Schriftelijke vragen : Dat het advies met betrekking tot PFAS in zeeschuim is aangescherpt, maar strandgangers van niks weten
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Openbaar Vervoer en Milieu) over dat het advies met betrekking tot PFAS in zeeschuim is aangescherpt, maar strandgangers van niks weten (ingezonden 25 juli 2024).
Vraag 1
Kent u het bericht «Advies aangescherpt: speel niet in zeeschuim, maar strandganger
weet van niets»1 en het radiofragment «Laat kinderen niet in zeeschuim spelen»2?
Vraag 2
Klopt het dat tot en met juni het advies was om jezelf af te spoelen na een dagje
strand en ervoor te zorgen dat kinderen en huisdieren zo min mogelijk zeeschuim inslikken
en dat dit in juli is aangepast naar het advies om kinderen en huisdieren helemaal
niet in zeeschuim te laten spelen? Zo nee, hoe zit dit dan?
Vraag 3
Was het advies tot en met juni ook om kinderen en huisdieren helemaal niet in zeeschuim
te laten spelen? Zo nee, waarom is er volgens u dan geen sprake van een aanscherping
van beleid of een nieuw advies? Zo ja, deelt u de mening dat dit dan niet helder is
gecommuniceerd?
Vraag 4
Wat is uw reactie op de stelling van milieuchemicus Chiel Jonker dat het advies om
kinderen en huisdieren niet in zeeschuim te laten spelen wordt weggemoffeld, aangezien
het enkel is geplaatst op zwemwater.nl waar nauwelijks mensen op kijken?3
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat het advies enkel plaatsen op zwemwater.nl, waar enkele duizenden
mensen op kijken terwijl er per jaar vele miljoenen mensen naar het strand gaan, onvoldoende
is om strandgangers te bereiken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Welk nut heeft het volgens u om een advies uit te brengen, als de doelgroep van dit
advies vervolgens niet wordt bereikt?
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat – ondanks dat er geen acuut gevaar is bij de inname van
PFAS via zeeschuim – het voorkomen van inname van PFAS via zeeschuim een relatief
makkelijke manier is om cumulatie van PFAS in mens en dier tegen te gaan? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat mensen zo laagdrempelig mogelijk kennis moeten kunnen nemen
van het advies rondom PFAS in zeeschuim? Zo nee, waarom niet? Zo ja, met welke aanvullende
acties gaat u dat precies mogelijk maken, aangezien een publicatie op de website aantoonbaar
weinig mensen bereikt?
Vraag 9
Waarom bent u niet bereid om het advies (in meerdere talen) op de borden bij de strandopgangen
te plaatsen, zodat strandgangers veel makkelijker kennis kunnen nemen van het advies?
Vraag 10
Wat is volgens u het verschil tussen zwemplassen waar te veel PFAS in zit – waar wel
borden met een waarschuwing voor PFAS wordt geplaatst – en PFAS in zeeschuim op het
strand?
Vraag 11
Wilt u het plaatsen van het advies op de borden bij de strandopgangen nog eens heroverwegen?
Zo nee, waarom niet en welke andere maatregelen gaat u dan nemen zodat strandgangers
makkelijk kennis kunnen nemen van het advies rondom PFAS in zeeschuim?
Vraag 12
Welke concrete aanvullende maatregelen gaat u de komende tijd treffen om de hoeveelheid
PFAS in de leefomgeving te verminderen, en wanneer kunnen we die maatregelen precies
verwachten?
Vraag 13
Kunt u de bovenstaande vragen één voor één beantwoorden?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Kent (SP),
ingezonden 25 juli 2024 (vraagnummer 2024Z12185)
Indieners
-
Gericht aan
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Ines Kostić, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.