Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over grensoverschrijdend gedrag op het ministerie van Justitie en Veiligheid
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over grensoverschrijdend gedrag op het Ministerie van Justitie en Veiligheid (ingezonden 21 juni 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 6 augustus 2024).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2200.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de enquête van de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) «Sociale
veiligheid bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid»?1
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van het rapport naar aanleiding van de FNV Enquête naar sociale
veiligheid bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De gepresenteerde resultaten
neem ik serieus en er staan ernstige constateringen in. Sociale veiligheid is een
onderwerp dat blijvende aandacht nodig heeft. De resultaten van het FNV-onderzoek
onderstrepen dit. Binnen mijn ministerie ondernemen we veel activiteiten op dit terrein
en wordt dit regelmatig gemeten via onder andere medewerker onderzoeken, monitor integriteit
en risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). In algemene zin komt hier met een hogere
respons een genuanceerder beeld uit en zijn deze onderzoeken representatiever dan
het rapport van de FNV. Dit doet echter niet af aan de inhoud van wat medewerkers
terug geven in dit FNV-rapport. De FNV heeft dit rapport ook bedoeld als een steun
in de rug om bij te dragen aan het vergroten van de sociale veiligheid binnen mijn
ministerie. Dat waardeer ik.
Inmiddels heeft de waarnemend SG hier ook over gesproken met de vakbonden, waarbij
de overige rijks-vakbonden van het FNV-rapport kennis konden nemen en reflecteren.
Er is afgesproken de resultaten en gedane aanbevelingen zoveel mogelijk in gezamenlijkheid
aan te laten sluiten op lopende activiteiten en deze waar nodig te versterken. De
FNV-aanbevelingen geven hiervoor goede aanknopingspunten.
Vraag 2
Wat zegt het u dat ongeveer de helft van de invullers in het afgelopen jaar te maken
heeft gehad met grensoverschrijdend gedrag en dat veel werknemers te maken hebben
met pesten, intimidatie, discriminatie en andere vormen van ongewenst gedrag?
Antwoord 2
Iedere medewerker die hiermee te maken heeft is er een te veel. We nemen deze signalen
zeer ten harte: blijvende aandacht hiervoor is en blijft noodzakelijk. Het FNV-rapport
onderstreept dit en dat neem ik serieus. Mijn ministerie onderneemt hierop actie in
afstemming met alle vakbonden. Er wordt waarde gehecht aan transparantie en gezamenlijke
afstemming. Voor de volledigheid is het goed te vermelden dat de respons op het FNV-onderzoek
een minder genuanceerd beeld laat zien dan de interne onderzoeken van het departement
die een hogere respons kennen. Zo is in het laatste medewerkersonderzoek naar psychosociale
arbeidsbelasting, binnen het bestuursdepartement een 9,2 uit 10 gescoord op het terrein
van ongewenste omgangsvormen2. Hoewel dit in principe een goede score is, voeren we hierop een «zero tolerance
beleid» en blijven wij hier continu aandacht aan geven.
Vraag 3
Hoe kan het dat veel ambtenaren zich niet gesteund voelen door de eigen organisatie
en veel grensoverschrijdend gedrag intern is?
Antwoord 3
In de beantwoording op vraag 2 heb ik aangegeven dat het ministerie al veel doet om
grensoverschrijdend gedrag te voorkomen, maar dat hier blijvende aandacht voor nodig
is. Hieronder enkele voorbeelden van de aanpak:
De afdeling integriteit ontwikkelde in 2023 diverse instrumenten om voor medewerkers
inzichtelijk te maken hoe zij een melding kunnen maken en om hen te helpen hun weg
te vinden binnen het integriteitslandschap van JenV. Er is een training «Integriteit
op tafel» voor leidinggevenden opgenomen in het leeraanbod van de JenV Academie.
Er is een gemeenschappelijke «Klachtenadviescommissie Ongewenst Gedrag» voor de IND,
de DT&V, de RvdK, Justis, het NFI en het bestuursdepartement. In 2023 is een integrale
en samenhangende aanpak van «Sociale Veiligheid» ontwikkeld met een toolbox van bestaande
middelen, trainingen en producten. Daarnaast is er ook aandacht voor agressie en geweld
tegen medewerkers via het project «Werkgeversrol bij agressie en geweld tegen werknemers».
Aandacht voor sociale veiligheid is een belangrijk aspect in de trainingen voor leidinggevenden
en er wordt leidinggevenden handelingsperspectieven aangereikt om adequaat te kunnen
acteren op gedrag, signalen en meldingen.
Tevens is sociale veiligheid een belangrijk gespreksonderwerp in managementteams op
alle niveaus.
Dit neemt helaas niet weg dat er zich nog steeds ongewenste situaties kunnen voordoen.
Vraag 4
Welke resultaten hebben de eerdere verbeterprogramma’s op dit gebied volgens u reeds
gehad? Wat hebben de eerdere trajecten concreet opgeleverd?
Antwoord 4
Binnen het ministerie wordt de afgelopen jaren door alle ingezette maatregelen en
aandacht voor sociale veiligheid gezien dat in de resultaten van de verschillende
medewerkersonderzoeken een positieve ontwikkeling is te constateren.
Binnen het bestuursdepartement is een stijging geconstateerd op bijna alle punten
van sociale veiligheid. Dit wijst op een toename van de sociale veilige werkomgeving.
Blijvende aandacht voor sociale veiligheid is echter noodzakelijk, want er is nog
steeds ruimte voor verbetering. Zoals in de beantwoording van voorgaande vragen is
toegelicht wordt hier op mijn ministerie op ingezet.
Vraag 5
Wat is uw reactie op de aanbevelingen in het rapport van de FNV?
Antwoord 5
Kort na het uitkomen van het FNV-rapport heeft de waarnemend SG hier overleg over
gevoerd met de vakbonden, waarbij ook de andere vakbonden van het Rijk kennis van
het rapport konden nemen en hier op konden reflecteren. Er is afgesproken de resultaten
en gedane aanbevelingen zoveel mogelijk in gezamenlijkheid aan te laten sluiten op
lopende activiteiten en deze waar nodig te versterken, zoals toegelicht in de beantwoording
op voorgaande vragen.
Zoals eerder benoemd worden de signalen uit dit rapport en de aanbevelingen zeer serieus
genomen. Op basis van de aanbevelingen en hetgeen aan acties, instrumenten en structuren
(zoals meldpunten) al aanwezig is, wordt op korte termijn op bestuurlijk niveau binnen
het ministerie het gesprek gevoerd om na te gaan wat er nog extra moet gebeuren. Tevens
wordt hiermee kennis en ervaringen op departementaal en concernniveau met elkaar gedeeld
om van elkaar te leren en gezamenlijk op te trekken om als ministerie een veilige
en inclusieve werkgever te zijn.
Vraag 6
Wat gaat u concreet doen om meer sociale veiligheid te bieden voor medewerkers van
het Ministerie van Justitie en Veiligheid?
Antwoord 6
Zoals in voorgaande beantwoording reeds aangegeven, ontplooit mijn ministerie al veel
activiteiten om de sociale veiligheid binnen het ministerie en alle organisaties daarbinnen
de juiste aandacht te geven en te versterken. De aanbevelingen van de FNV in haar
rapport geven hiervoor goede aanknopingspunten om dit verder te brengen. Bijvoorbeeld
de aanbeveling om meer aandacht te geven aan preventie van suïcide, waarvoor rijksbreed
al een traject loopt. En ook om meer aandacht te besteden aan de bekendheid van bijvoorbeeld
de ombudsfunctionaris personeel en de overige meldpunten. Zo heeft de waarnemend SG
zeer recent akkoord gegeven op een vereenvoudiging van het meldproces misstanden en
integriteitsschendingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.