Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Kort over het bericht ‘BKR brengt vele duizenden mensen in problemen door ze onterecht te registreren als wanbetaler’
Vragen van het lid De Kort (VVD) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het artikel «BKR brengt vele duizenden mensen in problemen door ze onterecht te registreren als wanbetaler» (ingezonden 30 mei 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 27 augustus 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «BKR brengt vele duizenden mensen in problemen door
ze onterecht te registreren als wanbetaler»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de juridische status van een registratie in het Bureau Krediet Registratie
(BKR)-register? Wat zijn de praktische consequenties van een registratie in het BKR-register?
Heeft een registratie negatieve gevolgen in de relatie tussen burger en overheid?
Antwoord 2
Kredietverstrekkers zijn wettelijk verplicht om bij het aangaan van een nieuw krediet
informatie in te winnen over de financiële positie van de consument. Daarmee kan worden
beoordeeld of het verantwoord is om het krediet te verstrekken. Zo wordt overkreditering
voorkomen. Dit zorgt ervoor dat burgers minder snel in de financiële problemen komen.
Als het gaat om een krediet van meer dan € 250 dan zijn de kredietverstrekkers verplicht
om, als onderdeel van deze krediettoets, een stelsel van kredietregistratie te raadplegen.
In de praktijk is er één stelsel van kredietregistratie in Nederland, namelijk het
BKR.
Er zijn twee type registraties in het BKR-register. Er is sprake van een «positieve
registratie» bij het BKR op het moment dat een krediet wordt afgesloten. Op het moment
dat er een betalingsachterstand van minimaal twee maanden aaneengesloten ontstaat,
wordt er daarnaast een «negatieve registratie» opgenomen in het register. De kredietverstrekker
heeft de verplichting om de burger altijd schriftelijk en tijdig te waarschuwen dat
een voortdurende betalingsachterstand in het kredietregister zal worden gemeld. De
burger heeft dan nog de gelegenheid om de negatieve registratie te voorkomen. Kredietverstrekkers
nemen beide soorten registraties mee bij hun besluit om een nieuw krediet te verstrekken.
Positieve registraties geven informatie over bestaande betalingsverplichtingen waardoor
de consument minder financiële ruimte heeft om een nieuw krediet aan te gaan. Een
negatieve registratie duidt op betalingsachterstanden, waardoor het onverantwoord
kan zijn om op dat moment een additioneel krediet te verstrekken. Een positieve registratie
zonder gekoppelde negatieve registratie is een indicatie dat de consument blijkbaar
voldoende in staat is om krediet af te sluiten zonder dat er problemen ontstaan. Ook
dit is relevante informatie voor de kredietverstrekker bij de beoordeling van een
kredietaanvraag.
De registratie bij het BKR betreft slechts (een deel van de) informatie die de kredietverstrekkers
mee moeten nemen in hun krediettoets. Het is aan de kredietverstrekkers om de informatie
uit het BKR-register te interpreteren en te wegen. De registratie heeft op geen enkele
wijze bindende werking en heeft in dat opzicht dan ook geen aparte juridische status.
Het staat kredietverstrekkers bijvoorbeeld vrij om een nieuw krediet te verstrekken
ondanks een negatieve BKR-registratie, natuurlijk alleen als zij van mening zijn dat
dit verantwoord is gelet op de financiële positie van de aanvrager.
Een bijzondere juridische status die wel wordt toegekend aan de informatie uit het
BKR-register, is dat het een verwerking van persoonsgegevens betreft in de zin van
de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De diverse vereisten en voorschriften
uit de AVG zijn dus van toepassing op een registratie.
Een BKR-registratie heeft geen negatieve gevolgen in de relatie tussen burger en overheid
want de overheid raadpleegt het register niet en gebruikt de informatie dus niet in
haar omgang met burgers.
Vraag 3
Houdt de overheid toezicht op het BKR? Zo ja, hoe?
Antwoord 3
Het register wordt nu beheerd door de private stichting BKR zonder dat over het beheer
en toezicht daarop wettelijk iets is geregeld. Wel houdt de Autoriteit Persoonsgegevens
toezicht op het BKR, zoals zij toezicht houdt op alle organisaties die persoonsgegevens
verwerken.
Er wordt gewerkt aan de nieuwe Wet stelsel kredietregistratie. Het betreffende artikel
in het AD refereert hier ook aan. Met deze wet wordt het beheer van het stelsel van
kredietregistratie een wettelijke taak, die vervolgens wordt toegewezen aan het BKR
als uitvoerder van deze taak. Hiermee wordt het mogelijk om wettelijke waarborgen
te stellen over belangrijke aspecten van het register. Dit ziet onder meer op de termijn
dat gegevens in het register zijn opgenomen, de mogelijkheid om een verzoek in te
dienen om de registratie te verwijderen, de toegang tot de gegevens en eisen aan de
beheerder van het register.
Recent heeft de Autoriteit Persoonsgegevens haar advies gepubliceerd over dit wetsvoorstel.
Dit is een standaard onderdeel van een wetgevingstraject als de nieuwe wet mede betrekking
heeft op de verwerking van persoonsgegevens. Op dit moment wordt het advies bestudeerd
om te bekijken of het wetsvoorstel aanpassing behoeft.
Vraag 4
Bent u van mening dat mensen toegankelijk inzicht moeten kunnen krijgen in hun BKR-registratie
en dat het bij kleine schulden eenvoudig moet zijn om een negatieve registratie te
laten verwijderen?
Antwoord 4
Ik vind het belangrijk dat burgers online op een simpele wijze inzicht kunnen krijgen
in hun BKR-registratie. Dit is nu al mogelijk via de website van het BKR.2
Het is goed voor te stellen dat iemand last kan hebben van de registratie van een
reeds afgeloste schuld. Het is aan de kredietverstrekkers en het BKR om te oordelen
over het verwijderen van registraties. Zij zijn hiertoe verplicht op grond van artikel 21AVG.
Daarin is vastgelegd dat een betrokkene te allen tijde het recht heeft om vanwege
met zijn specifieke situatie verband houdende redenen bezwaar te maken tegen de verwerking
van hem betreffende persoonsgegevens. De kredietverstrekker of het BKR moet de verwerking
van de persoonsgegevens dan staken, tenzij dwingende gerechtvaardigde gronden worden
aangevoerd die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkene.
Hierbij moet dus een afweging plaatsvinden tussen enerzijds het belang van handhaving
van de BKR-registraties, en anderzijds het belang van de betrokken burger bij verwijdering.
Een registratie bij BKR dient een belangrijk maatschappelijk doel, namelijk consumenten
beschermen tegen overkreditering. De kredietverstrekkers of het BKR moeten dat belang
afwegen tegen de overwegingen die worden aangevoerd door de burger.
Binnen deze belangenafweging kan de omvang van de schulden een factor zijn, maar er
zijn meer aspecten die worden meegewogen. In gerechtelijke uitspraken en uitspraken
van het Kifid is gebleken dat er een groot aantal andere elementen een rol spelen:
burgers moeten aantonen dat zij inmiddels in een gezonde financiële situatie verkeren,
er moeten duidelijke nadelen zijn van de BKR-registratie (zoals afwijzing van een
nieuwe lening of hypotheek), er kunnen eventuele bijzondere individuele omstandigheden
spelen zoals een huis dat moest worden verkocht door een persoonlijke situatie, en
er wordt gekeken naar de mate waarin de consument zelf een verantwoordelijkheid had
bij het ontstaan van de betalingsachterstand en de wijze waarop de consument zich
opstelde richting de kredietverstrekker. De exacte belangenafweging zal dan ook per
individueel geval verschillen. Gelet hierop is het niet aan het kabinet om nadere
uitleg van de AVG te geven door een algemene aanpak voor te schrijven over de wijze
waarop de belangenafweging plaatsvindt.
Vraag 5
Herkent u de beschreven praktijk waarbij mensen van het kastje naar de muur gestuurd
worden als zij wat willen doen aan hun negatieve BKR-registratie? Hoe duidt u deze
praktijk?
Antwoord 5
Het is heel vervelend als mensen het gevoel hebben om van het kastje naar de muur
te worden gestuurd. Deze signalen hebben mij niet eerder bereikt. Burgers kunnen nu
met hun verwijderingsverzoek terecht bij de kredietverstrekkers en bij het BKR. Beide
partijen zijn aangemerkt als gegevensverwerker in de zin van de AVG en zijn daarom
verplicht om de verzoeken in behandeling te nemen. Zowel de kredietverstrekkers als
het BKR nemen daarom op dit moment deze verzoeken in behandeling. Als de kredietverstrekker
het verzoek heeft afgewezen dan is er de mogelijkheid om het voor te leggen aan het
Kifid. Hiermee is er een laagdrempelige manier om de afwijzing te betwisten. Ook kan
de afwijzing worden aangevochten bij de rechter. Een afwijzing van een verwijderingsverzoek
door het BKR kan alleen worden voorgelegd aan een rechter. Omdat het BKR geen financiële
instelling is, is het BKR niet aangesloten bij het Kifid.
Vraag 6
In het artikel staat over pogingen om een negatieve registratie te verwijderen: «Onze
ervaring is dat het BKR altijd nee zegt. Pas als we dreigen met een dagvaarding komt
er beweging in»; hoe duidt u deze praktijk van het BKR? Bent u bereid om met het BKR
in gesprek te gaan over deze praktijk? Zo ja, bent u bereid om in dat gesprek aan
te dringen op een duidelijk onderscheid in registraties tussen grote problematische
schulden en relatief kleine (reeds afbetaalde) schulden?
Antwoord 6
Ik ga hierover met het BKR in gesprek. Zoals toegelicht in antwoord op vraag 4 is
het aan het BKR (en de kredietverstrekkers) om een eigen belangenafweging uit te voeren
over verwijderingsverzoeken. De omvang van de schuld is één element dat zij hierin
meenemen en de afweging moet per individueel geval plaatsvinden. Ik ga met het BKR
bespreken waarom de perceptie op dit moment is dat verzoeken altijd worden afgewezen
en of het BKR bijvoorbeeld mogelijkheden ziet om haar dienstverlening ten aanzien
van de verwijderingsverzoeken te verbeteren.
Vraag 7
Hoe duidt u het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in het artikel? Bent
u het met de AP eens dat er in het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel Wet stelsel
kredietregistratie een onderscheid moet komen tussen verschillende soorten registraties,
waarbij de ernst van de registratie een rol speelt in de gevolgen van de registratie,
zoals leencapaciteit? Bent u van plan de AP intensiever te betrekken bij het nog in
te dienen wetsvoorstel?
Antwoord 7
Het advies van de AP wordt volgens de gebruikelijke wetgevingsprocedure meegenomen
in de verdere totstandkoming van de Wet stelsel kredietregistratie. Zoals altijd bekijk
ik momenteel in hoeverre het wetsvoorstel aanpassing behoeft naar aanleiding van het
advies van de AP en naar aanleiding van de reacties op de openbare consultatie die
heeft plaatsgevonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën -
Mede namens
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.