Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boon en Blaauw over antisemitische bezetting en veiligheid op de Gerrit Rietveld Academie
Vragen van de leden Boon en Blaauw (beiden PVV) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over antisemitische bezetting en veiligheid op de Gerrit Rietveld Academie (ingezonden 12 juli 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 20 augustus
2024).
Vraag 1
Is het waar dat er al maanden een «kat-en-muisspel» gaande is tussen het bestuur van
de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en activistische kunststudenten?1
Antwoord 1
Van de Gerrit Rietveld Academie heb ik begrepen dat het College van Bestuur (CvB)
en de Raad van Toezicht zich niet herkennen in de term «kat-en-muisspel» zoals die
door de Telegraaf is geformuleerd. Het CvB spreekt zelf van een maandenlang proces
van dialoog binnen de academiegemeenschap, waarbij het bestuur vanaf het begin een
open houding heeft gehad in de vele gesprekken met de activistische studenten. Daarbij
is steeds aangegeven wat wel en niet toegelaten is op de academie. Protesten zijn
toegestaan zolang die geweldloos, respectvol en binnen de regels van de academie plaatsvinden.
Bij ontoelaatbare uitingen is ingegrepen.
Vraag 2
Is het tevens waar dat deze activistische studenten al bijna zes weken een deel van
het gebouw bezet houden? Zo ja, hoe beoordeelt u de handelwijze van het bestuur van
de Gerrit Rietveld Academie?
Antwoord 2
Onder strikte voorwaarden heeft een kleine groep van zo'n 10 studenten, ruim zes weken
in een afgesloten ruimte op de academie geslapen. De studenten, die het recht hebben
om te demonstreren, hebben zich daarbij gehouden aan de regels die door de Gerrit
Rietveld Academie worden gehanteerd. Hun verblijf is om die reden gedoogd. De studenten
zijn vrijwillig weer vertrokken toen de academie daar in het kader van de zomersluiting
om vroeg.
Binnen het hbo en wo geldt dat instellingen zelf verantwoordelijk zijn voor het borgen
van een veilige werk- en leeromgeving. Zij hebben daarvoor hun eigen regels, zoals
huisregels en gedragscodes. Specifiek voor de omgang met protesten hebben UNL en de
Vereniging Hogescholen een gezamenlijke «richtlijn protesten» opgesteld die dient
als handvat voor individuele instellingen voor het opstellen van de eigen huisregels.
Het is aan het bestuur om per specifieke lokale situatie te bezien wat er nodig is
om de veiligheid te waarborgen. Daarbij kan het bijvoorbeeld voorkomen dat het naar
het oordeel van het bestuur beter is om van de «richtlijn protesten» af te wijken,
zoals aan de orde was in het geval van de Gerrit Rietveld Academie. Zo staat in de
«richtlijn protesten» dat het bezetten van een gebouw niet wordt toegestaan, maar
het bestuur van de Gerrit Rietveld Academie oordeelde dat het beter was deze vreedzame
vorm van protest tijdelijk te gedogen. In deze afweging speelde onder andere mee dat
het beëindigen van demonstraties op andere instellingen, en het geweld dat daarbij
in sommige gevallen ontstond, diepe indruk achterliet bij de gemeenschap. Ik treed
niet in dit oordeel. Wel merk ik op dat ook instellingen zelf er in algemene zin voorstander
van zijn dat de gezamenlijke richtlijn zo eenduidig mogelijk wordt toegepast en dit
via onderling overleg ook bevorderen.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van de inhoud van de brief van bezorgde medewerkers en (oud)studenten
aan het bestuur, waarin zij waarschuwen voor de «giftige en vijandige atmosfeer» op
de Gerrit Rietveld Academie? Zo ja, deelt u de zorgen van de medewerkers en studenten?
Antwoord 3
Ik heb de Gerrit Rietveld Academie benaderd met de vraag of zij de brief waar u aan
refereert zouden kunnen delen met mij. Zij hebben aangegeven dat het gaat om een brief
van 2 medewerkers en 25 alumni, en dat deze bezwaar hebben tegen het delen en openbaren
van de brief. Derhalve ben ik niet op de hoogte van de inhoud van de brief en kan
ik verder niet ingaan op uw vragen.
Vraag 4
Is het waar dat er spandoeken op en in het gebouw hangen met oproepen tot intifada
en de leus «From the river to the sea, Palestine will be free»? Zo ja, deelt u de
mening dat deze oproepen en leuzen, zeker gezien de context van het protest en de
eerder verspreide Hamasfolder in de kantine, antisemitisch zijn en oproepen tot geweld?
Antwoord 4
Uit contact met de Gerrit Rietveld Academie blijkt dat het klopt dat dergelijke spandoeken
op en in het gebouw hingen. Deze zijn inmiddels verwijderd. Voor zover het bestuur
weet, is er geen Hamasfolder in de kantine verspreid. Pro-Hamas uitingen tolereert
de academie niet en uitingen die oproepen tot geweld of in strijd zijn met de Grondwet,
de gedragsregels of huisregels van de academie evenmin. Dat type uitingen heeft de
academie steeds verwijderd.
Het woord Intifada of de leus «From the river to the sea, Palestine will be free»
heeft voor velen binnen en buiten de Joodse gemeenschap een diepe lading en kan daarmee
zeer intimiderend zijn. In Nederland geldt dat het afhankelijk van de feiten en omstandigheden
van het individuele geval is of deze uitspraak als strafbaar kan worden aangemerkt.
Deze afweging is aan het Openbaar Ministerie en de rechter.
Vraag 5
Wat vindt u van de opstelling van het bestuur van de Gerrit Rietveld Academie betreffende
de beoordeling en het toestaan van deze antisemitische leuzen en oproepen tot geweld?
Antwoord 5
Het bestuur van de instelling is verantwoordelijk voor het borgen van een veilige
werk- en leeromgeving. Ik verwacht van haar dat zij daarbij handelt conform wet- en
regelgeving en aangifte doet bij strafbare feiten. Er is, zo verzekert het bestuur,
geen plaats voor antisemitisme of welke vorm van discriminatie of uitsluiting op de
academie en oproepen tot geweld worden niet getolereerd. Tegen dergelijke vormen van
onveiligheid zal de academie altijd optreden, waar nodig middels stappen in de strafrechtketen.
Vraag 6
Bent u bereid om zo snel mogelijk met het bestuur in gesprek te gaan om deze spandoeken
te laten verwijderen en aangifte te doen tegen de makers?
Antwoord 6
De spandoeken zijn inmiddels verwijderd. Van een ander geval waarbij sprake was van
een strafbaar feit, heeft de Gerrit Rietveld Academie aangifte gedaan.
Vraag 7
Deelt u de mening dat studenten zich vanwege deze leuzen niet veilig kunnen voelen?
Bent u bereid om het ook voor deze studenten op te nemen in het gesprek met het bestuur?
En wat kunt u, naast het gesprek met het bestuur, nog meer betekenen voor deze studenten?
Antwoord 7
Ik kan mij goed voorstellen dat studenten zich onveilig voelen door het gebruik van
deze leuzen. Dat betreur ik ten zeerste. Zoals eerder genoemd ligt de verantwoordelijkheid
voor een veilige werk- en leeromgeving bij de instelling zelf. Vanuit die verantwoordelijkheid
verwacht ik van het bestuur dat zij de studenten ondersteunt waar nodig.
Via de integrale aanpak sociale veiligheid werk ik ook, samen met de sector, aan het
versterken van de sociale veiligheid binnen het hoger onderwijs en de wetenschap.
Mijn ambtsvoorganger heeft reeds enkele toezeggingen gedaan om in het kader van deze
aanpak aanvullend in te zetten op het borgen van de sociale veiligheid voor Joodse
studenten en medewerkers2. Zo is toegezegd dat met vertrouwenspersonen, en andere functionarissen voor sociale
veiligheid, in gesprek wordt getreden over wat zij verder nodig hebben om antisemitisme
te herkennen en welke acties hierop kunnen worden genomen. Daarnaast is toegezegd
dat in het lopende onderzoek naar meld- en klachtvoorzieningen aanvullend zal worden
gekeken naar het handelingsperspectief in de omgang met klachten en meldingen over
antisemitisme, bijvoorbeeld bij het doorverwijzen naar de strafrechtketen. Deze plannen
zet ik onverminderd voort.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.