Schriftelijke vragen : Het interview met Hoogleraar Psychiatrie Damiaan Denys in NRC Handelsblad “De wens om niet te willen leven mag je niet gelijk stellen aan de wens om dood te zijn”
Vragen van het lid Hertzberger (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Jeugd, Preventie en Sport) over het interview met Hoogleraar Psychiatrie Damiaan Denys in NRC Handelsblad «De wens om niet te willen leven mag je niet gelijk stellen aan de wens om dood te zijn.» (ingezonden 23 juli 2024).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het interview met hoogleraar psychiatrie Damiaan Denys
in NRC Handelsblad van 19 juli 2024?1
Vraag 2
Heeft u ook kennis genomen van de eerdere discussies binnen de psychiatrie over euthanasie
zoals in opiniestukken van psychiaters Esther van Fenema (Uitzichtloosheid: een hellend
vlak, Medisch Contact 10 januari 2024)2, Sisco van Veen («Eenzijdige berichtgeving brengt een goede psychiatrische euthanasiepraktijk
verder weg»)3, VillaMedia 8 maart 2024) en Jim van Os («Jongeren euthanasie aanbieden negeert hun
psychisch lijden» Trouw 26 juni 2024)4?
Vraag 3
Klopt het dat het aantal euthanasieverzoeken vanwege psychisch lijden in 2023 in vier
jaar tijd meer dan verdubbelde5? In hoeverre droeg de leeftijdsgroep onder de 30 bij aan deze groei? Heeft u een
vollediger beeld van deze cijfers uitgesplitst naar leeftijdsgroep, geslacht en jaar?
Zoja, kunt u die uitgesplitst aan uw antwoord toevoegen (mits dit onherleidbaar mogelijk
is)?
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat in bovenstaande opiniestukken het beeld naar voren komt
dat een kleine groep psychiaters sneller en vaker bereid is tot het uitvoeren van
euthanasie bij psychisch lijden en een grotere groep juist terughoudend is?
Vraag 5
Weet u hoeveel steun bestaat voor het inwilligen van euthanasieverzoeken van jongere
patiënten binnen de beroepsgroep? In hoeverre speelt «het persoonlijke idee over wat
het leven zou moeten betekenen, over wat lijden mag zijn» (prof. Denys in bovengenoemd
interview1) van psychiaters een rol in de beslissing om wel of niet tot euthanasie
over te gaan?
Vraag 6
Hoeveel psychiaters zijn momenteel bereid om euthanasie uit te voeren bij patiënten
onder de dertig? Zijn er cijfers over hoe vaak dezelfde kleine groep psychiaters betrokken
zijn als behandelaar of SCEN-arts bij euthanasie bij psychisch lijden van de patiëntengroep
onder de dertig? Welke rol speelt de geringe bereidheid van psychiaters tot euthanasie
bij de groeiende wachtlijsten?
Vraag 7
Is er binnen de beroepsgroep consensus over de uitzichtloosheid van psychisch lijden
en de consistentie van een euthanasiewens bij patiënten onder de dertig? Betekent
het ontbreken van een redelijk behandelperspectief ook altijd dat de situatie uitzichtloos
is? Bij welk percentage van deze groep patiënten verbetert de kwaliteit van leven
op termijn en hoe klein moet dit percentage zijn om te kunnen spreken van uitzichtloosheid?
Vraag 8
In hoeverre dragen de groeiende wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg en
in de jeugdzorg en het gebrek aan passende zorg voor complexe jonge patiënten bij
aan de groei van het aantal euthanasieverzoeken?
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat de multidisciplinaire benadering zoals beschreven in de
richtlijn «Levensbeëindiging op verzoek bij patiënten met een psychische stoornis»
altijd dient plaats te vinden bij deze doelgroep 6)? In hoeverre wordt dit getoetst
door de toetsingscommissie? Ben u het ermee eens dat in tegenstelling tot wat de richtlijn
aangeeft bij jonge mensen altijd een psychiater geraadpleegd moet worden in plaats
van «zo nodig»? Bent u het ermee eens dat bij jonge mensen de SCEN arts ook altijd
een psychiater dient te zijn? Bent u het ermee eens dat de richtlijn levensbeëindiging
bij patiënten met een psychische stoornis uit 2018 aangepast dient te worden voor
jonge mensen en bent u bereid de beroepsgroep daar opdracht toe te geven?
Vraag 10
Volstaat de huidige inrichting van de euthanasiepraktijk met één behandelaar die één
onafhankelijk SCEN-arts raadpleegt wanneer binnen de beroepsgroep maar een kleine
minderheid bereid is tot euthanasie? Is het nodig om voor casussen waar geen consensus
over bestaat en de behandelaar en SCEN-arts een minderheidsstandpunt innemen een bredere
groep psychiaters te raadplegen over de vraag of aan alle zorgvuldigheidscriteria
is voldaan? Wat vind u van het voorstel van professor Denys om in het geval van jongere
patiënten «ter voorkoming van een sterk sturende aanpak van de eigen behandelaar»
(...) «het euthanasiebesluit over te laten aan een groep van behandelaars?»6 of in de woorden van Esther van Fenema in bovengenoemd artikel uit Medisch Contact
een «beraadslagingscommissie» in het leven te roepen?7
Vraag 11
Wat is er bekend over de rol van media-aandacht en het optreden van deze kleinere
groep psychiaters die vaker bereid is tot euthanasie op het aantal patiënten dat een
verzoek doet tot euthanasie? Herkent u het beeld, geschetst door Sisco van Veen in
zijn opinieartikel 3), dat er vaak alleen aandacht wordt besteed aan het relatief
kleine aandeel euthanasieverzoeken dat wordt ingewilligd en weinig aandacht wordt
besteed aan de patiënten die hun verzoek intrekken, herstellen of simpelweg niet in
aanmerking komen?
Vraag 12
Herkent u het beeld dat eerder door psychiater Jim van Os werd geschetst dat het vaker
uitvoeren van euthanasie bij psychisch lijden de pijn van het verder moeten leven
bij psychiatrisch patiënten doet toenemen en de motivatie voor verandering doet afnemen8?
Vraag 13
Kunt u deze vragen los van elkaar beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
R.Y. Hertzberger, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.