Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake Verslag JBZ-Raad 13 en 14 juni 2024 (Kamerstuk 32317-882)
2024D28887 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd over de volgende stukken:
• Geannoteerde Agenda informele JBZ-Raad 22-23 juli 2024 (Kamerstuk 32 317, nr. 884)
• Verslag JBZ-Raad 13 en 14 juni 2024 (Kamerstuk 32 317, nr. 882)
De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Nispen
Adjunct-griffier van de commissie,
Burger
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
II Reactie van de bewindspersonen
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het verslag
van de JBZ-raad van 13 en 14 juni 2024 en van de agenda van de JBZ-Raad van 22 en
23 juli 2024. Deze leden stellen graag nog enkele vragen.
Verslag JBZ-Raad 13 en 14 juni 2024
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling in het verslag gelezen dat de
Europese Commissie het gemeenschappelijk implementatieplan voor het Asiel- en Migratiepact
gepubliceerd heeft. Wat betreft de implementatie heeft Nederland zich hard gemaakt
om in Europees verband te gaan werken met indicatoren, zodat zo concreet mogelijk
gemeten kan worden in hoeverre lidstaten daadwerkelijk de gemaakt afspraken nakomen.
Waarom heeft de Europese Commissie er uiteindelijk voor gekozen om niet te werken
met indicatoren? Zijn er volgens de Minister, gezien het ontbreken van deze indicatoren,
alternatieven om de voortgang van de implementatie van het Pact effectiever te meten?
De leden van de VVD-fractie weten dat verschillende lidstaten kritiek hebben op het
Asiel- en Migratiepact. Hierdoor bestaat er twijfel of alle lidstaten de gemaakte
afspraken daadwerkelijk zullen nakomen. De Europese Commissie kan echter pas vanaf
2026 door middel van een infractieprocedure in actie komen als lidstaten daadwerkelijk
zullen weigeren om het Pact gedeeltelijk of in zijn geheel niet in te voeren. Op welke
manier gaat Nederland bijdragen aan een tijdige implementatie en uitvoering van het
Pact door alle lidstaten?
Geannoteerde agenda informele JBZ-Raad 22-23 juli 2024
Werklunch: De externe dimensie van migratie
De leden van de VVD-fractie hebben gelezen dat het Hongaarse voorzitterschap zich
de komende periode hard wil maken voor alomvattende partnerschappen met derde landen
op het gebied van migratie. Als onderdeel hiervan zal Hongarije bij de lidstaten nagaan
met welke herkomst- en transitlanden als eerste afspraken gemaakt moeten worden over
migratie. Welke landen zijn voor Nederland prioriteit om afspraken over migratie mee
te maken? Is Nederland bereid om een voortrekkersrol te spelen bij het maken van afspraken
met herkomst- en transitlanden om irreguliere migratie naar Nederland en Europa zoveel
mogelijk te beperken en om effectieve en humane terugkeerregelingen te garanderen?
Op 1 februari jl. heeft de Europese Raad besloten om € 7,6 miljard extra beschikbaar
te stellen voor internationale samenwerking ten behoeve van de externe dimensie van
migratie. Wat is de inzet van Nederland bij het besteden van dit geld?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de aankomende JBZ-Raad. Daarover hebben zij nog enkele vragen.
Geannoteerde agenda informele JBZ-Raad 22-23 juli 2024
Werksessie I: De toekomst van samenwerking op terrein van binnenlandse zaken in de
EU
De leden van de Volt-fractie lezen dat het kabinet inzet op een spoedige en juiste
implementatie van het Asiel- en Migratiepact. Wat bedoelt de Minister met «juiste»
implementatie? Aan welke voorwaarden moet ten minste voldaan worden om te kunnen spreken
van een juiste implementatie?
Daarnaast begrijpen de leden van de Volt-fractie dat de Europese Commissie lidstaten
vraagt om de nationale implementatieplannen in december al op te leveren. Heeft de
Minister hierover al gesprekken gevoerd met de Europese Commissie? Wanneer verwacht
de Minister het overzicht van de Europese Commissie welke stappen er per lidstaat
moeten worden genomen om het pact operationeel te krijgen? En kan de Minister momenteel
al delen welke aanpassingen tot nu toe in kaart gebracht zijn voor Nederland? Acht
de Minister het haalbaar dat Nederland in december de implementatieplannen met de
Europese Commissie kan delen?
De leden van de Volt-fractie vinden het van belang dat er goede coördinatie is tussen
de Europese lidstaten voor de implementatie van Europese asielwetgeving. In dat kader
zijn zij ook positief gestemd over het feit dat de Europese Commissie meer regie neemt
om ervoor te zorgen dat lidstaten een eenduidige Europese implementatie nastreven.
Deelt de Minister deze mening? Kan de Minister een overzicht geven van het krachtenveld
met betrekking tot Europese implementatie? Spreekt Nederland in dit kader met andere
lidstaten om best practices uit te wisselen? Wordt er met omringende landen samengewerkt
om asielwetgeving, protocollen en procedures zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen
en zo ja, welke consequenties heeft dit voor Nederland?
De leden van de Volt-fractie blijven zich ook grote zorgen maken over de implementatie
van het Pact, met name waar het gaat om de grensprocedure en de daarbij horende detentie,
waaronder van kinderen. Deze zorgen gelden zowel voor de buitengrenzen in andere Europese
landen als in Nederland zelf. Hoe is Nederland van plan deze grensprocedure in te
zetten? In welk geval zal Nederland overgaan tot het detineren van gezinnen en kinderen?
Hoeveel capaciteit en financiering is hiervoor nodig, zowel met betrekking tot detentieplekken,
Koninklijke Marechaussee, IND en andere relevantie uitvoeringsorganisaties? Hoe verhoudt
zich dit tot de huidige capaciteit? Het gebrek aan capaciteit en financiering is ook
een groot probleem in de rest van de Europese Unie. Welke oplossingen ziet de Minister
hiervoor, nu Nederland naast andere lidstaten solidariteit op voorhand al heeft uitgesloten?
Werklunch: De externe dimensie van migratie
De leden van de Volt-fractie hebben grote zorgen over de voortzetting van het kabinetsbeleid
voor innovatieve oplossingen en het stimuleren van migratiedeals. Zij hebben daarover
nog enkele vragen.
De leden van de Volt-fractie vragen aan welke landen Nederland prioriteit wil geven
om partnerschappen mee te sluiten op Europees niveau. Hoe verhoudt zich dit naar verwachting
tot de agenda van de Europese Commissie met betrekking tot het sluiten van partnerschappen
met derde landen en het krachtenveld in de Europese Raad? Hoeveel Europese en nationale
financiering wil Nederland inzetten voor het sluiten van deze partnerschappen? Uit
welke middelen zou dit gefinancierd moeten worden volgens dit kabinet? Hoe verhoudt
zich dit tot de financiering voor de implementatie van het Pact? En wanneer wordt
er op Europees niveau een besluit verwacht over de programmering van de extra middelen
uit het OS-budget voor migratiedoeleinden?
Daarnaast vragen de leden van de Volt-fractie waar gelijkwaardige en duurzame partnerschappen
voor dit kabinet uit bestaan. Welke elementen moeten ten minste aanwezig zijn om te
kunnen spreken van een gelijkwaardig en duurzaam partnerschap? En hoe verhoudt zich
dit tot de eerdere migratiedeals van de Europese Commissie met bijvoorbeeld Tunesië,
Egypte en Mauritanië? Is de Minister van mening dat bijvoorbeeld het korten op ontwikkelingsfinanciering
onderdeel zou moeten zijn van deze partnerschappen, indien landen onderdanen niet
terug willen nemen of mensen in de ogen van het kabinet onvoldoende tegenhouden? Zo
ja, zou de Minister dan kunnen reflecteren op hoe zich dit verhoudt tot gelijkwaardigheid
in deze relatie?
Verder vragen de leden van de Volt-fractie de Minister te reflecteren op de doelmatigheid
en effectiviteit van dergelijke partnerschappen. Kan de Minister duidelijk bewijs
presenteren dat erop duidt dat er minder mensen op zee verdrinken door het afsluiten
van routes via migratiedeals? Hoe verklaart de Minister dan de toename van gevaarlijke
oversteken, zoals routes vanuit Senegal en Gambia als gevolg van het afsluiten van
de noordelijke kustlijn? Welke maatregelen worden door Nederland bepleit om te allen
tijde te voorkomen dat financiering gebruikt wordt voor onderdrukking van mensen in
deze partnerlanden? Kan de Minister toezeggen er bij de Europese Commissie op aan
te dringen grondig en onafhankelijk onderzoek te doen naar de bevindingen van het
Lighthouse Report?
De leden van de Volt-fractie maken zich ook grote zorgen over de voorgestelde maatregelen
van het vorige kabinet, zoals het afschaffen van het bandencriterium, herzien van
het concept veilig derde land en de mogelijkheid om mensen terug te sturen naar landen
van transit. Naast de grote risico’s met betrekking tot mensenrechtenschendingen,
refoulement en grootschalige detentie, kosten dit soort maatregelen veel geld. Is
de Minister zich bewust van het feit dat de kosten voor het terugsturen van asielzoekers
naar landen van transit, zoals bijvoorbeeld Rwanda een grote kostenpost met zich meebrengt
(in het Verenigd Koninkrijk kwam deze kost uit op 1.8 miljoen pond per asielzoeker)?
Hoe is de Minister van plan dergelijke kosten te betalen?
II Reactie van de bewindspersonen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Nispen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
M.C. Burger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.