Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen over de periode januari - april 2024 (Kamerstuk 31066-1390)
31 066 Belastingdienst
Nr. 1422
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 29 augustus 2024
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris
van Financiën over de brief van 31 mei 2024 inzake de Voortgangsrapportage hersteloperatie
toeslagen over de periode januari – april 2024 (Kamerstuk 31 066, nr. 1390).
De Staatssecretaris van Financiën heeft deze vragen beantwoord bij brief van 29 augustus
2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
Adjunct-griffier van de commissie, Meijerink
1
Wordt een nog verdere toename van het aantal aanmeldingen verwacht vanwege een verschoonbare
termijnovertreding?
Antwoord:
Het aantal aanmeldingen (inclusief de verschoonbare termijnoverschrijding) is 69.026
per 19 juli 2024. Voor 259 verzoeken wordt nog beoordeeld of overschrijding van de
aanmeldtermijn verschoonbaar is. Ouders kunnen altijd een beroep doen op een verschoonbare
termijnoverschrijding. De kans van slagen op een succesvol beroep neemt met de tijd
verder af.
2
Hoe groot is de verwachte doorstroom van personeel bij de UHT van de eerste toets
naar de integrale beoordeling en wat is de verwachte toename van het aantal beoordeelde
integrale beoordelingen hierdoor?
Antwoord:
De doorstroom van personeel vindt al anderhalf jaar geleidelijk plaats en is grotendeels
gereed. De extra werkstroom bij de integrale beoordeling waar deze medewerkers worden
ingezet is onderdeel van het pakket aan maatregelen waarmee een versnelling in het
aantal gedane integrale beoordelingen is gerealiseerd. In de planning voor integrale
beoordeling, zoals opgenomen in de laatste Voortgangsrapportage, is dit ook al verwerkt.
3
Kunt u een nadere duiding geven van de samenstelling van de categorie «2c. overige
aanvragers die afzien van beoordeling»?
Antwoord:
Dit betreft afmeldingen waar geheel wordt afgezien van beoordeling. Er is bij deze
afmeldingen geen uitkomst van de eerste toets. Voorbeelden van situaties waarin dit
kan voorkomen zijn aanmeldingen die bedoeld zijn voor een andere regeling of als de
aanmelding door de toeslagpartner is gedaan in plaats van de ouder die de kinderopvangtoeslag
had aangevraagd.
4
De Voortgangsrapportage geeft aan dat het huidige doorstroompercentage van ouders
die na de integrale beoordeling kiezen voor een aanvullende schaderoute ongeveer 25
procent bedraagt. Is de verwachting dat dit percentage in de toekomst omhoog zal gaan
en zo ja, kunt u daar een duiding bij geven?
Antwoord:
Voor het doorstroompercentage van ouders die na de integrale beoordeling kiezen voor
een aanvullende schaderoute wordt rekening gehouden met meerdere scenario’s, met aan
de ene kant het huidige percentage van 25 procent en aan de andere kant maximaal alle
ouders die recht hebben op een beoordeling.
Op 26 juni jl. is een nota van wijziging (NvW) op de 1e suppletoire begroting van Financiën ingediend. In de raming van deze NvW is rekening
gehouden met een totaal van 31.500 ouders die kiezen voor één van de mogelijke schaderoutes.
5
Hoe kan het lagere aantal beschikkingen bij de CWS in het afgelopen kwartaal ten opzichte
van het kwartaal daarvoor worden verklaard?
Antwoord:
CWS heeft vanaf het begin van dit jaar een transitie ingezet, om de productiecapaciteit
te vergroten, ouders meer empathisch te bejegenen en achterstanden in te lopen. In
april van dit jaar heeft CWS daarvoor een plan van aanpak opgeleverd. Uw Kamer is
over deze transitie geïnformeerd per brief van 31 mei jl.1 Daarbij is ook het plan van aanpak van CWS met uw Kamer gedeeld. Het vernieuwde schadekader
is op 1 juli jl. door CWS op haar website is gepubliceerd.
Deze grootschalige transitie heeft de productie in de eerste vier maanden van dit
jaar beïnvloed. De transitie was echter noodzakelijk om in de toekomst versnelling
te kunnen boeken bij het adviseren over werkelijke schadeverzoeken. De transitie heeft
ook nog gevolgen op de productie in de huidige periode. Hoewel alle wijzigingen nu
zijn doorgevoerd, zal de verhoogde productie nog niet goed zichtbaar zijn, vanwege
productieverlies aan het begin van dit jaar. CWS verwacht echter dat met de wijzigingen
die de afgelopen periode zijn doorgevoerd, het aantal adviezen dat per week kan worden
afgegeven zal stijgen naar 15.
6
Wat is de verwachting van het aantal aanmeldingen voor de Regieroute VSO als deze
verder wordt opgeschaald, ook in relatie tot de SGH-route?
Antwoord:
Als de geplande opschaling van de Regieroute wordt gerealiseerd, zal de behandelcapaciteit
stijgen naar uiteindelijk circa 300–400 dossiers op jaarbasis. Voor 2025 zal dit meer
in de buurt van 300 dossiers zijn, en vanaf 2026 meer richting 400 dossiers. Wordt
de Regieroute nog verder opgeschaald, is de inschatting dat mogelijk tot 500 dossiers
per jaar kunnen worden behandeld. Deze prognose is in de brief van 31 mei jl. met
uw Kamer gedeeld.2 Toegang tot de Regieroute is op dit moment voor ouders op uitnodiging, maar in toekomst
wil het kabinet deze route opstellen voor alle ouders die hierin zijn geïnteresseerd.
7
De Voortgangsrapportage geeft aan dat 52 procent van de bezwaren ongegrond is, kunnen
hieruit lessen worden getrokken om deze vroegtijdig te signaleren of te voorkomen?
Antwoord:
Ouders maken om uiteenlopende redenen bezwaar, bijvoorbeeld omdat zij zich niet voldoende
geïnformeerd voelen of zich niet (volledig) kunnen vinden in de uitkomst van de beoordeling
of het bedrag dat zij krijgen of omdat zij de berekening niet begrijpen.
Er zijn mede naar aanleiding van ervaringen in bezwaar verschillende maatregelen genomen
om ouders beter mee te nemen in de integrale beoordeling, bijvoorbeeld door eerder
en beter informatie te delen.
Ook worden ervaringen uit de afdeling bezwaar worden besproken met de collega's die
contact met de ouders hebben.
Daarnaast zijn PZB-ers getraind om de compensatieberekening, een belangrijk onderdeel
van de beschikking, beter uit te leggen.
Tevens worden maatregelen ingezet voor het samenstellen en verstrekken van ouderdossiers.
De komende periode wordt de informatievoorziening rond de compensatieberekening uitgebreid,
zowel op de website als richting ouders en advocaten (zoals ook opgenomen in paragraaf
1.4 van de laatste Voortgangsrapportage). Ook wordt in de zienswijzeperiode ingezet
op het intensiever doorvragen aan de ouder als deze vragen heeft naar aanleiding van
de beschikking. Dit om onnodige bezwaarprocedures te voorkomen en als het toch nodig
is, ouders eventueel naar het juiste loket binnen UHT te begeleiden. Dat hoeft niet
per se het bezwaarloket te zijn.
8
Hoe vaak komt het voor dat ouders/gemachtigden aangeven geen behoefte te hebben aan
een gesprek met de UHT en om welke redenen?
Antwoord:
Circa 10–15% van de ouders/gemachtigden ziet bij bezwaren over de integrale beoordeling
en werkelijke schade af van een gesprek. Bij de bezwaren eerste toets en overige regelingen
is dit hoger (60–68%).
In een overgrote meerderheid blijven de redenen waarom ouders/ gemachtigden niet met
UHT in gesprek gaan onbekend. Een grote meerderheid van de ouders wordt in bezwaar
vertegenwoordigd door een gemachtigde. Ook is onbekend of het een keuze van een ouder
is of deze namens ouder door een gemachtigde wordt gemaakt. In veel gevallen wordt
de uitnodiging voor een ambtelijk hoorgesprek door een gemachtigde ongemotiveerd afgewezen
of onbeantwoord gelaten. Er zijn ook gemachtigden die voor al hun cliënten uitsluitend
schriftelijk contact willen met UHT. Het komt verder voor dat ouders/gemachtigden
aangeven het bezwaar enkel te willen bespreken in een hoorgesprek bij de Bezwaarschriftenadviescommisie
(BAC).
Uit signalen van ouders en gemachtigden maakt UHT op dat een ambtelijk hoorgesprek
doorgaans positief wordt gewaardeerd.
9
Zijn er nog andere maatregelen behalve het afdoen van bezwaren middels een schikkingsvoorstel
die zijn overwogen om het bezwaarproces te versnellen en zo ja, welke?
Antwoord:
In de Voortgangsrapportage wordt naast het schikkingsvoorstel een aantal andere maatregelen
genoemd.
Om de processen te versnellen wordt beter gestuurd op termijnen. Daartoe is het Beleid
procesrecht herstel toeslagen gepubliceerd, zoals aangekondigd in de laatste Voortgangsrapportage.
Hierbij is vanzelfsprekend gekeken naar termijnen die ook voor ouders en hun gemachtigden
redelijk zijn. Er worden duidelijke en haalbare termijnen gehanteerd, daarmee wordt
geen afbreuk gedaan aan de rechtsbescherming.
Om meer bezwaren sneller te kunnen behandelen wordt gewerkt aan het laten behandelen
van specifieke groepen bezwaren door partijen waarmee reeds een mantelovereenkomst
bestaat voor de inhuur van juridische capaciteit.
10
Hoe wordt voorkomen dat het afdoen van bezwaren middels een schikkingsvoorstel juist
een aanzuigende werking heeft op het aantal bezwaren?
Antwoord:
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een gestandaardiseerd schikkingsvoorstel
zijn drieledig: er is sprake van een toekennende beschikking op de integrale beoordeling
(een ouder die gedupeerd is), het bezwaar is ingediend vóór 1 juni 2024 en UHT heeft
op 1 september 2024 nog geen beslissing op bezwaar genomen.
Daarmee komen later ingediende bezwaren niet in aanmerking voor het schikkingsvoorstel.
11
Hoe wordt de samenwerking binnen de UHT en de kwaliteit geborgd bij het inhuren van
complete bezwarenteams?
Antwoord:
UHT heeft er na onderzoek voor gekozen geen complete bezwarenteams in te huren, maar
in te zetten op het laten behandelen van groepen bezwaren door partijen waarmee reeds
een mantelovereenkomst bestaat voor de inhuur van juridische capaciteit. Dat betekent
dat nadere opdrachten kunnen worden gegund via een minicompetitie en dat geen volledige
aanbesteding hoeft te worden gehouden. De verwachting is dat daardoor sneller kan
worden gestart met de uitvoering.
UHT zet de opdracht voor hybride insourcing uit met een resultaatverplichting. De
borging van kwaliteit is daarvan een essentieel onderdeel. Voor de beoordeling van
de kwaliteit wordt in de overeenkomst aangesloten bij de doelen van UHT ten aanzien
van de juridische correctheid, de tevredenheid van ouders, helderheid van communicatie
en de snelheid van behandeling. Om de kwaliteit te borgen zal UHT onder meer de training
van de inhurende partijen verzorgen, de richtlijnen aanleveren voor het werkproces
en permanente vaktechnische ondersteuning aanbieden. Ook zullen beschouwingen en beslissingen
op bezwaar door UHT worden tegengelezen, De voortgang en de kwaliteit van de bezwaarbehandeling
door externe partijen zal door UHT nauwgezet worden gemonitord en met partijen worden
besproken in het kader van de contractuele verplichtingen
12
Wat is de reden voor de afname van het aantal adviezen vanuit de BAC in het eerste
kwartaal van 2024?
Antwoord:
Na het inwerking treden van de nieuwe instellingsregeling op 26 oktober 2023 geeft
de BAC geen adviezen meer af over de eerste toets zaken. Deze bezwaarschriften zijn
dan ook van de hoorzittingsagenda afgehaald en hebben derhalve niet geleid tot een
afgegeven advies in de eerste vier maanden van 2024.
13
Hoeveel middelen zijn naar verwachting nodig om toekomstige dwangsommen uit te keren
als gevolg van beroepen niet tijdig beslissen (BNTB)?
Antwoord:
Bij de voorjaarsbesluitvorming is voor dwangsommen in het kader van Toeslagen Herstel
een bedrag van € 75 mln. toegekend. Daarnaast is op de Aanvullende Post een bedrag
van € 11 mln. gereserveerd. Deze bedragen zijn gereserveerd voor te betalen bedragen
op basis van een ingebrekestelling (IGS) of een beschikking na een beroep niet tijdig
betalen (BNTN).
De prognose met betrekking tot toekomstige dwangsommen wordt periodiek geactualiseerd.
Uw Kamer wordt over eventuele financiële bijstellingen geïnformeerd via de Voortgangsrapportages
over de hersteloperatie toeslagen en/of de (suppletoire) begroting.
14
In hoeverre is voor ouders duidelijk dat een (hoger) beroep in veel gevallen de procedure
verder verlengt, maar vaak niet het gewenste inhoudelijke resultaat heeft?
Antwoord:
Het kabinet streeft ernaar om juridische procedures zoveel als mogelijk te voorkomen.
Ouders moeten krijgen waar ze recht op hebben zonder dat zij daar juridische procedures
voor hoeven te voeren. Dat lukt helaas niet in alle gevallen, bijvoorbeeld omdat ouders
in beroep principiële rechtsvragen aan de orde stellen over de systematiek van de
integrale beoordeling. Ouders hebben het recht om een onafhankelijk oordeel van de
rechter te vragen. Een groot deel van de ouders die bezwaar hebben gemaakt, doet dat
overigens niet, zo blijkt ook uit de laatste Voortgangsrapportage.
Het is primair aan de gemachtigde om ouders inzicht te verschaffen in de te verwachten
resultaten in (hoger) beroep.
Het huidige beeld in de jurisprudentie is dat in de meeste gevallen de beschikking
in stand wordt gelaten (163 van de 179 beoordeelde beroepen). Tegelijkertijd is er
nog geen compleet beeld van hoe rechters, ook in hoogste instantie rechtsvragen beoordelen.
Ook gedurende de beroepsprocedures is de inzet erop gericht om gezamenlijk uit te
komen.
15
Op welke manieren kunnen jongeren beter worden bereikt en in hoeverre is er vanuit
de doelgroep zelf actieve vraag naar financieel advies en ondersteuning?
Antwoord:
Bereiken van jongeren
We zetten in op het voor jongeren aansprekender maken van de communicatie en zetten
hierbij ervaringsdeskundige jongeren in. Onder meer door het Ontwikkelnetwerk Herstel
van Diversion wordt voortdurend gezocht naar mogelijkheden om jongeren te bereiken
op een manier die aansluit bij hun belevingswereld. Binnen dit netwerk hebben jongeren
ook zelf de regie bij het ontwikkelen van bijvoorbeeld een gezamenlijke bijeenkomst
voor andere jongeren, waardoor ook weer andere jongeren worden bereikt. Dit jaar zal
Diversion zich focussen op het bereiken van meer en nieuwe jongeren. Hiervoor zetten
ze o.a. ervaringsverhalen op lokale media in.
Om jongeren beter te bereiken is deze zomer een gerichte herhalingsbrief door UHT
gestuurd aan alle jongeren die onder de kindregeling vallen. Met deze brief worden
zij gewezen op het totale beschikbare aanbod. Ook delen gemeenten via de site kindregelingvoorjou.nl
hun contactmogelijkheden, zodat het voor jongeren makkelijker is om gemeenten te bereiken.
Ook werken veel gemeenten met een wijkgerichte jongerenaanpak. Ervaringen en succesverhalen
met het bereiken van jongeren worden uitgewisseld tussen gemeenten, onder meer door
de spreekuren en de online toolkit van de VNG.
Vraag naar financieel advies en ondersteuning
Uit het rapport «Ken ons, help ons» kwam naar voren dat jongeren behoefte hebben aan
hulp bij geldzaken. De samenwerking met Geldfit komt voort uit deze behoeften van
jongeren. Zij kunnen op een laagdrempelige manier terecht bij Geldfit voor hulpvragen
op het gebied van financiën. Jongeren hebben daarnaast aangegeven behoefte te hebben
aan financieel advies op een fysieke locatie. Daarom is er samen met jongeren uitgewerkt
hoe deze hulp eruit moet komen te zien. Hieruit is de samenwerking met SNS Bank ontstaan.
Deze samenwerking is dit jaar voortgezet, waarbij SNS de behoefte aan financiële begeleiding
van getroffen jongeren verder inventariseert.
Voor getroffen jongeren met problematische schulden is aanvullend schuldhulpverleningsaanbod
ontwikkeld. Dit aanbod richt zich op het saneren van (saneerbare) schulden en het
bieden van toekomstperspectief door begeleiding, al dat niet op het gebied van financiën.
Jongeren kunnen hier zelf invulling aan geven. Uw Kamer heeft hier op 23 oktober 2023
een brief over ontvangen.3
Met betrekking tot studieleningen bij DUO worden er aanvullende stappen gezet om zowel
jongeren als gemeenten beter te informeren over de mogelijkheden die DUO biedt. Uw
Kamer heeft hier in juli een brief over ontvangen.4
Kortom, de kindregeling en de voorzieningen die er zijn voor kinderen en jongeren
komen altijd voort uit de behoeften van deze kinderen en jongeren zelf en worden zoveel
mogelijk samen met hen vormgegeven.
16
Welke stappen worden er gezet om de expertise en capaciteit op het gebied van psychosociale
problemen en rouwverwerking verder te ontwikkelen?
Antwoord:
Er is een programma voor psychosociale hulp in voorbereiding dat als doel heeft gedupeerde
ouders maar ook hun kinderen betere begeleiding en behandeling te bieden om positieve
stappen te zetten op gebied van hun mentale gezondheid. Voor veel ouders is dit een
thema dat pas later in het herstelproces concreet wordt. We zoeken samenwerking met
experts en professionals en gaan daarbij uit van de context van de toeslagenproblematiek
zodat de hulp die er komt passend is voor wat deze doelgroep heeft meegemaakt en de
drempel om hulp te zoeken lager komt te liggen dan nu vaak het geval is. In een volgende
Voortgangsrapportage wordt u hierover verder geïnformeerd.
17
Hoe verloopt de informatieverstrekking aan gemeenten over ouders die in de integrale
beoordeling een negatieve beschikking hebben gekregen?
Antwoord:
De knelpunten rond de levering van deze gegevens zijn aangepakt. Zoals in de Voortgangsrapportage
is aangegeven worden gegevens over niet-gedupeerdheid tweewekelijks met gemeenten
gedeeld.
18
Zijn er voorbeelden te noemen van de bijzondere situaties waardoor kinderen nog niet
beschikt en betaald zijn?
Antwoord:
Het betreft met name kinderen waarbij een gezagsvraagstuk speelt. UHT heeft hierover
contact met instellingen als Veilig Thuis en Jeugdzorg en stelt samen met hen vast
voor welke kinderen zij het voogdijschap beheren en op welke wijze UHT ervoor kan
zorgen dat deze kinderen de beschikking en de tegemoetkoming ontvangen.
Dit gezagsvraagstuk speelt ook bij kinderen die in het buitenland wonen of hebben
gewoond. Voor deze groep kinderen worden nog vervolgacties uitgevoerd in samenwerking
met o.a. de Raad voor de Rechtspraak als beheerder van het centraal gezagsregister.
19
Wanneer wordt verwacht dat er meer duidelijkheid komt over de mogelijkheden voor ex-toeslagpartners
om ook het traject van een aanvullende schaderoute te doorlopen?
Antwoord:
De uitvoeringstoets laat zien dat UHT op zijn vroegst per 2027 de aanvullende schaderegeling
voor ex-toeslagpartners kan gaan uitvoeren, omdat er nu nog geen capaciteit beschikbaar
is. Er wordt momenteel bezien of versnelling mogelijk is, waarbij ook wordt gezocht
naar een alternatieve route om de ex-partners zo snel, zoveel en zo goed mogelijk
te voorzien van een aanvullende compensatie voor de werkelijke schade. Zodra hierover
meer bekend is wordt uw Kamer geïnformeerd.
20
Hoe kunnen ondernemers met zakelijke schulden die tot nu toe nog niet zijn bereikt,
alsnog bereikt worden en welke inspanningen vinden daarvoor reeds plaats?
Antwoord:
Een speciaal team ingericht voor de afwikkeling van dit type schulden probeert op
verschillende wijze ondernemers met zakelijke schulden te bereiken die tot toe niet
zijn bereikt. Op verschillende momenten worden deze ondernemers telefonisch en schriftelijk
benaderd. In de laatste Voortgangsrapportage laten deze inspanningen een dalende trend
zien in de cijfers van het aantal ondernemers dat nog niet is bereikt.
21
Wat is de verwachting van het bedrag dat de UHT aan rentebetalingen moet voldoen en
hoe staat dit in verhouding met de uitvoeringskosten van de herstelactie wettelijke
rente?
Antwoord:
UHT is wettelijke rente verschuldigd in geval van een te late uitbetaling. Voor beschikkingen
die reeds zijn afgegeven en waar wettelijke rente nog voor moeten worden betaald (nabetalingen)
is in april jl. een inschatting geweest dat UHT op dat moment circa 21 miljoen euro
moet uitbetalen aan wettelijke rente. Dit bedrag loopt verder op omdat op dit moment
de wettelijke rente nog niet wordt uitgekeerd, ook is dit bedrag exclusief de nog
af te geven beschikkingen.
De uitvoeringskosten bedragen circa 1 miljoen euro.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.J. Meijerink, adjunct-griffier