Schriftelijke vragen : Een project van 17 gangbare en biologische boeren voor zoetwateropslag dat vanwege een te laat toegekende subsidie in het water dreigt te vallen
Vragen van het lid Vedder (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over een project van 17 gangbare en biologische boeren voor zoetwateropslag dat vanwege een te laat toegekende subsidie in het water dreigt te vallen (ingezonden 27 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het samenwerkingsproject van zeventien akkerbouwers, fruittelers
en biologische groentetelers om in de gebiedspilot «Zoetwaterberging in West Zeeuws-Vlaanderen»
op achttien locaties zoetwaterberging te realiseren?
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een
positieve subsidiebeschikking voor dit project heeft afgegeven, voor subsidie vanuit
«Samenwerken aan groen-economisch herstel», maar dat de dienst ruim twintig maanden
nodig heeft gehad om tot dat besluit te komen?
Vraag 3
Is het juist dat de RVO pas eind juni 2023 een eerste verzoek naar de initiatiefnemers
heeft gestuurd voor aanvullingen op de aanvraag, terwijl de uiterlijke datum van beoordeling
van 18 juli 2022 was? Zo ja, waarom heeft dat zo lang geduurd?
Vraag 4
Klopt het tevens dat de uiteindelijke positieve beschikking pas op 31 oktober 2023
is afgegeven, meer dan twintig maanden nadat de subsidie was aangevraagd? Zo ja, kunt
u dan verklaren waarom de RVO zoveel tijd nodig heeft gehad om de aanvraag te beoordelen?
Vraag 5
Klopt het dat het uiterlijk op 31 december 2024 afronden van een project een voorwaarde
is voor de subsidies vanuit «Samenwerken aan groen-economisch herstel»?
Vraag 6
Begrijpt u dat de initiatiefnemers, pas nadat duidelijk was dat de subsidie werd toegekend,
konden beginnen met onder andere de vergunningaanvragen voor het project, noodzakelijke
onderzoeken zoals soortenonderzoek en de daadwerkelijke aanleg van de zoetwaterbergingen?
Vraag 7
Begrijpt u tevens dat het voor de initiatiefnemers, gezien de grote investeringen
van gezamenlijk ruim 3,8 miljoen euro, niet mogelijk was om op eigen risico (voor
afgifte van de subsidiebeschikking) te starten met het project en dat door de trage
behandeling van de subsidieaanvraag door de RVO het project niet meer voor 31 december
2024 kan worden afgerond?
Vraag 8
Deelt u de mening dat niet van de initiatiefnemers kan worden verwacht dat zij het
project alsnog voor het einde van het jaar afronden en dat uitstel van de realisatietermijn
daarom voor de hand ligt, gezien het bovenstaande en gezien het feit dat het voor
hen technisch onmogelijk is om voor de gestelde einddatum het project volledig af
te ronden?
Vraag 9
Kunt u uitleggen waarom de RVO niet bereid is om uitstel te verlenen, ondanks een
verzoek daartoe van de initiatiefnemers?
Vraag 10
Welke mogelijkheden ziet u om een oplossing te bieden voor dit project? Bent u bereid
om in gesprek te gaan met de RVO om ervoor te zorgen dat dit samenwerkingsproject
alsnog doorgang kan vinden?
Vraag 11
Kunt u tevens aangeven in hoeverre deze situatie een incident is of dat er meer projecten
zijn die wel een positieve subsidiebeschikking hebben gekregen voor een project in
het kader van «Samenwerken aan groen-economisch herstel», maar die door de trage behandeling
door de RVO en het vasthouden aan de deadline van 31 december 2024 alsnog niet zullen
worden gerealiseerd? Indien dit het geval is, om hoeveel projecten gaat dit en welk
subsidiebedrag is daar in totaal mee gemoeid?
Indieners
-
Gericht aan
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
Eline Vedder, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.