Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Veldkamp, Olger van Dijk en Van Hijum over de toegenomen onveiligheid op de treindienst Zwolle-Emmen
Vragen van de leden Veldkamp, Olger van Dijk en Van Hijum (allen Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over de toegenomen onveiligheid op de treindienst Zwolle-Emmen (ingezonden 3 mei 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid), mede namens de
Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 25 juni 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1827.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Explosieve stijging aantal incidenten in trein
Zwolle-Emmen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het gegeven dat het aantal incidenten met zwartrijden en het aantal
gevallen van mishandeling en bedreiging van treinpersoneel in het eerste kwartaal
van dit jaar fors is gestegen ten opzichte van de, toen al zorgwekkende, situatie
in 2023?
Antwoord 2
Ik herken slechts gedeeltelijk het beeld dat het aantal incidenten op de Vechtdallijn
is toegenomen. In het nieuwsartikel wordt het eerste kwartaal van 2024 vergeleken
met het eerste kwartaal van 2023. De stijging van het aantal geregistreerde incidenten
ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023 komt door de inzet van het service-
en veiligheidsteam op de Vechtdallijn. Zij zijn sinds het tweede kwartaal van 2023
volledig operationeel. Dit team reist in koppels mee met alle treinen die rijden tussen
Zwolle en Emmen, waardoor bijna alle reizigers op deze route gecontroleerd worden.
Hierdoor worden zwartrijders veel vaker geregistreerd dan vóór april 2023.
De stijging is met name te zien in de zogenaamde B-incidenten, waarbij het gaat om
reizigers die geen vervoersbewijs bij zich hebben en waarvoor de politie ter plaatse
moet komen. Wanneer iemand niet over een vervoersbewijs beschikt en ook geen geldig
identiteitsbewijs bij zich heeft, moet de politie ter plaatse komen om een identiteitscontrole
uit te voeren.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke maatregelen u in de afgelopen jaren samen met de provincie als
concessieverlener met het vervoersbedrijf Arriva heeft getroffen om de overlast en
agressie tegen te gaan? Welke menskracht en financiële middelen heeft u ter beschikking
gesteld om deze aanpak te ondersteunen?
Antwoord 3
Vanwege de structurele sociale veiligheidsproblemen zijn in de afgelopen jaren, samen
met Arriva en de provincies Drenthe en Overijssel, verschillende maatregelen genomen
om incidenten te voorkomen en het veiligheidsgevoel van reizigers en personeel te
waarborgen. In 2021 is geëxperimenteerd met het werken in koppels van stewards, waarbij
de minimumeis van één persoon per trein tijdelijk werd losgelaten. Met ingang van
2022 is teruggekeerd naar één steward per trein, en is extra personeel ingezet om
perroncontroles uit te voeren op stations in Zwolle en Emmen.
Deze maatregelen hebben het veiligheidsgevoel van personeel en reizigers vergroot,
maar hebben vooralsnog niet geleid tot een vermindering van incidenten. Om het veiligheidsgevoel
verder te verbeteren heeft Arriva ervoor gekozen om weer over te gaan op de inzet
van twee stewards per trein, waardoor in principe elke reiziger op de Vechtdallijn
wordt gecontroleerd. De inzet van deze medewerkers wordt gezamenlijk gefinancierd
door de concessieverleners provincies Drenthe en Overijssel en het Ministerie van
Justitie en Veiligheid.
Daarnaast werken het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat, COA en openbaar vervoerders aan diverse aanvullende maatregelen die
op landelijk niveau de sociale veiligheid in het openbaar vervoer moeten verbeteren.
Deze omvatten het verbeteren van de informatievoorziening aan asielzoekers over het
gebruik van het openbaar vervoer, de invoering van een nieuw betaalmiddel bij het
COA en de verbetering van de gegevensdeling tussen het openbaar vervoer en de migratieketen.
Vraag 4
Deelt u de conclusie van de Vakbond voor Rijdend Personeel, waaronder Machinisten,
Conducteurs, Medewerkerkers Tickets & Service en Veiligheid & Service (VVMC) dat de
aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, mede omdat er geen controles meer plaatsvinden
op de stations?
Antwoord 4
Ik deel het beeld dat door de VVMC wordt geschetst niet. Hoewel de maatregelen in
2021 en 2022 niet hebben geleid tot een vermindering van het aantal incidenten, hebben
ze wel het veiligheidsgevoel van het personeel en de reiziger vergroot. Arriva zet
twee stewards per trein in. Hierdoor wordt in principe elke reiziger op de Vechtdallijn
gecontroleerd, wat een positief effect heeft op het veiligheidsgevoel van reizigers
en medewerkers.
Vraag 5
Deelt u de conclusie van de provincie Overijssel dat de «vliegende brigades» die het
treinpersoneel ondersteunen wel succesvol zijn? Is voor deze aanpak voldoende capaciteit
beschikbaar in verhouding tot de ernst van het probleem?
Antwoord 5
Zowel de vervoerder, de provincies als het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn
tevreden met de huidige aanpak en de beschikbare capaciteit. De inzet van de «vliegende
brigades» heeft bijgedragen aan een verhoogd veiligheidsgevoel bij zowel personeel
als reizigers. Op dit moment zie ik geen reden om de huidige aanpak te intensiveren,
maar ik blijf de ontwikkelingen samen met de provincies Drenthe en Overijssel volgen.
Vraag 6
Bent u bereid met Arriva in gesprek te gaan over cameratoezicht in treinen op de Vechtdallijn
Zwolle-Emmen vanwege de grote overlast, naast de bodycams voor het treinpersoneel?
Antwoord 6
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zal het gebruik van camera’s nogmaals
met Arriva bespreken. Arriva geeft in de tussentijd aan dat elke trein op de Vechtdallijn
reeds beschikt over camera’s. Daarnaast dragen alle medewerkers van Service & Veiligheid
en stewards met boa-bevoegdheid een bodycam.
Vraag 7
Hoeveel aanhoudingen zijn er in het afgelopen jaar (2023) en in het eerste kwartaal
van 2024 verricht, welke sancties zijn er vervolgens opgelegd, en voor welke overtredingen
en/of misdrijven?
Antwoord 7
Vervoerders registreren hun incidenten volgens de ABC-methodiek. De aangiftewaardige
incidenten vallen in categorie A en vallen onder het strafrecht. B-incidenten zijn
overtredingen van de Wet Personenvervoer 2000 en C-incidenten zijn overtredingen van
het Besluit personenvervoer en de huisregels van vervoerders.
Arriva meldt dat er in het eerste kwartaal van 2024 twaalf A-incidenten zijn geregistreerd,
vergeleken met gemiddeld elf per kwartaal in 2023. Het aantal B-incidenten betrof
in het eerste kwartaal van 2024 330, tegenover gemiddeld 198 incidenten per kwartaal
in 2023. Het aantal C-incidenten was zes in het eerste kwartaal van 2024 en is daarmee
lager dan het gemiddelde van tien per kwartaal in 2023.
De meeste B-incidenten zijn B3-incidenten, waarbij reizigers zonder geldig vervoersbewijs
reizen. Het aantal B3-incidenten is gestegen van veertig in het eerste kwartaal van
2023 naar 303 in het eerste kwartaal van 2024. Arriva verklaart deze stijging mede
door het vervangen van de perroncontroles op de Vechtdallijn door controles in elke
trein op deze lijn, waardoor elke reiziger op deze lijn momenteel gecontroleerd wordt.
Vraag 8
Bent u bereidt de mogelijkheden van een algemeen OV-verbod voor notoire zwartrijders
te onderzoeken, dat geldt voor alle OV-bedrijven in Nederland?
Antwoord 8
Voor het opleggen van OV-verboden geldt de eis dat het verbod in enige vorm wordt
beperkt in tijd, omvang of plaats. Hiertoe is een leidraad opgesteld door het Openbaar
Ministerie (OM) in samenspraak met vervoerders en de politie waarin delicten met bijbehorende
strafmaten staan beschreven. In deze leidraad voor het opleggen van reis- en verblijfsverboden
heeft het OM de mogelijkheid voor een landelijk reisverbod uitgesloten vanwege de
proportionaliteit, de impact op iemands mobiliteit en daaropvolgend diens deelname
aan de maatschappij.2 Vervoerders onderzoeken op dit moment de mogelijkheden om sneller en/of in meer soorten
situaties een tijdelijk reisverbod op te leggen binnen de ruimte die de leidraad biedt.
Vraag 9
Klopt de suggestie dat de toename van het aantal incidenten met name wordt veroorzaakt
door zogeheten «veiligelanders» uit het AZC in Ter Apel?
Antwoord 9
Er zijn geen cijfers beschikbaar over de nationaliteiten van de personen die de incidenten
veroorzaken. Bij het registreren van incidenten wordt er geen onderscheid gemaakt
op basis van nationaliteit. Het is voor vervoerders namelijk niet toegestaan om dit
onderscheid te maken.
Vraag 10
Welke mogelijkheden ziet u om strenger op te treden tegen asielzoekers die veroordeeld
zijn voor overlast, bedreiging of geweld? In welke mate en bij welke veroordelingen
worden veroordeelden overgeplaatst naar een handhavings- en toezichtslocatie? Welke
mogelijkheden ziet u binnen het geldend recht om maatregelen zoals overplaatsing en
een aangescherpte meldplicht te intensiveren?
Antwoord 10
Het COA zet in op verschillende pilots om overlast te voorkomen. Daarnaast kan het
COA verschillende maatregelen opleggen aan overlastgevers, waaronder het overplaatsen
naar een andere locatie voor een time-out. Asielzoekers die (ernstige) overlast, bedreiging
of geweld veroorzaken, kunnen worden geplaatst op de handhavings- en toezichtslocatie
in Hoogeveen. Voorts heb ik uw Kamer bij brief van 17 mei 2024 over de stand van zaken
van de procesbeschikbaarheidslocatie (PBL) geïnformeerd.3
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.