Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Zanten over het bericht 'Opnieuw irritatie in carnavalswereld Limburg over datum voorjaarsvakantie'
Vragen van het lid Van Zanten (BBB) aan de Staatssecretaris en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Opnieuw irritatie in carnavalswereld Limburg over datum voorjaarsvakantie» (ingezonden 12 augustus 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 27 augustus
2024)
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Opnieuw irritatie in carnavalswereld Limburg over datum voorjaarsvakantie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom er, ondanks de vrijheid die scholen hebben, geen rekening
is gehouden met carnaval als dynamisch immaterieel erfgoed bij het vaststellen van
de voorjaarsvakantie voor de regio Zuid in 2025?
Antwoord 2
Voorop staat dat alle scholen die dat willen, gewoon hun voorjaarsvakantie tijdens
de carnavalsweek kunnen houden. Er zijn immers maar drie vakanties die landelijk (verplicht)
worden vastgesteld: kerstvakantie, zomervakantie en één week meivakantie. De herfst-
en de voorjaarsvakantie zijn adviesdata. Scholen kunnen hier dus van afwijken en de
data van deze vakanties zelf vaststellen.
Deze adviesdata worden bepaald door een afweging tussen verschillende maatschappelijke
belangen waarbij het onderwijskundige belang voorop staat. Het onderwijsveld heeft
een voorkeur voor een ritme van 7 à 8 weken school, één week vakantie. Hierover zijn
dan ook afspraken gemaakt met de sectorraden. Dit uitgangspunt bepaalt dus de periode
van de herfst -en voorjaarsvakantie.
Daarnaast spelen er ook culturele belangen, waarbij altijd rekening wordt gehouden
met carnaval. Dit is echter niet altijd mogelijk vanwege erg vroege of late carnavalsdata
in relatie tot de voorkeur van het onderwijs voor het schema «7 à 8 weken school en
dan een week vakantie». Dat is echter ruim van tevoren bekend, en veel (maar niet
alle) scholen in het zuiden van Nederland wijken dan ook af van de voorjaarsvakantiedata
als carnaval vroeg of laat in het jaar valt.
Dit gebeurt nu dus in 2025. Ook in 2027 zullen de adviesdata van de voorjaarsvakantie
niet passen en zullen veel scholen in Brabant en Limburg zich waarschijnlijk niet
aan de adviesdata houden. Dit is in het verleden ook al vele malen op deze manier
opgelost.
Vraag 3
Welke afwegingen hebben ertoe geleid dat er is gekozen voor een voorjaarsvakantie
in de regio Zuid die niet samenvalt met de carnavalsweek?
Antwoord 3
Zoals bij het antwoord op vraag 2 vermeld, heeft het funderend onderwijs een voorkeur
voor een ritme van 7 à 8 weken school, één week vakantie. Hierover zijn dan ook afspraken
gemaakt met de sectorraden. Dit uitgangspunt bepaalt dus de planning van de schoolvakanties,
waaronder de adviesweken voor de herfst -en voorjaarsvakantie. Daarbij wordt ook rekening
gehouden met regio’s en scholen – ook in de vakantieregio Zuid (waar naast Noord Brabant
en Limburg ook Zeeland en een groot aantal gemeenten in Gelderland onder vallen) –
waar het niet samenvallen van de voorjaarsvakantie met de carnavalsweek geen problemen
oplevert. Aangezien sprake is van adviesdata voor de voorjaarsvakantie kunnen scholen
de week kiezen die in hun context het best passend is.
Vraag 4
Hoe waardeert u lokaal cultureel erfgoed, zoals carnaval, bij de besluitvorming rondom
schoolvakanties?
Antwoord 4
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap houdt bij de planning van de schoolvakanties
altijd met veel verschillende aspecten rekening. Dat geldt ook voor de data van landelijke
feestdagen en de planning van de centrale examens. Er wordt bij het vaststellen van
de adviesdata voor de voorjaarsvakanties dus ook altijd zoveel mogelijk rekening gehouden
met de data voor carnaval.
Vraag 5
Bent u bereid om in de toekomst overleg te plegen met regionale instanties zoals de
Samewirkende Limburgse Vastelaovesvereniginge voordat dergelijke beslissingen worden
genomen?
Antwoord 5
We hebben vorig jaar constructieve gesprekken gevoerd met aan carnaval gerelateerde
organisaties, ook in het licht van de doorstroomtoets, waaronder de Brabantse Carnavalsfederatie,
en onderwijsorganisaties. De relevante input en inzichten hebben we meegenomen. We
houden bij het bepalen van de nieuwe voorlopige vakantiedata al zo goed mogelijk rekening
met veel verschillende aspecten, waaronder de data van het carnaval.
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de ergernis die leeft onder de Limburgse bevolking, onderwijsinstellingen
en lokale politici en -bestuurders over de vastgestelde data voor de voorjaarsvakantie
en wat is hierop uw reactie?
Antwoord 6
Ik ben hiervan op de hoogte. Het is dan ook een wezenlijk belang dat al jarenlang
wordt meegewogen. Het is echter niet het enige belang.
Bij het bepalen van de vakantiedata zijn de belangen die samenhangen met goed onderwijs
voor leerlingen de eerste prioriteit. Het gaat daarbij onder meer om het pedagogisch
proces, het kind, de schoolorganisatie, de doorstroomtoets en het eindexamen; deze
gebeurtenissen in het schooljaar zijn nu belangrijke mijlpalen voor de bepaling van
de data. Daarnaast spelen maatschappelijke en culturele belangen, zoals carnaval,
een rol. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderschrijft dat carnaval
een belangrijke culturele traditie is en houdt daarom altijd ook rekening met de data
voor carnaval bij het vooraf in elkaar zetten van de vakantiedata. En gelukkig kunnen
de scholen gewoon de voorjaarsvakantie plannen tijdens carnaval.
Vraag 7
Welke maatregelen gaat u nemen om deze signalen uit de regio serieus te nemen en in
toekomstige besluitvorming te incorporeren?
Antwoord 7
Zie mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Kunt u toezeggen dat regionaal cultureel erfgoed, zoals het vieren van carnaval, in
de toekomst een duidelijkere plek krijgt in beleidsvorming omtrent schoolvakanties?
Antwoord 8
Dit is momenteel al het geval. In het najaar van 2024 staat een evaluatie gepland
van de Regeling vaststelling schoolvakanties (het laatste onderzoek was uit 2015).2 Hierbij zal ook de rol van carnaval in de vakantiedata worden geëvalueerd.
Vraag 9
Hoe worden besluiten over schoolvakanties gecommuniceerd met scholen in regio's waar
culturele evenementen zoals carnaval een aanzienlijke impact hebben op de lokale gemeenschap?
Antwoord 9
Besluiten over de vakantiedata worden gecommuniceerd via de Staatscourant, via de
maandelijkse nieuwsbrieven voortgezet onderwijs en primair onderwijs van het Ministerie
van OCW en via www.rijksoverheid.nl. De webpagina’s over de schoolvakanties zijn verreweg de meest bezochte pagina’s
van www.rijksoverheid.nl.
10
Hoe beoordeelt u het belang van cultureel erfgoed voor de samenhang en identiteit
van de regio en op welke manier speelt dit mee in de landelijke beleidsvorming?
Antwoord 10
April jl. heeft uw Kamer een brief ontvangen over immaterieel erfgoed.3 Hierin komt naar voren dat immaterieel erfgoed, zoals carnaval, essentieel is voor
onze identiteit. Het geeft uitdrukking aan wie we zijn en is voor veel mensen van
grote culturele waarde. Carnaval geeft beoefenaars een gevoel van sociale verbondenheid.
Uit het antwoord op vraag 4 blijkt dat carnaval, als cultureel erfgoed, een plek heeft
in de landelijke beleidsvorming omtrent schoolvakanties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.