Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over het bericht 'Poland's capital Warsaw earmarks $30 million for bomb shelters and other security'
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister en Staatssecretaris van Defensie over het bericht «Poland's capital Warsaw earmarks $ 30 million for bomb shelters and other security» (ingezonden 25 april 2024).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 juni
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1762.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Poland's capital Warsaw earmarks $ 30 million for bomb
shelters and other security»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2
Ziet u ook de noodzaak om op de meest negatieve scenario’s voorbereid te zijn, kijkend
naar de huidige geopolitieke context?
Antwoord 2
De overheid bereidt zich voor op verschillende soorten dreigingen, waarbij verschillende
scenario’s worden uitgedacht. Landelijke crisisplannen geven invulling aan de voorbereidingen
op deze dreigingen, dit middels continu geactualiseerd en aangevulde scenario’s. Specifiek
in relatie tot militaire en hybride dreiging is het belang van voorbereiding op een
potentieel conflict de laatste jaren gegroeid.
De Ministeries van Defensie en Justitie en Veiligheid werken nauw samen in de aanpak
om maatschappelijke weerbaarheid en de militaire paraatheid tegen een statelijke dreiging
te verhogen. Er is al een goede basis om op voort te bouwen: onder coördinatie van
het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt nu al intensief gewerkt aan onder
meer de bescherming van de Nederlandse vitale infrastructuur, cyberveiligheid, economische
veiligheid, crisispreparatie in het kader van militaire dreigingen en de uitwerking
van de NAVO weerbaarheidsdoelstellingen. Daarnaast werkt Defensie intensief aan het
verhogen van de gereedheid van de krijgsmacht. De Minister van Defensie heeft, mede
namens de Minister van Justitie en Veiligheid, een Kamerbrief toegezegd over de maatschappelijke
weerbaarheid in relatie tot militaire dreiging. Hiermee wordt de Kamer na de zomer
geïnformeerd over de opgaven en doelstellingen voor de komende periode.
Vraag 3
Welke rol kunnen schuilkelders spelen bij een eventueel conflict waarbij Nederland
betrokken is?
Antwoord 3
Het is, en was, de verantwoordelijkheid van de gemeente om te beslissen of zij al
dan niet een openbare schuilgelegenheid aanbiedt. Tot 1990 had het Rijk een stimulerende
en ondersteunende rol ten aanzien van de openbare schuilgelegenheden.
In 1990 heeft het toenmalige kabinet besloten de rol van openbare schuilgelegenheden
bij de bescherming van de bevolking te beëindigen. Daarmee beëindigde het Rijk ook
zijn stimulerende en ondersteunende rol. Dit besluit is nog steeds van kracht. Op
dit moment spelen schuilkelders daarom geen rol bij een eventueel conflict waarbij
Nederland betrokken is.
Vraag 4 en 5
Wat is het aantal schuilkelders in Nederland? Zijn deze evenredig over het land verdeeld?
Zijn er gebieden in Nederland met een tekort aan schuilkelders?
Antwoord 4 en 5
Het Rijk heeft tot 1988 de bouw en het onderhoud van openbare schuilgelegenheden gestimuleerd
en ondersteund door het op verzoek van
gemeenten investeren in de nieuwbouw en het geven van bijdragen voor het beheer en
onderhoud. In haar brief van 18 juli 1988 aan de Tweede Kamer2 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken aangekondigd de investering
in nieuwe openbare schuilgelegenheden stop te zetten.
In het eindrapport Reorganisatie rampenbestrijding3 kondigde de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken tevens aan dat de bijdragen
voor het onderhoud werden stopgezet. Hiermee besloot het toenmalige kabinet feitelijk
de rol van openbare schuilgelegenheden bij de bescherming van de bevolking te beëindigen.
In 1990 werd de gemeenten de mogelijkheid geboden om eenmalig op kosten van het Rijk
de bestaande openbare schuilgelegenheden te preserveren.
Onder dit preserveren wordt verstaan het eenmalig treffen van voorzieningen aan de
werktuigkundige installaties, zoals de luchtzuiverings-, nooddrinkwater- en noodstroominstallaties,
in de openbare schuilgelegenheid teneinde deze installaties gedurende enkele jaren
(vijf à tien jaar) in een zekere basisconditie te houden. Hierdoor zou het mogelijk
zijn de installaties in die periode (tot maximaal vijf à tien jaar) weer operationeel
te maken.
In 1990 waren er in Nederland circa 100 kleinere en 72 grotere openbare schuilgelegenheden,
die aan een klein deel van de bevolking bescherming konden bieden (in totaal aan minder
dan een half miljoen mensen). Van de 72 grotere openbare schuilgelegenheden werden
er in 1990 op verzoek van de gemeenten 62 geheel of gedeeltelijk gepreserveerd of
nam de gemeente het onderhoud over. Tien openbare schuilgelegenheden werden direct
afgestoten. De huidige stand van zaken ten aanzien van de openbare schuilgelegenheden
is niet bekend.
Vraag 6 en 7
Wat zouden de kosten zijn van het opknappen van schuilkelders uit de Koude Oorlog?
Wat zijn de kosten van de bouw van nieuwe schuilkelders?
Zijn er vergelijkbare plannen in Nederland voor de bouw van nieuwe schuilkelders?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6 en 7
De staat en de bruikbaarheid van eventueel nog bestaande openbare schuilgelegenheden
en de kosten voor het eventueel opknappen daarvan zijn mij niet bekend. Ook zijn voornemens
en kosten voor de bouw van nieuwe openbare schuilgelenheden mij niet bekend.
In 1990 heeft het kabinet immers besloten de rol van openbare schuilgelegenheden bij
de bescherming van de bevolking te beëindigen, en dit besluit is nog steeds van kracht.
Vraag 8
Zijn er, buiten Polen, andere Europese landen die extra schuilkelders bouwen?
Antwoord 8
Dit is mij niet bekend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.