Schriftelijke vragen : Btw-teruggave consumenten
Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Staatssecretaris van Financiën over btw-teruggave consumenten (ingezonden 21 augustus 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het vonnis van 24 juli 2024 waarbij een niet-Europees ingezetene
consument, in een rechtszaak tegen de ANWB in het ongelijk is gesteld door de rechtbank
inzake zijn recht op teruggave btw, waar geen hoger beroep tegen mogelijk is?1
Vraag 2
Bent u bekend dat bij de beoordeling onder rechtsoverweging 3.5, de rechter zich mede
baseert op uw antwoorden op mijn kamervragen?2
Vraag 3
Bent u het eens met de advocaat-generaal, verbonden aan de Hoge Raad, met zijn advies
uit 2013 in een eerdere btw-kwestie waarbij hij zich uitgesproken heeft over de uitleg
van de btw-richtlijn, in het bijzonder als het gaat over de tekst van de Uitvoeringsbeschikking
waarbij hij het volgende hierover zegt: «In de tekst van artikel 23a van de Uitvoeringsbeschikking
valt op dat de leverancier gerechtigd is het nultarief toe te passen. Dit suggereert
dat de leverancier daartoe niet verplicht is. Die conclusie zou ik echter niet willen
trekken. Uit de richtlijntekst (zie punt 5.4 van deze conclusie) volgt een dergelijke
vrijblijvendheid namelijk geenszins. De richtlijn schrijft de toepassing van de vrijstelling
simpelweg voor. Mits aan de daaraan gestelde voorwaarden is voldaan uiteraard.»?3
Vraag 4
Indien u het hiermee eens bent, hoe rijmt u dit met het antwoord dat u gegeven heeft
op vraag 3 van mijn kamervragen: «Daarbij merk ik op dat een winkelier niet kan worden
verplicht om het btw-nultarief toe te passen respectievelijk de teruggave van btw
aan de niet-EU-reiziger te faciliteren.»?4
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat Directoraat-Generaal Interne Markt (GROW) en Directoraat-Generaal
Belasting en Douane-unie (TAXUD) van de Europese Commissie (EC) oordelen dat btw-teruggaaf
een recht is, mits aan de voorwaarden is voldaan en dat in 24 talen op de website
van de Europese Unie dit is weergegeven en dat de lidstaten zich hier aan moeten houden?
Vraag 6
Deelt u de zienswijze zoals deze verwoord is op de website www.europa.eu: «Als u ingezetene buiten de EU bent, kunt u aanspraak maken op btw-teruggave voor
goederen die u tijdens uw verblijf in de EU hebt gekocht. U moet daarvoor bij vertrek
de goederen binnen drie maanden na de aankoop ervan samen met de documenten voor btw-teruggave
aan de douane laten zien. De procedure zelf (d.w.z. de aanvraag en de terugbetaling)
is niet geharmoniseerd op EU-niveau. Dit betekent dat de EU-landen verschillende procedures
kunnen toepassen, afhankelijk van de vraag of de verkoper van het product en/of een
derde («tax-refund-intermediair») erbij betrokken zijn (op het moment van aankoop
of daarna). Alle aanvragen moeten door de douaneautoriteit (digitaal of fysiek) worden
gevalideerd voordat u de EU verlaat. Hou er rekening mee dat u in sommige landen voor
een bepaald minimumbedrag moet hebben besteed of aan andere criteria moet voldoen
om aanspraak te kunnen maken op teruggave.»?5
Vraag 7
Kan een niet-EU ingezetene zich rechtstreeks, al dan niet met een intermediair, wenden
tot de Belastingdienst als een retailer niet wenst mee te werken aan btw-teruggave
mits hij/zij aan alle voorwaarden voldoet?
Vraag 8
Indien het antwoord op de vorige vraag nee is, hoe kan de consument dan zijn btw terug
krijgen als de retailer niet meewerkt?
Vraag 9
In de ANWB-zaak (zie vraag 1) is geen hoger beroep en cassatie mogelijk conform artikel 332
lid 1 Rv, zodat de uitspraak nu gezien moet worden als vaste rechtspraak. Bent u van
mening dat deze uitspraak haaks staat op de Europese Richtlijnen 146 en 147 en dat
Nederland zich niet houdt aan de Europese Richtlijnen met deze rechtspraak?
Vraag 10
Bent u het eens met dat de Uitvoeringsbeschikking artikel 23A, als onderdeel Wet Omzetbelasting
1968 toeziet op de rechtsverhouding tussen de ondernemer en Belastingdienst en niet
op de rechtsverhouding tussen ondernemer en consument, zo ook door uw voorganger bevestigd
in de Staatscourant waar hij zegt: «Overigens is de terugbetaling van de btw aan de
reiziger door de leverancier een civielrechtelijke aangelegenheid tussen de reiziger
en de leverancier»?6
Vraag 11
Bent u bereid om de EC voor te leggen dat de artikelen 146 en 147 van de btw-richtlijn
niet correct lijken te zijn omgezet naar nationale wetgeving en ter verkrijging van
definitieve duidelijkheid de EC te vragen of de btw-richtlijn een vrijblijvende of
verplichte medewerking aan btw-teruggaaf verzoeken van consumenten beoogt en de uitkomsten
van de reactie van de EC met de Kamer te delen?
Indieners
-
Gericht aan
F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Henk Vermeer, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.