Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Een hypotheek voor een tiny house, Esther kreeg het voor elkaar: ‘Ik kan het nog steeds bijna niet geloven’’
Vragen van de leden Inge van Dijk en Vedder (beiden CDA) aan de Ministers van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Financiën over het bericht «Een hypotheek voor een tiny house, Esther kreeg het voor elkaar: «Ik kan het nog steeds bijna niet geloven»» (ingezonden 16 juli 2024).
Vraag 1
            
Zou u willen reageren op het bericht «Een hypotheek voor een tiny house, Esther kreeg
               het voor elkaar: «Ik kan het nog steeds bijna niet geloven»»?1
Vraag 2
            
In hoeverre en op welke manier ziet u het bouwen van tiny houses en flexwoningen als
               onderdeel van het aanpakken van de woningnood en het realiseren van meer bestaanszekerheid
               op het gebied van huisvesting?
            
Vraag 3
            
Zou u willen uitzoeken of een inschatting willen maken van hoeveel tiny houses er
               in Nederland zijn en op hoeveel er een hypotheek rust?
            
Vraag 4
            
Deelt u de zorgen over de beperkte mogelijkheden die er momenteel zijn om een hypotheek
               te kunnen krijgen voor een tiny house?
            
Vraag 5
            
Deelt u de opvatting dat de drempels voor het verkrijgen van een hypotheek voor een
               tiny house zo laag mogelijk zouden moeten zijn? Hoe gaat u deze drempels wegnemen
               of verlagen?
            
Vraag 6
            
Zou u willen reflecteren op de vraag hoe de ogenschijnlijke complexiteit van het verkrijgen
               van een hypotheek voor een tiny house of flexwoning een afschrikkende werking kan
               hebben op de groeiende groep mensen die overweegt in een tiny house of flexwoning
               te gaan wonen?
            
Vraag 7
            
Deelt u de opvatting dat deze (gepercipieerde) complexiteit daarmee een remmend effect
               kan hebben op de bouw en financiering van tiny houses en flexwoningen? Zou u willen
               reflecteren op de vraag hoe de aanpak van de woningnood daardoor wordt afgeremd?
            
Vraag 8
            
Welke inspanningen gaat u verrichten om hypotheekaanvragen voor tiny houses te vereenvoudigen,
               de slagingskans te verhogen en deze vereenvoudiging naar het bredere publiek bekend
               te maken, indachtig de rol en positie van hypotheekverstrekkers en uw eigen verantwoordelijkheid
               op het gebied van de volkshuisvesting?
            
Vraag 9
            
Bent u bereid om met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) in gesprek te gaan
               over verbetering van financieringsmogelijkheden van deze woonvormen? Zo ja, zou u
               de Kamer regelmatig willen informeren over de voortgang van deze gesprekken?
            
Vraag 10
            
Zou u willen reflecteren op de vraag hoe het niet kunnen krijgen van een hypotheek
               voor een tiny house, of alleen het kunnen verkrijgen van een hypotheek met zware aanvullende
               voorwaarden, inwerkt op toenemende kansenongelijkheid?
            
Vraag 11
            
Zou u voorgaande vraag ook willen beantwoorden in het licht van het feit dat deze
               woonvormen vaak worden gepresenteerd als een woonoplossing waarvoor minder kapitaalinleg
               nodig is, terwijl vanwege de geschetste complexiteit bij de hypotheekaanvraag er dus
               juist méér eigen inleg, of financiële hulp van bijvoorbeeld ouders, benodigd is?
            
Vraag 12
            
In hoeverre wordt de kansenongelijkheid daarmee juist vergroot, aangezien uitgerekend
               de beoogde doelgroep niet kan voorzien in die mate van eigen inleg, of kan bogen op
               financiële hulp van bijvoorbeeld ouders?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
Inge van Dijk, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
Eline Vedder, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.