Schriftelijke vragen : Het niet op orde hebben van het toezicht op de geheime diensten
Vragen van de leden Kathmann (GroenLinks-PvdA) en Koekkoek (Volt) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister-President over het niet op orde hebben van het toezicht op de geheime diensten (ingezonden 20 juni 2024).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het voorwoord uit het CTIVD Jaarverslag 2023, waarin ook wordt gesteld
               dat het niet is gelukt om «in de benodigde werkruimte te voorzien» en «de CTIVD daarom
               aan de uitbreiding van de organisatie nog steeds geen opvolging kan geven»?1
Vraag 2
            
Bent u eveneens bekend met het bericht «Controle op geheime diensten is vanaf 1 juli
               «niet meer mogelijk»» van Follow the Money (17 juni 2024)?2
Vraag 3
            
Kunt u uitleggen waarom het nog steeds niet is gelukt om de benodigde werkruimte en
               uitbreiding van 10 fte te realiseren bij de Commissie Toezicht Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
               (CTIVD), die u sinds 2022 heeft toegezegd en noodzakelijk is voor het goed uitvoeren
               van de Tijdelijke wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Tijdelijke wet)?
               Wat is daarin uw verantwoordelijkheid?
            
Vraag 4
            
Deelt u de mening van de CTIVD, die toezicht moet houden op de inlichtingendiensten,
               dat zij «het toezicht dat de Ministers nu beloofd hebben gewoon niet waar [kunnen]
               maken»? Zo ja / nee, kunt u toelichten waarom?
            
Vraag 5
            
Kan de Tijdelijke wet, gezien de kern van deze wet was om het toezicht op de bevoegdheden
               van de inlichtingendiensten te verschuiven van vóóraf naar áchteraf, op verantwoorde
               wijze van kracht gaan als de CTIVD zelf aangeeft dat zij niet in staat is om achteraf
               toezicht te houden?
            
Vraag 6
            
Acht u de gevolgen voor de kwaliteit van het toezicht door de CTIVD, door het niet
               op orde hebben van de huisvesting en extra capaciteit, verantwoord? Zo ja, kunt u
               toelichten hoe lang u deze situatie verantwoord acht? Zo nee, wat betekent dit voor
               de geplande invoering van de Tijdelijke wet?
            
Vraag 7
            
Bent u van mening dat, zolang de CTIVD niet op sterkte is en toestemming achteraf
               voor de inzet van bevoegdheden niet verleend kan worden, die bevoegdheden wél met
               de goedkeuring vooraf van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) ingezet moeten
               kunnen worden? Biedt de wet daartoe de mogelijkheid en gaat u deze inzetten? Zo nee,
               deelt u dan de mening dat u, zolang de CTIVD niet op sterkte is, geen toestemming
               voor de inzet van versnelde bevoegdheden moet verlenen? Kunt u uw antwoord toelichten?
            
Vraag 8
            
Kan van de CTIVD überhaupt verwacht worden dat zij haar verzwaarde takenpakket kan
               uitvoeren, gezien het uitblijven van de toegezegde nieuwe medewerkers, de slechte
               (bestaande) huisvesting, de verouderde IT-voorziening, en de leegloop in het bestuur?
            
Vraag 9
            
Kunt u uitleggen hoe het in werking laten gaan van de Tijdelijke wet zonder uitgeruste
               toezichthouder recht doet aan de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van
               de Mens, die stelt dat «adequaat en effectief toezicht» nodig is op afluisterprogramma's?3
Vraag 10
            
Wat zijn uw plannen om op zo kort mogelijke termijn de 10 extra fte te werven en fatsoenlijke
               (tijdelijke en definitieve) huisvesting te organiseren voor de CTIVD? Kunt u de planning
               toelichten en beschrijven wie verantwoordelijk is voor welk onderdeel?
            
Vraag 11
            
Kunt u uiteenzetten welke acties u wanneer heeft ondernomen sinds er in 2022 10 nieuwe
               fte zijn toegezegd bij de CTIVD, om een geschikte werkplek te vinden en kundige mensen
               te werven? Op welke momenten heeft u de Kamer hierover geïnformeerd?
            
Vraag 12
            
In de beantwoording op vragen van de Eerste Kamer, schreef u in februari 2024 dat
               er «ter overbrugging voorzien [is] in een tijdelijke oplossing die ruimte biedt aan
               minimaal de extra capaciteit om uitvoering te geven aan de Tijdelijke wet.» Op welke
               oplossing doelde u? Is deze optie nog in beeld? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 13
            
Bent u het met de indiener eens dat tijdelijk inwonen bij de AIVD voor de onafhankelijke
               CTIVD, die juist toezicht moet houden op deze dienst, geen optie is?
            
Vraag 14
            
Is er inmiddels een schetsontwerp afgerond voor definitieve huisvesting? Op welke
               termijn verwacht u dat deze gerealiseerd is en in gebruik kan worden genomen? Waarop
               baseert u die inschatting?
            
Vraag 15
            
Kunt u uw uitspraak van 5 maart 2024, bij de behandeling van de Tijdelijke wet in
               de Eerste Kamer, nader toelichten «We hebben de CTIVD met tien fte uitgebreid [...]
               Ja. De CTIVD is dus met tien fte uitgebreid.» Was u destijds op de hoogte dat het
               de CTIVD niet lukt om deze 10 fte te werven zonder huisvesting?4
Vraag 16
            
Kunt u deze vragen afzonderlijk en nog vóór de inwerkingtreding van het nieuwe regime
               van toezicht vanaf 1 juli 2024 beantwoorden?
            
Toelichting:
            
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Six Dijkstra
               (Nieuw Sociaal Contract), ingezonden 17 juni 2024 (vraagnummer 2024Z10668).
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
 M. Rutte, minister-president
- 
              
                  Gericht aan
 H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- 
              
                  Indiener
 Barbara Kathmann, Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 Marieke Koekkoek, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
           
  