Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Chakor en Gabriels over het bericht 'Advies aangescherpt: speel niet in zeeschuim, maar strandganger weet van niets'
Vragen van de leden Chakor en Gabriels (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Advies aangescherpt: speel niet in zeeschuim, maar strandganger weet van niets» (ingezonden 25 juli 2024).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 28 augustus 2024)
Vraag 1
Kent u het bericht «Advies aangescherpt: speel niet in zeeschuim, maar strandganger
weet van niets.»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom heeft de overheid het advies over zeeschuim aangescherpt zonder daar ruchtbaarheid
aan te geven? En hoe verhoudt dit aangepaste advies zich tot de eerdere communicatie
dat er geen sprake is van een aanscherping van beleid?
Antwoord 2
Het advies was al om kinderen en honden zo min mogelijk zeeschuim te laten inslikken.
De betrokken provincies ontvingen signalen dat het niet duidelijk was hoe het advies
geïnterpreteerd moest worden. De deelnemende partijen van het Landelijk Zwemwater
Overleg (Rijk, kustprovincies, gemeenten, GGD en het RIVM) hebben daarom het bestaande
advies aangevuld met verduidelijkende teksten. Dit betreft dus geen aanscherping van
het beleid.
Vraag 3
Bent u zich ervan bewust dat het advies alleen op de website zwemwater.nl staat en
pas recent op de zwemwater-app is toegevoegd? Wat is uw reactie op de kritiek dat
deze informatie niet breed genoeg wordt gedeeld en dat de bereikbaarheid van de doelgroep
hierdoor beperkt is?
Antwoord 3
Het klopt dat deze informatie inderdaad recent is toegevoegd aan de zwemwater-app.
Zwemwater.nl is speciaal gebouwd om het publiek van alle informatie rondom zwemwater
te voorzien. Het is dus de meeste logische plek om dit advies te delen. De bezoekersaantallen
laten zien dat de website goed bezocht wordt. Er is altijd bereidheid om te kijken
wat er aan aanvullende communicatie op dit vlak kan worden verricht. Samen met de
deelnemende partijen van het landelijk zwemwateroverleg wordt bekeken wat hier voor
nodig is. Zie ook het antwoord op vragen 8 en 9.
Vraag 4 en 5
Waarom is er besloten om geen waarschuwingsborden bij strandopgangen te plaatsen,
ondanks dat dit wel overwogen is in het landelijk zwemwateroverleg? Welke overheden
zijn verantwoordelijk voor dit besluit?
Kunt u de argumenten uiteenzetten die tijdens de besluitvorming zijn ingebracht tegen
het plaatsen van dergelijke borden? Wat is het nut van een waarschuwing of gezondheidsadvies
als het niet wordt gecommuniceerd?
Antwoord 4 en 5
De officiële informatieborden zijn bedoeld om bezoekers te informeren over de veiligheid
op het strand en in de zee. Zo worden de borden gebruikt worden om bezoekers te waarschuwen
voor bijvoorbeeld gevaarlijke stromingen die een acuut risico vormen. Het geven van extra informatie waar geen acuut risico geldt, gebeurt
niet via de borden. Het advies voor het vermijden van zeeschuim valt in deze categorie.
Daarom is in het landelijk zwemwateroverleg besloten om actuele informatie hierover
via de website en de app te delen.
Vraag 6
Hoe verklaart u het verschil in aanpak tussen waarschuwingsborden bij zwemplassen
met hoge PFAS-concentraties en het ontbreken van dergelijke borden bij stranden met
zeeschuim? Zijn er specifieke redenen waarom de aanpak voor stranden afwijkt van die
voor zwemplassen?
Antwoord 6
Het RIVM heeft op 15 april jl. een advies uitgebracht over de impact van PFAS in zwemwater2. In de zwemplassen waar teveel PFAS zit zal de situatie, zonder maatregelen, continu
en voor een lange tijd nog zo blijven. Op basis van de norm die het RIVM heeft gesteld
wordt er daarom – waar nodig – een negatief zwemadvies of zwemverbod afgegeven. Bij
die zwemplassen wordt een waarschuwingsbord geplaatst.
De aanwezigheid van zeeschuim is onder andere afhankelijk van het jaargetijde, temperatuur
en de windkracht. Tijdens het zwemseizoen (1 mei – 1 oktober) is er, op de eerste
weken van mei na, meestal geen zeeschuim aanwezig op de stranden.
Een belangrijk verschil is dat het goed mogelijk is om in het water zwemmen of te
spelen zonder het zeeschuim in te slikken. Het is een stuk minder aannemelijk om te
zwemmen in het water zonder water binnen te krijgen. Voor de zwemplassen met te hoge
PFAS-waarden geldt dus een groter blootstellingsrisico in vergelijking tot zeeschuim
op het strand, omdat je meer water inneemt dan zeeschuim.
Vraag 7
Kunt u expliciet uitsluiten dat economische motieven, zoals mogelijke negatieve gevolgen
voor het toerisme, hebben meegespeeld in het besluit om geen waarschuwingsborden bij
stranden te plaatsen?
Antwoord 7
Ja. Economische motieven zijn op geen enkel moment ter sprake gekomen.
Vraag 8 en 9
Welke stappen gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat strandbezoekers beter op de
hoogte zijn van de risico’s van zeeschuim en de aangepaste adviezen?
Overweegt u in de toekomst alsnog het plaatsen van waarschuwingsborden of andere communicatiemiddelen
om een breder publiek te bereiken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8 en 9
Dit zal ter sprake komen in het volgende landelijk zwemwateroverleg in oktober.
Vraag 10
Waarom is de concentratie PFAS in zeeschuim hoger en waarom is zeeschuim risicovoller
dan zeewater? Is dit in het algemeen zo of zijn er bijzondere omstandigheden?
Antwoord 10
Zeeschuim bestaat grotendeels uit eiwitten waar PFAS zich graag aan binden. Daarom
is de PFAS-concentratie in zeeschuim hoger en dus ook risicovoller. De blootstelling
zal echter veel minder zijn, aangezien er in het grootste gedeelte van het jaar helemaal
geen zeeschuim is en mensen over het algemeen veel minder in aanraking komen met zeeschuim
in vergelijking tot zeewater.
Vraag 11
Wordt dit ooit beter of blijft zeeschuim nu tot in de eeuwigheid vervuild met deze
niet-afbreekbare stof?
Antwoord 11
PFAS breken zeer langzaam af in het milieu. Ondanks het aanstaande PFAS-verbod zal
het zeeschuim nog tientallen jaren vervuild zijn met PFAS. Aangezien zeeschuim grotendeels
uit eiwitten bestaan, hechten ook andere chemische stoffen, bacteriën en virussen
zich makkelijk aan het zeeschuim. Het zal dus altijd de voorkeur houden om de inname
van zeeschuim te vermijden.
Vraag 12
Wat zijn de belangrijkste bronnen voor de PFAS-vervuiling van het zeeschuim en hoe
gaat u deze aanpakken?
Antwoord 12
Het is niet mogelijk om de bron van PFAS langs de Nederlandse kust te lokaliseren.
PFAS wordt wereldwijd aangetroffen en verspreiding vindt plaats langs diverse routes.
Vraag 13
Was de hoge concentratie PFAS in zeeschuim een verrassing die toevallig is ontdekt,
of was dit een bekend gegeven? Zijn er andere, bij het publiek onbekende, situaties
waarbij men onbewust in contact kan komen met hoge concentraties PFAS? Zo ja, welke?
Zo ja, moet dit niet gecommuniceerd worden?
Antwoord 13
Op diverse andere plekken op de wereld is er de afgelopen jaren ontdekt dat PFAS zich
ophopen in het zeeschuim. Zo werd in Vlaanderen hier al eerder onderzoek naar verricht3. Daarom hebben de provincie Zuid-Holland, Noord-Holland en Zeeland samen met Rijkswaterstaat
in 2023 ook metingen in het zeeschuim en zeewater in Nederland laten uitvoeren.
PFAS komt overal voor in onze leefomgeving. Het is dan ook geen verrassing dat deze
stoffen in het zeeschuim en zeewater zijn aangetroffen. Het RIVM werkt in opdracht
van de ministeries IenW, VWS en LVVN aan een landelijk onderzoeksprogramma. Hier kijken
ze onder andere naar de verschillende blootstellingsroutes van PFAS om zo in beeld
te krijgen via welke routes mensen het meeste met PFAS in aanraking komen. Op basis
daarvan kan het kabinet maatregelen treffen om zo de blootstelling te verminderen.
De Kamer wordt in het najaar geïnformeerd over de voortgang van dit programma.
Vraag 14
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het komende commissiedebat Leefomgeving?
Antwoord 14
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.