beoogt een herstel en wederopbouw van de Oekraïense
economie en maatschappij te stimuleren waarbij de noden van vrouwen en meisjes optimaal
worden geadresseerd en de potentie van vrouwen wordt ingezet.
Vraag 2
Hoe bent u voornemens om in het Nederlandse buitenlandbeleid het eerste uitgangspunt
van de bovengenoemde alliantie te waarborgen, te weten het vergroten van het aandeel
van financiering van projecten die gendergelijkheid en de bescherming van vrouwen
en meisjes verbeteren?
Antwoord 2
Ten aanzien van Oekraïne financiert Nederland diverse initiatieven die de positie
en gelijke rechten van vrouwen en meisjes verbeteren, zoals de Ukrainian Women Entrepreneurship hub. Dit is een trainingsprogramma voor Oekraïense vrouwelijke ondernemers georganiseerd
door een Nederlandse organisatie met ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO). Ook via het Matra-programma («maatschappelijke transformatie») steunt
Nederland een project dat Oekraïense vrouwelijke ondernemers traint en werkplekken
biedt.
Tevens heeft Nederland bijdrages gedaan aan humanitaire projecten van UNFPA en UNAIDS
in Oekraïne. Die projecten richten zich expliciet op de rechten van vrouwen en meisjes,
medische dienstverlening en de bescherming van vrouwen en meisjes. UNFPA zet in gebieden
rond de frontlinie bijvoorbeeld mobiele gynaecologische klinieken op om vrouwen en
meisjes essentiële medische zorg te bieden, biedt hulp aan overlevenden van conflict-gerelateerd
seksueel geweld en biedt seksuele en reproductieve gezondheidszorg. UNAIDS zorgt o.a.
voor onderdak en veilige plekken voor vrouwen en andere gemarginaliseerde groepen.
Binnen humanitaire actie is bescherming, waaronder van meisjes en vrouwen, een belangrijk
onderdeel. Nederland financiert humanitaire organisaties wereldwijd en geeft daarnaast
gerichte steun voor humanitaire actie specifiek in Oekraïne, te weten aan het Ukraine Humanitarian Fund en aan het International Committee of the Red Cross (ICRC). Humanitaire organisaties bepalen welke noden onder welke bevolkingsgroepen
het hoogst zijn. Daarbij worden ook de specifieke behoeftes van vrouwen en meisjes
actief onderzocht en aangepakt.
Vraag 3
Hoe bent u voornemens om in het Nederlandse buitenlandbeleid het tweede uitgangspunt
van de bovengenoemde alliantie te waarborgen, te weten het steunen van de volledige,
gelijke en volwaardige participatie van vrouwen en vrouwenrechtenorganisaties in besluitvorming
op alle niveaus, waaronder in het «Multi-Agency Donor Coordination Platform» en toekomstige
«Ukraine Recovery Conferences»?
Antwoord 3
Nederland stimuleert actief de volwaardige participatie van Oekraïense vrouwen en
vrouwenrechtenorganisaties in besluitvorming rondom vrede, veiligheid en wederopbouw
van Oekraïne door deze groepen financiële steun te bieden en frequent te consulteren
en door te bevorderen dat zij toegang krijgen tot besluitvormende organen.
Zo financiert Nederland onder andere het Ukrainian Women’s Fund, het grootste fonds dat vrouwenrechtenorganisaties in Oekraïne steunt. Ten behoeve
van wederzijdse kennisuitwisseling over thema’s als Vrouwen, Vrede en Veiligheid (WPS),
conflict-gerelateerd seksueel geweld en wederopbouw faciliteerde het Ministerie van
Buitenlandse Zaken meerdere bezoeken van het Ukrainian Women’s Fund aan Den Haag.
Nederland heeft ervoor gepleit te focussen op de rol van vrouwen en vrouwenrechtenorganisaties
in de wederopbouw van Oekraïne tijdens de Ukraine Recovery Conference in Berlijn op 11-12 juni 2024. Oekraïense vrouwenrechtenorganisaties gaven aan tevreden
te zijn met hun grote rol tijdens deze conferentie.
De leden van de alliantie zullen er tevens voor pleiten dat Oekraïense vrouwen en
vrouwenrechtenorganisaties volwaardig en effectief vertegenwoordigd zijn binnen het
Multi-Agency Donor Coordination Platform (MDCP) om bij te dragen aan de internationale inzet met betrekking tot de wederopbouw
van Oekraïne. Eind juni 2024 is de alliantie voor het eerst bijeen gekomen en op dit
moment wordt er verkend hoe de vertegenwoordiging van vrouwen(rechtenorganisaties)
het best vormgegeven kan worden binnen het MDCP.
Ook door Nederland gefinancierde humanitaire organisaties zorgen voor advisering door
vrouwenrechten- en belangenorganisaties over priorisering en aanpak. Zo steunt Nederland
sinds 2022 via meerdere bijdragen het Ukraine Humanitarian Fund, dat wordt begeleid door een adviesraad waarin ook maatschappelijke organisaties
vertegenwoordigd zijn. Meer dan 90% van de uitkeringen van dit fonds dragen bij aan
gelijke rechten voor vrouwen en meisjes in alle leeftijdsgroepen.
Vraag 4
Hoe bent u voornemens om in het Nederlandse buitenlandbeleid het derde uitgangspunt
van de bovengenoemde alliantie te waarborgen, te weten het geven van financiële en
technische steun aan Oekraïne met oog voor de specifieke noden van vrouwen en meisjes?
Antwoord 4
Gezien de oorlogssituatie in Oekraïne is de Nederlandse niet-militaire steun op dit
moment primair gefocust op het verlenen van brede humanitaire hulp en het draaiend
houden van de economie en de energie-infrastructuur. De steun op deze gebieden komt
alle Oekraïners ten goede, inclusief vrouwen en meisjes.
Daarnaast lopen er op dit moment verschillende projecten in Oekraïne die Nederland
financiert met oog voor de specifieke noden van vrouwen en meisjes zoals genoemd in
de beantwoording van vraag twee. Nederland draagt tevens via grotere internationale
projecten bij aan de specifieke noden van vrouwen en meisjes, bijvoorbeeld via het
Ukraine Relief, Recovery, Reconstruction and reform Trust Fund (URTF) van de Wereldbank. Via dit fonds worden bijvoorbeeld Oekraïense zorgverleners
getraind om steun te bieden aan overlevenden van conflict-gerelateerd seksueel geweld.
Voor humanitaire hulpverlening inventariseren de organisaties die Nederland steunt
de noden, waarbij zij onder meer gericht uitzoeken welke specifieke behoeften vrouwen
en meisjes hebben en of zij voldoende kans hebben om die behoeften te benoemen. De
responsplannen worden hierop aangepast.
De specifieke behoeften van vrouwen en meisjes worden ook ingebracht door Nederland
in discussies over priorisering bij zaken als humanitair ontmijnen. Zo is het van
belang keuzes voor als eerste te ontmijnen gebieden te baseren op financiële overwegingen
in samenhang met sociaal-maatschappelijke, waaronder belangen die in het huidige dagelijkse
leven in Oekraïne vooral bij vrouwen en meisjes berusten. Deze benadering zal ook
via de alliantie bepleit worden.
Vraag 5
Bent u bekend met de Oekraïense «State Emergency Services», waaronder burgers, vrijwillige
brandweermannen en politiemensen, die als eerste ter plekke zijn na een luchtaanval
om hulp te verlenen?
Antwoord 5
Ja. Diverse door Nederland medegefinancierde organisaties en fondsen werken direct
met de State Emergency Services of Ukraine (SESU) samen. Zo loopt een deel van de Nederlandse financiering voor humanitair ontmijnen
via het VN Ontwikkelingsprogramma (UNDP) en de SESU.
Vraag 6
Bent u ook bekend met de – grotendeels vrouwelijke – hulpverleners in deze emergency
respons teams die vaak met beperkte opleiding en middelen slachtoffers van eerste
hulp en van psychosociale steun voorzien?
Antwoord 6
Ja. De afgelopen jaren zijn de mentale noden in Oekraïne enorm gestegen en om op deze
noden in te gaan is ook basale, psychosociale eerste hulp door hulpverleners van groot
belang. Hiermee is in Oekraïne en elders in de wereld bij humanitaire actie veel ervaring
opgedaan. Mede dankzij Nederlandse inzet hebben al sinds 2014 diverse Oekraïense en
internationale organisaties als onderdeel van hun werk in Oekraïne ook psychosociale
steun geboden. Na de grootschalige invasie van februari 2022 is dat aanbod verder
toegenomen. Beschikbare richtlijnen en instrumenten op het gebied van geestelijke
en psychosociale steun werden snel toegankelijk gemaakt, in het Oekraïens, voor organisaties
die deze steun boden of wilden bieden. Onderdeel hiervan zijn ook trainingsmodules
en materialen om eerste hulpverleners, ook zonder gespecialiseerde achtergrond, in
staat te stellen basale psychosociale steun te bieden. Hiermee kan het bereik en de
snelheid van relatief eenvoudige vormen van mentale eerste hulp flink worden vergroot.
Vraag 7
Bent u bereid te kijken naar steun voor deze hulpverleners? Zo ja, welke steun zou
daarbij geleverd kunnen worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De Nederlandse inzet wereldwijd over de afgelopen jaren op integratie van geestelijke
en psychosociale steun in humanitaire actie heeft bijgedragen aan een humanitaire
en wederopbouw-respons in Oekraïne die oog heeft voor mentale en psychosociale noden,
zoals in het vorige antwoord geschetst.
Het kabinet onderschrijft ook het belang van het werk van SESU en andere hulpverleners
in Oekraïne. In hun werk moet inderdaad oog bestaan ook voor specifieke mentale noden.
Een belangrijk aspect is verder de (fysieke en) psychosociale veerkracht van de eerste
hulpverleners zelf.
Ook de Oekraïense autoriteiten onderkennen de snel toenemende geestelijke noden en
het belang van training en ondersteuning voor en door onder meer eerste hulpverleners.
Men ziet de noodzaak van uitbreiding en hervorming van de geestelijke gezondheidszorg,
om te komen tot toegankelijke mentale zorg die zoveel mogelijk is ingebed in de samenleving.
Dit is cruciaal met het oog op de langere termijn-behoeften die als gevolg van de
oorlog hoog zullen blijven. De Oekraïense overheid werkt hieraan met de Wereld Gezondheidsorganisatie
(WHO) en andere organisaties met expertise. Ook het Nederlandse kenniscentrum ARQ
International is hierbij betrokken. Een Nationaal Coördinatie Centrum van de Oekraïense
autoriteiten geeft richting en biedt, met een aantal betrokken ministeries, advies
en ondersteuning aan onder meer lokale autoriteiten en bijvoorbeeld onderdelen van
de SESU.
Omdat Nederland dit belangrijk vindt en hierop ervaring en een gedegen netwerk heeft
opgebouwd, steunt het deze inspanningen via de WHO middels een bijdrage van EUR 10 miljoen.
Deze steun komt – zoals hiervoor omschreven – ook het werk van de SESU op dit vlak
ten goede.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.