Schriftelijke vragen : Vrouwenrechten in Afghanistan
Vragen door de leden Van der Burg en Kamminga (beiden VVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over vrouwenrechten in Afghanistan (ingezonden 29 augustus 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de recente besluiten van de Taliban om vrouwenrechten verder
in te perken, onder andere door het verbannen van de stem van vrouwen in het openbaar?
Deelt u de mening dat deze grove schendingen van vrouwenrechten ontoelaatbaar zijn?
Vraag 2
Hoe kijkt u naar de door de Verenigde Naties (VN) voorgestelde routekaart voor Afghanistan
om o.a. voortgang te boeken op discussies over vrouwenrechten in het licht van de
verdere inperking van deze rechten?
Vraag 3
Vindt u dat het op dit moment ongewenst is om de relaties tussen de Taliban en de
internationale gemeenschap te normaliseren? Welke rol spelen vrouwenrechten in uw
overwegingen omtrent deze normalisering?
Vraag 4
Heeft u al contact opgenomen met collegaministers in de Europese Unie (EU) en andere
Westerse landen om te spreken over de recente ontwikkelingen omtrent vrouwenrechten
in Afghanistan? Zo ja, zijn er stappen tegen de Taliban besproken bijv. op het gebied
van sancties, reisbeperkingen en stoppen ontwikkelingsgelden?
Vraag 5
Tijdens de derde internationale Doha-conferentie over de ontwikkeling van Afghanistan
wilde de Taliban het niet over vrouwenrechten hebben, Afghaanse vrouwen waren ook
niet uitgenodigd, deelt u de mening dat dit gebrek aan discussie zorgelijk is? Hoe
gaat u zich er bij de aangewezen VN-gezant voor inzetten dat vrouwenrechten en Afghaanse
vrouwen wel betrokken worden in het door het VN-geleide proces voor de ontwikkeling
van Afghanistan?
Vraag 6
Herkent u de signalen dat Talibanleden en/of diens familie nog steeds vrij door Europa
reizen?
Vraag 7
Hoe zet Nederland zich in, na het incident met de Talibanvertegenwoordiger eind 2023
die een Nederlands visum kreeg voor een Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)-bijeenkomst,
om Talibanleden en hun familie niet door Nederland en de EU te laten reizen?
Vraag 8
Ziet u het als wenselijk om Talibanleden helemaal de toegang tot de EU te ontzeggen?
Zo ja, wat zou hiervoor nodig zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Herkent u de signalen dat kinderen, waaronder dochters, van Talibanleden nog steeds
in Europa studeren? Bent u het ermee eens dat dit onwenselijk is aangezien de Taliban
meisjes en vrouwen in Afghanistan onderwijs verbiedt?
Vraag 10
Kunt u een overzicht geven van de nood – en ontwikkelingsgelden die door Nederland
en door de EU worden overgemaakt naar Afghanistan? Herkent u de signalen dat deze
gelden vaak misbruikt worden door Talibanleden?
Vraag 11
Hoe zet Nederland zich op dit moment in om misbruik van nood- en ontwikkelingsgelden
in Afghanistan door de Taliban tegen te gaan?
Vraag 12
Hoe kijkt u naar het opleggen van maatstaven voor nood- en ontwikkelingsgelden aan
Afghanistan die niet via humanitaire organisaties of grassroots organisaties lopen
om misbruik tegen te gaan?
Vraag 13
Hoe staat u tegenover een volledige stop van Nederlandse en Europese nood- en ontwikkelingsgelden
aan Afghanistan indien de Taliban blijvend meisjes en vrouwen onderwijs wil verbieden?
Indieners
-
Gericht aan
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Gericht aan
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Eric van der Burg, Kamerlid -
Medeindiener
Roelien Kamminga, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.