Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bushoff over het bericht ‘Faillissement dreigt nu ook voor zorg-bv huisartsenketen Co-Med’
Vragen van het lid Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Faillissement dreigt nu ook voor zorg-bv huisartsenketen Co-Med» (ingezonden 30 mei 2024).
Antwoord van Minister Dijkstra (Medische Zorg) (ontvangen 27 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Faillissement dreigt nu ook voor zorg-bv huisartsenketen
Co-Med» en wat is uw reactie op het mogelijk aanstaande faillissement van Co-Med?1
Antwoord 1
Ik heb het bericht gelezen en wil allereerst nogmaals benadrukken dat ik geschrokken
ben van de signalen over de situaties die zijn ontstaan bij Co-Med praktijken. Deze
situatie is onaanvaardbaar. Patiënten moeten erop kunnen rekenen dat ze bij een goede
huisarts terecht kunnen. Ik vind het zeer kwalijk dat de zorg bij een aantal locaties
van Co-Med niet op orde is.
Op 20 juni 2024 hebben de vier grote zorgverzekeraars hun overeenkomst met Co-Med
opgeschort. Dinsdag 25 juni jl. hebben de zorgverzekeraars aangegeven de contracten
met Co-Med te gaan beëindigen. Zorgverzekeraars concluderen dat Co-Med de continuïteit
van goede zorg niet kan garanderen. Daarom bieden zij een alternatieve oplossing voor
patiënten die ingeschreven staan bij een huisartsenpraktijk van Co-Med. De zorgverzekeraars
adviseren hun verzekerden om hier per direct gebruik van te maken.
Alle patiënten van Co-Med, ongeacht wie hun zorgverzekeraar is, kunnen via www.cz.nl/co-med per praktijk zien wat het alternatieve aanbod is. Alle patiënten van Co-Med zijn
vorig week ook schriftelijk op de hoogte gebracht en geadviseerd gebruik te maken
van het alternatieve aanbod.
Het nu beschikbare alternatieve aanbod is een tijdelijke oplossing. Per praktijk liggen
ook plannen klaar voor een structurele oplossing. Wanneer de structurele oplossing
van kracht kan gaan is afhankelijk van hoe de situatie rondom Co-Med zich ontwikkelt.
Zorgverzekeraars hebben mij laten weten ook het alternatieve aanbod dagelijks te controleren
op de gestelde kwaliteitseisen, zoals bereikbaarheid en beschikbaarheid van (huis)artsen
voor de patiënten.
Ik word al enige tijd regelmatig schriftelijk op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen
rondom Co-Med. Sinds 17 juni 2024 heb ik dagelijks contact met de NZa en de IGJ om
een update te krijgen over de situatie.
De NZa en de IGJ hebben aangegeven de situatie bij Co-Med zeer nauwlettend te volgen.
De IGJ heeft daarbij aandacht voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg en de NZa
voor kwaliteit van bedrijfsvoering en continuïteit van zorg. De IGJ en NZa wijzen
op alternatieven die de zorgverzekeraar aanbiedt.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat zowel patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars schetsen
over het onder druk staan van de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg bij bedrijfsketens
in de zorg in het algemeen en bij Co-Med in het bijzonder?
Antwoord 2
Op 4 maart 2024 heb ik uw Kamer het rapport «Opkomst van bedrijfsketens in de huisartsenzorg»
van de NZa en de IGJ toegestuurd2. In het rapport geven de IGJ en de NZa aan dat bedrijfsketens een bijdrage kunnen
leveren aan de toekomstbestendigheid van de huisartsenzorg in een veranderend zorglandschap.
Zo kunnen grote bedrijfsketens bedrijfsprocessen efficiënter inrichten, waardoor de
huisarts kan worden ontzorgd. Denk hierbij aan zaken zoals huisvesting, personeels-
en financiële administratie en contracten met zorgverzekeraars.
De NZa en de IGJ ontvangen echter ook meldingen en signalen van patiënten, zorgaanbieders
en zorgverzekeraars over bedrijfsketens in de huisartsenzorg. Uit hun reguliere onderzoek
naar deze meldingen blijkt dat de kwaliteit en toegankelijkheid van de huisartsenzorg
bij een deel van deze bedrijfsketens niet altijd voldoende geborgd is.
Op 18 april 2024 heb ik samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS) uw Kamer onze reactie op het bovengenoemde rapport toegestuurd en toegelicht
hoe het vervolgproces wordt vormgegeven3. Ik vind dat kwaliteit en toegankelijkheid van zorg bij het leveren van zorg voorop
moeten staan. Zorgaanbieders moeten altijd voldoen aan de eisen van kwaliteit en toegankelijkheid,
zoals die ook zijn vastgesteld in wet- en regelgeving. Dat geldt ook voor de bedrijfsketens
in de huisartsenzorg. De IGJ en NZa zien hierop toe en handhaven waar nodig, zoals
ook al gebeurd is de afgelopen periode. Uit het verkennend onderzoek van de toezichthouders
komt een aantal knelpunten naar voren met betrekking tot het reguliere toezicht op
deze ketens. De IGJ en NZa doen diverse aanbevelingen om hun toezicht op deze ketens
te verbeteren. In de brief van 18 april 2024 wordt aangegeven wat de vervolgstappen
zijn die ik ga nemen in het licht van de aanbevelingen van de IGJ en NZa.
Specifiek wat betreft Co-Med geldt volgens de IGJ dat de bereikbaarheid en de beschikbaarheid
van de zorg in meerdere huisartsenpraktijken structureel niet goed geregeld is. Om
die reden heeft de IGJ Co-Med een aanwijzing gegeven. De rechter heeft op 17 april
2024 geoordeeld dat de zakelijke weergave van de aanwijzing openbaar gemaakt kan worden.
De aanwijzing is per 9 februari 2024 ingegaan en loopt een half jaar.
Co-Med moet tijdens de looptijd van deze aanwijzing onder andere gegevens aanleveren
waaruit blijkt dat de continuïteit van de (spoedeisende) huisartsenzorg tijdens praktijkuren
is geregeld. Uit inspectieonderzoek blijkt dat Co-Med nog steeds in strijd handelt
met de aanwijzing genoemde LHV-Richtlijnen voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid
van de huisartsenzorg en daarmee in strijd met artikel 2 en 3 van de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Om te bewerkstelligen dat alsnog wordt voldaan
aan de aanwijzing heeft de
inspectie Co-Med op 18 juni 2024 een last onder dwangsom opgelegd. Op dit moment bekijkt
de IGJ nog wat de beëindiging van het contract door de verzekeraars betekent voor
de opvolging van het besluit van 18 juni 2024 om een last onder dwangsom op te leggen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat korte termijn winstbejag en kwaliteit en toegankelijkheid van
zorg op gespannen voet met elkaar staan?
Antwoord 3
Ik deel de mening dat financiële belangen (zowel op de korte als op de lange termijn)
nooit voor de maatschappelijke belangen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid
mogen gaan. Daarbij kunnen deze verschillende belangen met elkaar schuren, maar dit
hoeft niet altijd het geval te zijn. Het onderzoeksrapport van EY naar private equity
in de zorg laat bijvoorbeeld zien dat er op basis
van de beschikbare data geen aanwijzingen zijn dat door private equity gefinancierde
zorgaanbieders slechter presteren dan andere zorgaanbieders op het gebied van kwaliteit,
toegankelijkheid en betaalbaarheid4.
Vraag 4
Is er bij het bedrijf Co-Med sprake van «Too big to fail»? Oftewel: staat de toegankelijkheid
van zorg voor een hele regio onder druk te staan als het failliet gaat?
Antwoord 4
Co-Med is een grote zorgaanbieder van huisartsenzorg, maar ook al omdat de zorg zich
niet concentreert in één regio en verspreid is over het land, deel ik de stelling
«too big to fail» in deze niet.
Vraag 5 en 6
Kunt u in kaart brengen wat het eventuele gevreesde faillissement van Co-Med concreet
betekent voor de bereikbaarheid en toegankelijkheid van zorg voor de 50.000 patiënten?
Hoeveel patiënten zijn er dan per huisarts? Is de norm van 2095 patiënten en per huisarts
nog realistisch haalbaar?
Hoe gaat u het faillissement van een bedrijf waar de huisartsenzorg van 50.000 patiënten
is ondergebracht opvangen? Hoe blijft een huisarts toegankelijk voor deze 50.000 patiënten?
Antwoord 5 en 6
Het huidige continuïteitsbeleid – dat is aangescherpt na de faillissementen van het
MC Slotervaart en het MC IJsselmeerziekenhuizen – houdt in dat zorgaanbieders, zorgverzekeraars
en de toezichthouders IGJ en NZa als eersten aan zet zijn bij mogelijke continuïteitsrisico’s.
Centrale regie is in het uiterste geval noodzakelijk wanneer het betrokken partijen
zelf niet lukt om een goede oplossing te vinden en financiële problemen, naar oordeel
van de NZa en IGJ, leiden tot een onbeheersbare situatie met risico’s voor de patiëntveiligheid
tot gevolg.
Het Ministerie van VWS zal in dat geval alle betrokken partijen bij elkaar roepen
en aanspreken op hun verantwoordelijkheden5.
Zoals nader uiteengezet in mijn antwoord op vraag 1 stellen de vier grote zorgverzekeraars
en de toezichthouders IGJ en NZa in de huidige situatie bij Co-Med alles in het werk
om de continuïteit van zorg te waarborgen. Ik word al enige tijd regelmatig schriftelijk
op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen rondom Co-Med. Sinds 17 juni 2024 heb
ik dagelijks contact met de NZa en de IGJ om een update te krijgen over de situatie.
De verzekeraars hebben maatregelen genomen om de continuïteit van de huisartsenzorg
voor de patiënten van Co-Med te realiseren.
De praktijken van Co-Med verschillen in grootte. Ik heb geen zicht op het aantal patiënten
per huisarts. Het aantal van 2095 patiënten per fulltime huisarts is overigens geen
norm, maar een praktijkgrootte die de NZa hanteert bij het vaststellen van de tarieven
voor de huisartsenzorg. Het staat praktijkhouders vrij om meer of minder patiënten
in te schrijven.
Vraag 7
Kunt u in kaart brengen in hoeverre de commercialisering van de huisartsenzorg heeft
bijgedragen aan het nijpende huisartsentekort in Enschede, ook gezien het feit dat
Co-Med Enschede voor 8800 patiënten slechts twee huisartsen ter beschikking heeft?
Antwoord 7
Ik beschik niet over informatie om in kaart te kunnen brengen in hoeverre de commercialisering
van de huisartsenzorg bijdraagt aan een huisartsentekort in Enschede. Daarbij zou
overigens ook commercialisering wel nader gedefinieerd moeten worden. Wel is mij bekend
dat de regionale huisartsenorganisatie SHT-THOON, met hulp en steun van alle huisartsen
in Twente, op 10 juni 2024 een nieuwe huisartsenpraktijk heeft geopend voor mensen
zonder huisarts6.
Overigens is elke zorgaanbieder in Nederland, ongeacht de achtergrond of financieringswijze,
verplicht kwalitatief goede zorg te verlenen. Dit geldt ook voor aanbieders van huisartsenzorg.
Zij moeten voldoen aan dezelfde randvoorwaarden en kwaliteitskaders zoals die zijn
vastgelegd in wet- en regelgeving en in de veldnormen opgesteld door de beroepsgroep.
Binnen deze kaders hebben aanbieders van huisartsenzorg veel vrijheid om de (organisatie)vorm
waarin de zorg wordt geleverd, zelf in te vullen. Hierbij is het niet voorgeschreven
hoeveel patiënten er per huisarts mogen zijn. Wel kunnen er risico’s optreden, bijvoorbeeld
wanneer het realiseren van winst belangrijker wordt dan de kwaliteit van zorg.
Co-Med voldeed niet aan de gestelde eisen en daarom heeft de toezichthouder IGJ handhavend
opgetreden. Voor goede kwaliteit en toegankelijkheid van huisartsenzorg vind ik het
van groot belang dat er goede invulling wordt gegeven aan de kernwaarden van huisartsenzorg.
De IGJ en de NZa besteden specifiek aandacht aan de kernwaarden «continuïteit» en
«persoonsgerichtheid» in hun rapport «Opkomst van bedrijfsketens in de huisartsenzorg»7. Zij doen voor het toezicht van de IGJ de aanbeveling aan de beroepsgroep en patiëntvertegenwoordigers
om deze kernwaarden voor de huisartsenzorg te vertalen naar uitgangspunten en – waar
mogelijk – normen. Door huisartsenzorg te leveren volgens deze kernwaarden, kunnen
we in de toekomst situaties voorkomen waarbij de toegankelijkheid in het geding komt.
Om die reden ga ik, samen met het veld, op basis van de aanbeveling van de IGJ en
NZa in gesprek om deze kernwaarden te concretiseren en waar mogelijk te vertalen in
normen.
Vraag 8
Vindt u het wenselijk dat er meer bevoegdheden komen om overnames in de zorg tegen
te houden als de kwaliteit de kwaliteit van zorg in het geding is, de prijzen te veel
stijgen of er te veel marktmacht ontstaat, zodat de ontstane situatie bij Co-Med in
de toekomst kan worden voorkomen?
Antwoord 8
Naar mijn mening speelt toetsing van concentraties (zoals een fusie of overname) een
belangrijke rol bij een tijdige signalering van risico’s voor individuele zorgverlening.
Een dergelijke toetsing draagt bij aan het voorkomen van problemen op het gebied van
bijvoorbeeld continuïteit en kwaliteit van zorg. De huidige toetsing van concentraties,
zoals belegd bij de NZa in de vorm van de Zorgspecifieke fusietoets, biedt echter
zeer beperkt de mogelijkheid om evident onwenselijke concentraties op inhoudelijke
gronden tegen te houden. Het is daarom wenselijk om de gronden uit te breiden op basis
waarvan de NZa zich kan onthouden van goedkeuring aan een concentratie. Daarbij denkt
het kabinet aan een (ruimere) toets op continuïteit van zorg, kwaliteit van zorg en
onrechtmatig gedrag met betrekking tot de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).
Recent heeft de Minister van VWS een brief aan uw Kamer verzonden waarin uitgebreid
wordt toegelicht hoe het kabinet dit wenst vorm te geven8.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.