Schriftelijke vragen : De aanpassing van ingegane variabele uitkeringen bij verzekeraars en pensioenfondsen
Vragen van het lid Joseph (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de aanpassing van ingegane variabele uitkeringen bij verzekeraars en pensioenfondsen (ingezonden 11 juli 2024).
Vraag 1
            
Bent u ermee bekend dat verzekeraars en pensioenfondsen sinds de inwerkingtreding
               van de Wet verbeterde premieregeling in 2016 al variabele uitkeringen kunnen aanbieden?
            
Vraag 2
            
Bent u bekend met de standaardmodellen voor de communicatie bij pensioenfondsen en
               verzekeraars1 die bedoeld zijn om deelnemers te begeleiden bij het maken van een keuze tussen een
               vast en een variabel pensioen?
            
Vraag 3
            
Kunt u aangeven welke risico’s voor de hoogte van de variabele uitkeringen op die
               standaardmodellen voor verzekeraars worden benoemd?
            
Vraag 4
            
Bent u bekend met de mogelijkheid om een vaste daling (danwel onder de Wet toekomst
               pensioenen (Wtp) een projectierendement in solidaire regeling) in de uitkering aan
               te bieden, waarmee de uitkering bij aanvang hoger begint?
            
Vraag 5
            
Bent u bekend met de wettelijke maximering op deze vaste daling, danwel het projectierendement
               (ten hoogste 35% van het verschil tussen de parameter voor aandelenrendement en de
               risicovrije rente en niet hoger dan consistent met het beleggingsbeleid) en de factsheet
               van De Nederlandsche Bank (DNB) hierover?2
Vraag 6
            
Bent u ermee bekend dat verschillende pensioenfondsen en verzekeraars aangekondigd
               hebben reeds ingegane variabele pensioenen flink te verlagen, en sommigen dit mogelijk
               inmiddels al gedaan hebben, omdat zij inmiddels een veel minder hoge vaste daling
               mogen gebruiken door de gestegen rente?3
Vraag 7
            
Kunt u een overzicht geven bij welke verzekeraars en pensioenfondsen met dalende variabele
               uitkeringen in het aanbod dit vraagstuk nog meer speelt? Kunt u aangeven hoe zij met
               dit vraagstuk omgaan? En, indien van toepassing, kunt u aangeven hoeveel de pensioenuitkeringen
               zijn gedaald gegeven het maximaal aangeboden dalingspercentage bij de aanbieder en
               de keuze voor een 100% variabele uitkering?
            
Vraag 8
            
Realiseert u zich dat in de standaardpensioencommunicatie niet wordt gewezen op het
               risico dat het dalingspercentage kan worden aangepast en wat de gevolgen daarvan kunnen
               zijn voor deelnemers?
            
Vraag 9
            
Kunt u aangeven of het risico van aanpassingen van lopende variabele uitkeringen,
               door een wijziging van het dalingspercentage als gevolg van mutaties in de parameters
               waaronder de marktrente, is beoogd? Of is dit een onbedoeld effect?
            
Vraag 10
            
Indien dit risico niet is beoogd, kunt u daarover duidelijkheid geven en indien nodig
               daarmee in lijn de wetgeving wijzigen?
            
Vraag 11
            
Indien dit risico wel is beoogd, kunt u ervoor zorgen dat de standaard communicatie
               over vaste en variabele uitkeringen wordt aangescherpt, zodat deelnemers die willen
               kiezen voor of te maken krijgen met een variabele uitkering ook op de hoogte zijn
               van dit risico?
            
Vraag 12
            
Kunt u de vragen één voor één binnen 3 weken beantwoorden?
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 
              
                  Indiener
Agnes Joseph, Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.