Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht 'Voor miljarden aan zorgfraude gepleegd, maar pakkans nihil: ’En zorgpremies stijgen steeds meer’
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Voor miljarden aan zorgfraude gepleegd, maar pakkans nihil: «En zorgpremies stijgen steeds meer»» (ingezonden 7 mei 2024).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 20 juni 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1847.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Voor miljarden aan zorgfraude gepleegd, maar pakkans
nihil: «En zorgpremies stijgen steeds meer»»?1
Antwoord 1
Ik vind het verwerpelijk dat er misbruik wordt gemaakt van publieke zorggelden en
dat patiënten daar de dupe van worden. Het bericht ondersteunt het belang van de ingezette
aanpak om meer te sturen op het voorkomen en aanpakken van zorgfraude. Onder andere
door betere gegevensdeling middels de Wet bevorderen samenwerken en rechtmatige zorg
(Wbsrz), en de uitbreiding van de vergunningsplicht tot alle zorginstellingen, met
het onlangs door uw Kamer aangenomen amendement Bushoff. Naar aanleiding van de pilot
screening van nieuwe zorgaanbieders, uitgevoerd met de DSW, NZa, IGJ en CIBG, wordt
gewerkt aan andere mogelijkheden om de screening te verbeteren. Daarnaast werk ik
met het Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz)
onder andere aan de uitbreiding van mogelijkheden om in te grijpen, door een vergunning
te weigeren dan wel in te trekken.
Vraag 2
Welke stappen gaat u zetten om ervoor te zorgen dat de aanpak van zorgfraude wordt
verbeterd? Hoe wordt daarbij geborgd dat onschuldige mensen niet in de problemen komen?
Antwoord 2
Ik vind samen met de partijen in het veld dat de aanpak van zorgfraude beter kan en
moet, en werk samen met hen aan diverse maatregelen die de aanpak van zorgfraude moeten
verbeteren. Er zijn daarin ook al belangrijke stappen gezet.
Enkele maatregelen zijn:
• De effectievere aanpak van complexe netwerken in de wijkverpleging, de proeftuinen
in Twente en Hart van Brabant, en de inzet van de IGJ en het OM op het gebied van
diplomafraude en het vergroten van het bewustzijn bij werkgevers hoe daar zelf wat
aan te kunnen doen.
• Met de Wbsrz zijn wettelijke grondslagen gemaakt voor het Waarschuwingsregister zorgfraude
en het kunnen delen van gegevens tussen instanties in het zorgdomein en de Stichting
IKZ voor het verrijken van signalen.
• Ook wordt, zoals eerder gezegd, gewerkt aan mogelijkheden om de screening te verbeteren.
Voor een breder overzicht verwijs ik u graag naar de jaarbrief die ik uw Kamer op
26 oktober 2023 stuurde.2
Helaas is de bestrijding van zorgfraude niet eenvoudig. Het is complexe materie en
het vergt veel inspanning van betrokken partijen: het is daarom belangrijk om de eerlijke
boodschap mee te geven, dat als we ons zorgsysteem toegankelijk en
werkbaar willen houden we nooit alle mazen voor niet-integere zorgaanbieders kunnen
dichten. De aspecten van privacy en regeldruk komen in dit kader ook in uw Kamer regelmatig
aan de orde.
Vraag 3
Hoe voorkomt u dat er nu meer zorggeld naar de fraudebestrijding gaat, zonder dat
dit zorgt voor minder fraude?
Antwoord 3
Het effect van fraudebestrijding is moeilijk te kwantificeren, maar er wordt ingezet
op effectieve fraudebestrijding door een combinatie van maatregelen ten behoeve van
het voorkomen, stoppen en bestraffen van fraude. Voor de verschillende maatregelen
verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Waarom kiest u ervoor om nu honderden miljoenen te bezuinigingen op de zorg voor mensen,
terwijl er nog voor miljarden euro’s per jaar wordt gefraudeerd in de zorg en prioriteit
zou moeten zijn om dit zorggeld naar zorg te laten gaan? Bent u het ermee eens dat
door nu te bezuinigen op de zorg de zorg dubbel financieel wordt geraakt: een verlies
van miljarden aan zorggeld door fraude dat niet aan zorg wordt besteed en daar bovenop
nog extra bezuinigingen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Ik deel uw conclusie niet. Bovendien is er geen sprake van een vermindering van de
zorguitgaven, maar beperking van de groei. De maatregelen van het huidige demissionaire
kabinet zijn erop gericht om door beheersing van de groei van de zorguitgaven de zorg
ook in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Naast financiële houdbaarheid
speelt ook personele houdbaarheid een rol, want de zorg doet een steeds groter beroep
op de krappe, en steeds krapper wordende, arbeidsmarkt. De zorg toegankelijk en betaalbaar
houden, willen we realiseren door verschillende maatregelen te nemen, zoals het bevorderen
van passende zorg en stimuleren van doelmatigheid. Zoals eerder aangegeven is in de
context waarin we ons zorgsysteem toegankelijk, en de werkdruk beheersbaar willen
houden, het aanpakken van zorgfraude complexe materie die veel inspanning vergt. Ik
hecht eraan op te merken dat de omvang van zorgfraude een schatting is. Verschillende
onderzoeken hebben uitgewezen dat de omvang van zorgfraude niet goed is te kwantificeren.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat de huidige manier waarop de zorg nu is ingericht, met een
onoverzichtelijke «markt», met een wildgroei aan aanbieders die onder andere via open-house
procedures gestimuleerd wordt, het makkelijker maakt om weg te komen met zorgfraude?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Op dit moment voert de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
een verkenning uit naar de effecten van een zgn. open house constructie ter uitvoering
van de motie van Kamerleden Peters en Hijink, waarin de regering wordt gevraagd hoe
winstuitkeringen, private-equity beleggers en open-houseconstructies beperkt, afgeschaft
en/of geweerd kunnen worden binnen de Jeugdwet.3 Daarin wordt onder meer het antwoord op uw vraag onderzocht, ook in relatie tot bijvoorbeeld
het contractmanagement en het toezicht. Op een conclusie op die vragen wil de Staatssecretaris
van VWS nu dan ook niet vooruitlopen. Het onderzoek wordt naar verwachting in de zomer
van 2024 afgerond. Na afronding van dit onderzoek zal de Staatssecretaris van VWS
uw Kamer berichten over de uitkomsten van dit onderzoek.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat het minder aantrekkelijk zou worden om te frauderen met
zorggeld als het in de gehele zorg verboden zou worden om winst uit te keren, aangezien
het dan lastiger zou worden om als fraudeur persoonlijk te profiteren van fraude?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Nee. Ik ben van mening dat commerciële activiteiten van zorgaanbieders ook positieve
effecten kunnen hebben op de zorg, zoals prikkels tot innoveren en efficiëntie, of
een bijdrage aan de toegankelijkheid van zorg. Dat neemt niet weg dat aanbieders die
frauduleus omgaan met zorggeld niet in de zorg thuishoren. In relatie tot het uitkeren
van winst, zie ik wel risico’s voor de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg wanneer
aan het realiseren van (uitkeerbare) winst een groter belang wordt gehecht dan aan
de publieke belangen. Alle aanbieders, ook commerciële aanbieders, dienen zich daarom
te houden aan de geldende wet- en regelgeving. Dat vraagt om integere bedrijfsvoering
van zorgaanbieders, waarbij zij verantwoord omgaan met keuzes rondom winstuitkering.
Op dit moment heb ik het wetsvoorstel voor de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en
jeugdhulpaanbieders (Wibz) in voorbereiding. Met dit wetsvoorstel wordt ook de mogelijkheid
gecreëerd voorwaarden te kunnen stellen aan winstuitkeringen die risico’s vormen voor
de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat als er geen marktwerking zou zijn in de zorg, er ook minder
tot geen sprake zou zijn van malafide zorgondernemers en zorgcowboys? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 7
Nee. Zoals reeds aangegeven in het antwoord op vraag 6 ben ik van mening dat gereguleerde
marktwerking en daarmee commerciële activiteiten van zorgaanbieders ook positieve
effecten kunnen hebben op de zorg. Daarnaast kunnen zorgverzekeraars in hun inkoopbeleid
voorwaarden stellen aan zorgaanbieders en kiezen zij ervoor om wel of geen contract
aan te gaan. Tot slot dienen alle zorgaanbieders zich te houden aan geldende wet-
en regelgeving in de zorg. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) zien daarop toe. Ik ben van mening dat dit toezicht op verschillende
manieren nog verder versterkt kan worden, bijvoorbeeld met het eerder genoemde wetsvoorstel
voor de Wibz. Daarnaast hebben de Minister voor Medische Zorg en ik een brief gestuurd
aan uw Kamer, naar aanleiding van een rapport van de Nza en IGJ over de opkomst van
bedrijfsketens in de huisartsenzorg. Daarin gaan wij uitgebreider in op de aanbevelingen
die beide toezichthouders doen om beter toezicht te kunnen houden op bedrijfsketens.4 Tot slot heb ik recent een brief gedeeld met uw Kamer waarin ik enkele maatregelen
benoem om mogelijke risico’s op nadelige effecten van investeringen door commerciële
partijen voor de kwaliteit, toegankelijkheid of betaalbaarheid van zorg te mitigeren.5
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat als er geen marktwerking zou zijn in de zorg, er minder
zorgaanbieders zouden zijn en toezicht op de kwaliteit en besteding van geld makkelijker
zou zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Nee. Ik vind het van belang dat zorgverzekeraars in de zorginkoop voldoende speelruimte
hebben om te sturen op het aantal zorgaanbieders in hun werkgebied, om daarmee de
toegankelijkheid van zorg te borgen. Dat kan ook betekenen dat een zorgverzekeraar
juist meer zorgaanbieders contracteert, rekening houdend met de effecten daarvan op
de betaalbaarheid en kwaliteit van zorg. Zoals aangegeven in het antwoord op de vragen
6 en 7, dienen zorgaanbieders zich vervolgens te houden aan de geldende wet- en regelgeving
in de zorg. Daar waar nodig vergt dit mogelijk aanpassing van bestaande wet- en regelgeving,
om de toezichthouder beter in staat te stellen ongewenste praktijken te bestrijden.
Vraag 9
Bent u tot het inzicht gekomen dat de zorg geen markt is en door het wel als markt
te organiseren de zorg duurder, slechter en fraudegevoeliger is geworden? Kunt u uw
antwoord toelichten? Welke stappen gaat u zetten om de markt uit de zorg terug te
dringen? In hoeverre ziet u een zorgstelsel zonder marktwerking, zoals een Nationaal
Zorgfonds, als onderdeel van de oplossing van de problemen met zorgfraude?
Antwoord 9
Zoals aangegeven in de antwoorden op de vragen 6, 7 en 8 vind ik het van belang dat
er voldoende prikkels bestaan voor innovatie en efficiëntie, om daarmee de betaalbaarheid,
toegankelijkheid en kwaliteit van zorg te verbeteren. Dat is in het belang van patiënten,
cliënten en burgers. Zoals eerder aangegeven richt ik mij daarom op het verbeteren
van bestaande wet- en regelgeving, om daar waar nodig inkopers en de toezichthouder
beter in staat te stellen ongewenste praktijken te bestrijden.
Vraag 10
Welke gevolgen heeft zorgfraude voor de kwaliteit van de zorg voor mensen die zorg
nodig hebben, en hoe garandeert u dat deze kwaliteit niet in het geding komt?
Antwoord 10
Zorgfraude kan een risico vormen voor de kwaliteit van zorg. De IGJ houdt toezicht
op de kwaliteit van zorg en kan in voorkomende gevallen maatregelen treffen. Onlangs
heeft uw Kamer het amendement Bushoff aangenomen, waarmee
de vergunningsplicht wordt uitgebreid tot alle zorginstellingen. Doel van de uitbreiding
van de vergunningplicht is een extra drempel om te kunnen starten met zorgverlening,
en zo het kaf van het koren te scheiden en de risico’s voor de kwaliteit te beperken.
Vraag 11
In hoeverre is de capaciteit van de arbeidsinspectie en het Openbaar Ministerie voldoende
om mensen die structureel frauderen met zorggeld te vervolgen?
Antwoord 11
De opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie pakt fraude met zorggeld aan door strafrechtelijke
onderzoeken te doen. Zij doet dat door het strafrecht – een arbeidsintensief middel –
in overleg met het Openbaar Ministerie, weloverwogen in te zetten. Strafrecht alleen
kan een maatschappelijk probleem als fraude met zorggeld niet oplossen. Meer capaciteit
maakt dit niet anders. De aanpak van fraude met zorggeld vergt een ketenbrede inspanning.
Deze strekt zich uit van preventieve maatregelen, zoals fraudebestendige regelgeving,
beleid en uitvoeringspraktijk, tot aan de inzet van handhavingsmiddelen als controle,
toezicht, opsporing en afdoening.
Vraag 12
Bent u bereid om deze vragen één voor één te beantwoorden en niet te clusteren?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.