Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bericht 'Opnieuw fors financieel tekort Gelre Ziekenhuizen'
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Opnieuw fors financieel tekort Gelre Ziekenhuizen» (ingezonden 18 juni 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 28 augustus
2024)
Vraag 1
Heeft u het artikel «Opnieuw fors financieel tekort Gelre Ziekenhuizen» gelezen en
wat is uw reactie hierop?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van het bericht.
Vraag 2
Wat vindt u van de uitspraak van ziekenhuisbaas Pier Eringa: «Dat als je 20 mensen
op een ochtend op het spreekuur zou kunnen hebben, en je weet dat bijna iedere dag
wel een paar patiënten op het laatste moment afhaken, om dan te plannen voor 23 mensen
in plaats van 20. Dat zijn kleine dingen, maar als je dat op iedere poli elke dag
doet, levert dat het ziekenhuis veel op.»? Vindt u dit een gepaste uitspraak van een
ziekenhuisbestuurder? Zo ja, waarom? Zo nee, gaat u Pier Eringa hiervoor als Minister
op het matje roepen? Welke consequenties kan dit voor hem hebben?
Antwoord 2
Als Minister ga ik niet over de uitspraken van individuele ziekenhuisbestuurders.
Het is de verantwoordelijkheid van zorgaanbieders om te beslissen over de inrichting
van de eigen zorgorganisatie, mits dit binnen de geldende normen is, én op voorwaarde
dat de kwaliteit en continuïteit van zorg geborgd zijn.
Vraag 3
Bent u het eens met Pier Eringa dat er in ziekenhuizen zoveel mogelijk «productie»
moet worden gedraaid? Zo nee, waarom staat u toe dat ziekenhuisbestuurders op deze
manier over onze ziekenhuizen spreken alsof het bedrijven zijn?
Antwoord 3
Zie mijn antwoord bij vraag 2.
Vraag 4
Wanneer heeft u voor het laatst contact gehad met het Gelre Ziekenhuis? Kunt u alle
onderliggende stukken van dit contact naar de Kamer sturen?
Antwoord 4
Mijn ambtsvoorganger, de toenmalige Minister voor Medische Zorg, heeft op woensdag
6 maart 2024 gesproken met de bestuursvoorzitter van Gelre Ziekenhuizen. Tijdens dit
overleg is onder andere gesproken over het
langetermijnperspectief van de (ziekenhuis)zorg in de regio, en de betrokkenheid van
het lokaal openbaar. Er was enkel een interne nota ter voorbereiding voor de toenmalige
Minister. Deze is bijgevoegd.
Daarnaast is er voor de beantwoording van deze Kamervragen feitelijke informatie ontvangen
vanuit Gelre Ziekenhuizen over de stand van zaken en de context waarin de uitspraken
zijn gedaan.
Vraag 5
Wanneer heeft u voor het laatst met bezorgde patiënten uit Zutphen en omstreken gesproken
over het verschralen van de ziekenhuiszorg in hun regio? Indien u dit niet heeft gedaan,
waarom niet?
Antwoord 5
Ik heb (nog) geen gesprek gevoerd met patiënten uit de regio Zutphen.
Vraag 6
Bent u bereid om een onderzoek te starten naar de gevolgen van het sluiten van de
verloskamers en de beperkte openingstijden van de Spoedeisende Hulp (SEH) in Zutphen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Voorafgaand aan de invoering van de maatregelen zijn alle benodigde stappen uit de
AMvB en ministeriële regeling acute zorg (Uitvoeringsbesluit Wkkgz, hoofdstuk 8a en
Uitvoeringsregeling Wkkgz, hoofdstuk 3a) gevolgd door Gelre Ziekenhuizen. De AMvB
en de regeling borgen de betrokkenheid van onder meer burgers en gemeenten tijdens
het besluitvormingsproces. Gelre Ziekenhuizen heeft onder andere de cliëntenraad van
het Gelre, diverse regionale (zorg)partners en belanghebbende gemeenten geconsulteerd
en betrokken bij de besluitvorming. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft
hierop meegekeken.
Daarnaast heeft een uitgebreide toetsing plaatsgevonden binnen het netwerk acute zorg.
Ook zijn er twee continuïteitsplannen gemaakt en vastgesteld in het Regionaal Overleg
Acute Zorgketen (ROAZ). Via diverse regionale overleggen worden de effecten gemonitord.
Naast de IGJ kijkt ook de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) mee in dit reorganisatieproces
vanuit hun toezichthoudende rol.
Vraag 7
Wat zou het gevolg kunnen zijn voor het Gelre ziekenhuis als het ziekenhuis in de
loop van 2025 het maximale bedrag dat het «rood» mag staan bereikt heeft? Kunt u aangeven
of dit mogelijk kan leiden tot het volledig sluiten van het Gelre Ziekenhuis? Zo ja,
wat gaat u doen om dit te voorkomen?
Antwoord 7
Het is allereerst aan zorgverzekeraars en zorgaanbieders om met elkaar goede financiële
afspraken te maken. Wanneer ziekenhuizen in financiële problemen (dreigen) te komen,
en de continuïteit van de zorg in het geding dreigt te komen, gelden de Early Warning
System (EWS)-afspraken. Hierdoor kan er op tijd ingegrepen worden. Ik heb geen EWS-melding
ontvangen over Gelre Ziekenhuizen. Dit betekent dat de financiële problemen niet hebben
geleid tot een onbeheersbare situatie met risico’s voor de patiëntveiligheid en de
continuïteit van de zorg.
Ik heb geen gedetailleerd inzicht in de financiële situatie van Gelre Ziekenhuizen.
Daarnaast valt de financiële huishouding van een individuele ziekenhuisorganisatie
niet onder mijn verantwoordelijkheid. Ik kan daarover dan ook geen uitspraken doen.
Vraag 8
Wat is uw reactie op de argumenten die het ziekenhuis aandraagt waarom dit financieel
tekort ontstaat, zoals de inhuur van ZZP’ers en het tekort aan verpleeghuisbedden?
Erkent u dat dit een gevolg is van uw eigen gefaalde beleid?
Antwoord 8
Als Minister ga ik niet over de individuele bedrijfsvoering van een ziekenhuisorganisatie.
Deze Minister zit net 8 weken op deze post.
Ten aanzien van inhuur van ZZP’ers geldt in algemene zin dat zorginstellingen een
behoefte hebben aan een flexibele schil, bijvoorbeeld voor «piek, ziek en uniek».
Echter in de praktijk is te zien dat zorginstellingen ook noodgedwongen flexwerkers
inzetten om de reguliere roosters gevuld te krijgen. In 2023 zijn er in de sector
zorg en welzijn smal (exclusief kinderopvang) 130.000 zzp’ers en 25.000 uitzendkrachten
als flexwerkers ingezet. In deze sector betreft dat 10,2% van de totale werkzame bevolking.
Het aanpakken van personeelskrapte in de zorg heeft zeer grote prioriteit. Zorg is
mensenwerk. Voor alle zorginstellingen geldt dat zij, al dan niet in samenwerking
in een regio, de uitdaging hebben om met het beschikbare personeel zo optimaal mogelijk
zorg te verlenen. In het Hoofdlijnenakkoord staat beschreven dat ik het daarom aantrekkelijker
ga maken om in de zorg te werken. Daarnaast staat in het Hoofdlijnenakkoord dat er
geïnvesteerd wordt in betere ouderenzorg door bijvoorbeeld zorg-/verpleegplekken voor
ouderen. Deze punten zal ik de komende tijd uitwerken. Het is geen gemakkelijke opgave.
Vraag 9
Hoe gaat u voorkomen dat er net zoals in Zutphen andere ziekenhuizen – zoals bijvoorbeeld
in Heerlen – ontmanteld gaan worden waardoor de toegankelijkheid voor patiënten verslechtert
en de gezondheidsrisico’s toenemen?
Antwoord 9
De toegankelijkheid van de (ziekenhuis)zorg voor alle patiënten in alle regio’s in
Nederland is voor mij heel belangrijk. Dit is een speerpunt in het hoofdlijnen akkoord.
De komende periode wordt dit verder uitgewerkt in het Regeerprogramma.
Gelre Ziekenhuizen heeft mij laten weten dat zij na het doorvoeren nieuwe locatieprofielen
en het sluiten van de Acute Verloskunde afdeling in Zutphen nog steeds veel zorg leveren
op locatie Zutphen. Zo worden er veel planbare operaties uitgevoerd in Zutphen en
wordt zorg geleverd op de poliklinieken (alle poliklinieken blijven in Zutphen), de
verpleegafdelingen, de Intensive Care en de Eerste Hart Hulp. De Spoedeisende Hulp
is open tussen 8.00 en 21.00 uur en er is een spoedplein waar huisartsen, specialisten
en verpleegkundigen nauw met elkaar samenwerken om spoedzorg te leveren in de avond
en nacht.
Vraag 10
Welke verantwoordelijkheid hebben de zorgverzekeraars volgens u betreft het openhouden
van ziekenhuizen? Deelt u de mening dat hun belang, de kosten zo laag mogelijk houden
door ziekenhuizen te sluiten, haaks staat op het belang van patiënten om goede zorg
dichtbij te hebben?
Antwoord 10
In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat de insteek wordt dat streekziekenhuizen
behouden blijven. Dit zullen we de komende periode uitwerken. De zorgverzekeraars
hebben in het geval van een naturapolis de zorgplicht om ervoor te zorgen dat hun
verzekerden tijdige, bereikbare en kwalitatief goede zorg krijgen.
De NZa houdt toezicht op deze zorgplicht en heeft hiervoor handvatten2 opgesteld. In deze handvatten staat hierover: «Je bent verantwoordelijk voor het
tijdig leveren van passende zorg aan de individuele verzekerde. Is er sprake van een
(dreigende) sluiting van een zorgaanbieder, bijvoorbeeld door faillissement? Dan zorg
je ervoor dat de verzekerde tijdige en passende zorg kan blijven ontvangen. Blijft
de verzekerde zorg ontvangen van de onder druk staande zorgaanbieder? Dan moet de
verzekerde ervanuit kunnen gaan dat er maatregelen worden getroffen waardoor de zorg
doorgang blijft vinden. Sluit de zorgaanbieder, bijvoorbeeld door faillissement? Dan
moet de verzekerde terecht kunnen bij een andere aanbieder. Verzekerden behouden altijd
tijdige, bereikbare en kwalitatief goede zorg.»
Daarnaast zetten zorgpartijen waaronder Zorgverzekeraars Nederland zich binnen het
Integraal Zorg Akkoord – Onderdeel D. Regionale samenwerking, in voor een toekomstbestendig zorglandschap met het uitgangspunt «Nabij als het
kan, veraf als het moet». Zorg die vaak voorkomt en laagcomplex is, moet voor iedereen
dicht(er)bij beschikbaar zijn.
Vraag 11
Hoe staat het met de uitvoering van de aangenomen moties van de Tweede Kamer, zoals
de motie-Dijk over het geven van instemmingsrecht aan gemeenten, personeel en patiënten
bij fusies en sluitingen van ziekenhuizen en de motie-Van Nispen/Dijk over een stop
instellen op het sluiten van essentiële onderdelen van ziekenhuizen tot een nieuw
kabinet hierover heeft beslist? Hoe gaat u zich hier de komende tijd voor inzetten?3
4
Antwoord 11
De Kamer is op 22 april 20245 geïnformeerd over de opvolging van de motie Nispen/Dijk. Daarnaast heeft de Kamer
op 18 juni 20242 een brief ontvangen met betrekking tot de opvolging van de motie Dijk over het creëren
van instemmingsrecht aan gemeenten, personeel en patiënten bij fusies en sluitingen
van ziekenhuizen. Voor de vraag over mijn inzet de komende tijd verwijs ik naar het
antwoord bij vraag 9.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.