Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Crijns over het bericht 'Zwaargewond pleegmeisje (10) vertelde op school dat ze werd mishandeld, toch moest ze terug naar huis'
Vragen van het lid Crijns (PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport over het bericht «Zwaargewond pleegmeisje (10) vertelde op school dat ze werd mishandeld, toch moest ze terug naar huis» (ingezonden 30 mei 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 19 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zwaargewond pleegmeisje (10) vertelde op school dat
ze werd mishandeld, toch moest ze terug naar huis»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe konden de lokale autoriteiten en pleegzorgorganisaties de herhaalde meldingen
van mishandeling negeren, vooral gezien het feit dat deze waarschuwingen afkomstig
waren van verschillende bronnen, inclusief het meisje zelf?
Antwoord 2
Als een kind niet in de eigen omgeving kan opgroeien, dan moet juist een pleeggezin
een veilige en zorgzame plek zijn. Ik vind het hartverscheurend dat het in deze situatie
zo mis is gegaan. Dit maakt het van groot belang dat deze situatie uitgebreid wordt
onderzocht. Dit onderzoek gebeurt in gezamenlijkheid door de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) en Inspectie Justitie en Veiligheid (IJV) met betrokkenheid van de
Inspectie van het Onderwijs. Het is belangrijk om een zo volledig mogelijk beeld te
krijgen over wat er precies in deze situatie is gebeurd en welke belangrijke lessen
daaruit voor de toekomst te trekken zijn. De resultaten van dit onderzoek wil ik afwachten.
Vraag 3
Bent u bereid uit te zoeken hoe het kan dat dit meisje op school vertelde dat ze werd
mishandeld en toch terug naar huis moest? Welke acties heeft de school ondernomen?
Heeft de school een melding gedaan bij Veilig Thuis? Op welke manier heeft de school
gebruikt gemaakt van de meldcode?
Antwoord 3
Ik vind het belangrijk dat binnen het onderzoek van de inspecties nauwkeurig wordt
gekeken naar de rol en acties van iedere organisatie die bij deze situatie betrokken
is, en daarmee ook van de school. Het is belangrijk dat scholen alert zijn op signalen
van kindermishandeling en daarop handelen. Professionals in de sectoren gezondheidszorg,
maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg, onderwijs, kinderopvang en justitie werken
met de «verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling». De meldcode biedt
handelingsperspectief voor de professional als hij of zij huiselijk geweld of kindermishandeling
vermoedt.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de verwijsindex risicojongeren deze verschillende signalen bij
elkaar had kunnen brengen en er adequaat actie ondernomen
Antwoord 4
Ik wil eerst de resultaten van het uitgebreide onderzoek afwachten.
Vraag 5
In hoeverre is de werkwijze van Veilig Thuis effectief in het beschermen van kinderen
tegen huiselijk geweld en mishandeling, gezien het feit dat ernstige gevallen zoals
deze niet tijdig werden aangepakt?
Antwoord 5
Veilig Thuis speelt als advies- en meldpunt een belangrijke rol in het doorbreken
van situaties van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het is net als bij de andere
betrokken organisaties van belang dat ook uitvoerig naar de rol en acties van Veilig
Thuis wordt gekeken in het onderzoek naar deze situatie.
Vraag 6
Welke actie gaat u nemen richting andere pleeggezinnen waarover (biologische) ouders
bedenkingen hebben? Wat zijn de rechten van de (biologische) ouders?
Antwoord 6
Ik vind het belangrijk dat biologische ouders serieus worden genomen en dat naar hen
wordt geluisterd als zij zich zorgen maken over de situatie van hun kind. In de eerste
plaats kunnen zij dit aankaarten bij de pleegzorgorganisatie en/of Gecertificeerde
Instelling. Zij kunnen zich daarbij kosteloos laten bijstaan door een vertrouwenspersoon
van bijvoorbeeld Jeugdstem. Ook kan Jeugdstem ouders ondersteunen bij het indienen
van een klacht. Ouders kunnen ook zelf (juridische) ondersteuning inschakelen. Bij
(vermoedens van) kindermishandeling werken de betrokken pleegzorgbegeleider en jeugdbeschermer
met de «verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling».
Als ouders vinden dat de organisatie niet goed omgaat met hun signalen, dan kunnen
zij een klacht indienen bij een onafhankelijke klachtencommissie2. Als ouders vervolgens niet tevreden zijn over de wijze waarop de klacht wordt afgehandeld,
dan kunnen zij zich -voor zover de klacht betrekking heeft op de Gecertificeerde Instelling-
wenden tot de Nationale- of Kinderombudsman. Ook is het mogelijk om misstanden te
melden bij het Landelijk Meldpunt Zorg, onderdeel van de IGJ. Daarnaast kan eenieder
die een vermoeden heeft van huiselijk geweld of kindermishandeling contact opnemen
met Veilig Thuis voor advies of het doen van een melding. Tot slot kunnen ouders ook
aangifte doen bij de politie van strafbare feiten.
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek van de inspecties zal met de sector worden
gesproken over eventuele vervolgstappen.
Vraag 7
Welke actie heeft de politie ondernomen nadat zij gewaarschuwd waren en het meisje
aangegeven had dat ze thuis geslagen werd?
Antwoord 7
Zoals ook aangegeven in de beantwoording van vraag 2, 3 en 5 vind ik het belangrijk
dat binnen het uitgebreide onderzoek van de Inspecties een helder beeld ontstaat van
de rol en acties van iedere betrokken organisatie. Dit onderzoek wacht ik af.
Vraag 8
Hoe gaat u ervoor zorgen dat er altijd gehoor gegeven wordt aan signalen die door
een kind zelf afgegeven wordt?
Antwoord 8
Het belang van het kind staat altijd voorop. Het is dus van het grootste belang dat
altijd naar kinderen wordt geluisterd, zeker als een kind signalen geeft die wijzen
op kindermishandeling. Landelijk is hiervoor ook aandacht, bijvoorbeeld vanuit de
inzet van steunfiguren voor kinderen (JIM-aanpak3) en het stimuleren van het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
om signalen op een goede manier op te volgen en de situatie bespreekbaar te maken.
Ook is het zorgvuldig luisteren naar kinderen en aansluiten bij hun behoeften onderdeel
van de Hervormingsagenda Jeugd.
Vraag 9
Hoe gaat u voorkomen dat dit nog eens gebeurt?
Antwoord 9
Het is enorm belangrijk een hartverscheurende situatie als deze te voorkomen. Daarom
is het van belang om op basis van inspectieonderzoek na te gaan wat we kunnen leren
om een situatie als deze zo veel als mogelijk te voorkomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.