Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over rekeninggluren over “rekeninggluren door medewerkers van de Bunq-bank” naar aanleiding van het krantenbericht van de NRC van 26 juni 2024
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Financiën over rekeninggluren (ingezonden 28 juni 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 29 augustus 2024)
Vraag 1
Bent u bekend met het NRC-artikel «Bunq-werknemers keken stiekem in klantrekeningen:
«Het was te verleidelijk»»1?
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het bekijken van gegevens van klanten van banken, zonder
daar toestemming of een gegronde reden voor te hebben, een schending van de privacy
is?
Antwoord 2
Bankgegevens bevatten veel persoonlijke informatie van klanten. Daar moeten banken
zeer zorgvuldig mee omgaan. Gegevens van klanten zouden niet ongehinderd door iedere
bankmedewerker moeten kunnen worden ingezien zonder goede reden. Ik ga er dan ook
vanuit dat Bunq dit tot de bodem uitzoekt en indien nodig actie onderneemt.
Vraag 3, 4, 5 en 6
Herkent u het beeld dat Bunq-bank verzaakt?
Herkent u het beeld dat rekeninggluren bij Bunq-bank wijdverspreid is, dat privacyschendingen
geen prioriteit hebben en waarschuwingen hierover zijn genegeerd door de top?
Wat vindt u ervan dat de situatie al sinds 2022 bekend is bij de bank en dat de situatie
nog steeds bestaat? Wat vindt u ervan dat het monitoren van de inzage van gegevens
gewoon mogelijk was, maar dat dit niet is gebeurd?
Deelt u de opvatting dat Bunq-bank zelf ook een verantwoordelijkheid heeft, in plaats
van deze te leggen bij de individuele medewerkers?
Antwoord 3, 4, 5 en 6
Ik kan niet ingaan op de exacte omstandigheden van individuele gevallen. Het is aan
de onafhankelijke toezichthouder om te beoordelen of een bank aan haar wettelijke
verplichtingen voldoet, en als dat niet zo is, om daar op te handhaven. Wel kan ik
in het algemeen aangeven dat zowel banken als bankiers op grond van op hen rustende
wettelijke verplichtingen de verantwoordelijkheid hebben om rekeninggluren te voorkomen,
dan wel na te laten.
Banken zijn op grond van de privacywetgeving en het Besluit prudentiële regels Wft
verplicht om, onder andere, veiligheidssystemen in te richten om dit soort privacyschendingen
door werknemers te voorkomen. Deze organisatorische verplichtingen volgen uit het
Besluit prudentiële regels Wft, op grond van de artikelen 3:10 en 3:17 Wet op het
financieel toezicht (Wft). Betaalgegevens zijn daarnaast persoonsgegevens in de zin
van artikel 4, eerste lid, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en
deze persoonsgegevens worden door Bunq in het kader van hun dagelijkse bedrijfsvoering
verwerkt. Bij het verwerken van persoonsgegevens dienen een aantal beginselen, zoals
doelbinding en integriteit en vertrouwelijkheid, in acht te worden genomen (zie artikel
5 AVG). Een instelling dient dus passende technische of organisatorische maatregelen
te nemen om de bankgegevens op een dusdanige manier te verwerken dat een passende
beveiliging ervan gewaarborgd is en dat de bankgegevens voldoende beschermd zijn tegen
ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking.
Daarnaast hebben banken vaak ook een eigen gedragscode, die voorschrijft dat medewerkers
persoonlijke informatie met de grootste zorgvuldigheid en in overeenstemming met de
privacywetten behandelen. Ik heb begrepen dat Bunq over een dergelijke gedragscode
beschikt. Tot slot is elke bank wettelijk verplicht ervoor te zorgen dat al hun medewerkers
de bankierseed of -belofte afleggen en zich onderwerpen aan tuchtrecht. Met de bankierseed
of -belofte verklaren medewerkers van banken om hun werkzaamheden integer en zorgvuldig
uit te oefenen, waarbij ze de belangen van de klant centraal stellen. Als er aanwijzingen
zijn dat medewerkers van banken handelen tegen de eigen gedragscode of de bankierseed
of -belofte, dan kan iedereen een melding doen bij de Stichting Tuchtrecht Banken
(STB). Daarnaast ziet De Nederlandsche Bank (DNB) erop toe dat banken hun systemen
zorgvuldig inrichten en dat banken ervoor zorgen dat al hun medewerkers de bankierseed
of -belofte afleggen en zich onderwerpen aan tuchtrecht. Indien nodig kan DNB maatregelen
treffen.
Bunq heeft in gesprekken met mijn ministerie aangegeven dit probleem serieus aan te
pakken. DNB staat daarnaast ook in contact met Bunq. Ook heeft de STB Bunq om opheldering
gevraagd.2
Vraag 7, 8, 9 10 en 11
Wat gaat u, samen met de toezichthouders (DNB en de Autoriteit Persoonsgegevens),
doen om te voorkomen dat dit nog een keer kan gebeuren?
Kunt u bij antwoord 7 de maatregelen betrekken die in het NRC-artikel worden genoemd,
namelijk het hanteren van strikte interne veiligheidssystemen, het registreren van
wat werknemers aan privacygevoelige klantgegevens inzien, het hanteren van het principe
«zero trust and the principle of least privilege» en het toegang geven aan zo min
mogelijk werknemers tot een zo klein mogelijk aantal klantgegevens?
Welke andere maatregelen zijn mogelijk en wilt u, samen met de toezichthouder, inzetten
of verplicht stellen? Wat kan er bijvoorbeeld geleerd worden van andere sectoren,
zoals de zorgsector, waar in het verleden een vergelijkbare situatie speelde.
Deelt u de opvatting dat er snel verbetering moet plaatsvinden?
Welke maatregelen gaat u of de toezichthouder nemen als de situatie niet verbetert?
Op welk moment wordt er ingegrepen?
Antwoord 7, 8, 9 10 en 11
DNB is wettelijk verplicht tot geheimhouding over de vertrouwelijke gegevens die zij
in het kader van haar toezichttaak ontvangt en verwerkt. Over specifieke instellingen
kan zij daarom geen uitspraken doen. Voorts is DNB onafhankelijk, gaat zij over haar
eigen handhavingsbeleid en beoordeelt zij een individuele casus onafhankelijk en zonder
politieke inmenging.
DNB heeft wel aangegeven dat zij in algemene zin het van groot belang vindt dat integriteits-
en zorgvuldigheidsnormen worden nageleefd.
DNB hanteert een risicogebaseerde aanpak en betrekt onder meer incidentmeldingen en
andere signalen bij haar prioriteitstelling. Om vast te stellen of een bank voldoet
aan de genoemde Wft-vereisten wordt enerzijds nagegaan of de compliance-functie en de audit-functie van de bank controleren dat de regelingen worden nageleefd. Anderzijds wordt
door DNB via uitvragen en/of onderzoek ter plaatse nagegaan of de regelingen worden
nageleefd. Indien DNB vaststelt dat de Wft-vereisten onvoldoende door een bank worden
nageleefd, zal DNB handhavende maatregelen overwegen met inachtneming van het eigen
handhavingsbeleid.
Zowel DNB als de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houden toezicht op het zorgvuldig
omgaan met persoonsgegevens door banken en beschikken over voldoende bevoegdheden
om handhavend op te treden indien zij dit constateren. Daarnaast heeft de AP in dit
verband een melding ontvangen van Bunq over een mogelijk datalek.3 Het is vervolgens aan de AP om de melding te beoordelen en al dan niet een onderzoek
te starten.
Zoals ik in mijn antwoord op deze vragen en mijn antwoord 4, 5 en 6 heb uiteengezet
bestaat er een helder wettelijk kader om rekeninggluren te voorkomen en, in voorkomende
gevallen, te handhaven dan wel sanctioneren, zowel bij de bank waar dit gebeurt als
bij de individuele bankier die zich hier schuldig aan maakt. Daarnaast is er voldoende
toezicht op de naleving van dit kader en beschikken de toezichthouders over een handhavingsinstrumentarium
om in te grijpen indien dat nodig is. Tot slot ga ik ervanuit dat de signalen uit
het NRC-artikel serieus worden genomen en de aandacht hebben van betrokken partijen.
Ik heb daarom geen aanleiding te veronderstellen dat aanvullende maatregelen nodig
zijn op dit vlak.
Vraag 12
Zijn er andere banken met dezelfde problematiek? Wat gaat u eraan doen om dit in kaart
te brengen?
Antwoord 12
Uit de openbaar te raadplegen uitspraken van de STB blijkt dat enkele zaken per jaar
over rekeninggluren aan de STB worden voorgelegd en dat in de betreffende zaken sancties
worden opgelegd, zoals een beroepsverbod.4 Mede gelet hierop en het toezicht van DNB op de bedrijfsvoering van banken zie ik
geen aanleiding voor het nader in kaart brengen hiervan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.