Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Tielen en Van Eijk over het bericht ‘Deel huisartsen zwicht voor druk ouders en scholen bij voorschrijven ADHD-medicatie’
Vragen van de leden Tielen en Van Eijk (beiden VVD) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor Medische Zorg en voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het bericht «Deel huisartsen zwicht voor druk ouders en scholen bij voorschrijven ADHD-medicatie» (ingezonden 5 juni 2024).
Antwoord van Minister Dijkstra (Medische Zorg) (ontvangen 13 juni 2024)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Deel huisartsen zwicht voor druk ouders en scholen
bij voorschrijven ADHD-medicatie»?1
Antwoord 1
Ja, hier ben ik bekend mee.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat ouders en scholen druk uitoefenen op huisartsen
om medicijnen voor te schrijven? En vindt u het ook zo mogelijk nog zorgelijker dat
een deel van de huisartsen hiervoor zwicht en medicatie voorschrijft? Hoe verhouden
de uitkomsten van dit onderzoek zich tot de opgave en de afspraken uit het Integraal
Zorgakkoord om medicalisering af te remmen?
Antwoord 2
Ik vind het zorgelijk om te horen dat huisartsen aangeven onder druk vanuit de maatschappij
(ouder/school) over te gaan tot het voorschrijven van ADHD- medicatie. De beslissing
om medicatie voor te schrijven moet altijd gebaseerd zijn op een zorgvuldige medische
beoordeling en de specifieke behoeften van het kind of zorgvrager. Ik vind het belangrijk
dat er voldoende ruimte en tijd is voor zorgverleners om patiënten te begeleiden bij
de juiste behandeling en het daarbij horende medicatiegebruik.
Ik wil ervoor zorgen dat huisartsen de tijd en ruimte krijgen om hun professionele
oordeel te gebruiken en hierover het gesprek met de patiënt aangaan. De landelijke
invoering van «Meer Tijd voor de Patiënt» in huisartsenpraktijken helpt hierbij. Binnen
de visie op de eerstelijnszorg en de farmaceutische zorg heb ik aandacht voor verantwoord
gebruik van medicijnen. Zo werk ik samen met het IVM (Instituut Verantwoord Medicijngebruik)
en Trimbos-Instituut om oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie terug te dringen door
het bewustzijn van en de kennis over gebruik van ADHD-medicatie te vergroten onder
zorgverleners, onderwijs- en preventieprofessionals en studenten.Daarnaast wil ik
benadrukken dat de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toe ziet op de kwaliteit
van de geleverde zorg binnen huisartsenpraktijken. De IGJ houdt toezicht op de door
de beroepsgroep opgestelde normen en richtlijnen.
Vraag 3
Kunt u op een rijtje zetten wat het aantal ADHD-diagnoses bij kinderen is door de
jaren heen sinds 2010? En kunt u ook de cijfers delen van het aantal aan kinderen
voorgeschreven recepten voor ADHD-medicatie? Hoe verhouden deze cijfers zich tot andere
landen in Europa?
Antwoord 3
In de onderstaande tabel (tabel 1) is het aantal kinderen met ADHD te vinden. Het
is hierbij belangrijk te vermelden dat deze aantallen op basis zijn van de ADHD- diagnoses
die door de huisarts zijn gesteld. Dit is dus een onderschatting, omdat ook andere
zorgverleners deze diagnose kunnen stellen.
Tabel 1: aantal kinderen met ADHD in Nederland. Schatting op basis van Nivel Zorgregistraties.
geslacht
leeftijd
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Man
0–4 jaar
416
422
217
277
308
250
256
242
116
178
155
115
Man
5–9 jaar
7.377
8.929
7.566
7.970
7.668
6.875
7.004
7.395
6.147
6.049
6.066
5.523
Man
10–14 jaar
16.245
18.261
19.028
21.954
23.124
22.950
22.047
23.552
22.844
23.253
21.216
21.367
Man
15–19 jaar
9.734
13.069
14.455
16.012
17.048
19.520
18.912
21.977
21.416
22.384
20.518
20.932
Vrouw
0–4 jaar
92
115
152
54
99
80
109
60
0
83
44
18
Vrouw
5–9 jaar
2.366
2.460
2.370
2.655
2.633
2.196
2.389
2.377
2.123
2.076
2.001
1.964
Vrouw
10–14 jaar
3.913
5.443
6.323
7.576
8.472
7.987
8.210
8.725
7.946
8.515
8.030
8.461
Vrouw
15–19 jaar
3.244
4.466
5.058
6.006
6.577
7.497
8.455
9.898
10.195
10.830
11.527
13.245
Totaal
0–4 jaar
507
537
368
331
408
329
365
302
116
260
199
133
Totaal
5–9 jaar
9.743
11.390
9.936
10.624
10.301
9.071
9.393
9.772
8.270
8.125
8.067
7.486
Totaal
10–14 jaar
20.158
23.704
25.351
29.530
31.595
30.938
30.257
32.277
30.790
31.767
29.246
29.828
Totaal
15–19 jaar
12.978
17.535
19.513
22.018
23.625
27.016
27.366
31.875
31.611
33.215
32.045
34.178
0–19 jaar
Totaal
43.387
53.166
55.168
62.504
65.929
67.354
67.382
74.226
70.787
73.368
69.557
71.625
In de onderstaande tabel (tabel
2)
zijn de cijfers te vinden van het aantal aan kinderen voorgeschreven recepten voor
ADHD-medicatie. Ook hier is het belangrijk te benoemen dat deze aantallen op basis
zijn van de recepten voorgeschreven door de huisarts en niet door een ander specialisme
zoals de psychiater. Ik heb op dit moment geen inzicht in hoe de cijfers zich verhouden
tot andere landen in Europa.
Tabel 2: aan voorschriften Methylfenidaat. Schatting op basis van Nivel Zorgregistraties.
leeftijd
geslacht
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
0–4 jaar
Man
853
896
315
374
775
223
180
110
299
61
207
378
5–9 jaar
Man
83.936
80.774
77.179
81.492
63.537
59.668
74.870
54.321
49.506
47.783
44.894
41.832
10–14 jaar
Man
192.422
203.419
207.747
239.951
188.407
179.483
23.1551
161.275
163.001
156.826
142.710
142.226
15–19 jaar
Man
97.912
109.035
112.841
137.173
107.522
111.721
14.5968
105.807
105.141
101.562
90.357
89.563
0–4 jaar
Vrouw
36
180
91
87
64
70
77
17
0
67
35
0
5–9 jaar
Vrouw
26.103
22.692
23.274
25.011
17.902
14.096
20.719
14.059
14.144
13.875
12.318
12.428
10–14 jaar
Vrouw
51.629
56.016
62.116
77.004
64.573
60.094
75.575
52.106
50.929
50.969
46.283
46.528
15–19 jaar
Vrouw
27.986
31.494
3.3650
42.869
37.889
41.491
56.664
44.391
45.784
46.726
49.531
50.546
0–4 jaar
Totaal
889
1.075
406
461
839
293
257
127
299
127
242
378
5–9 jaar
Totaal
110.039
103.465
100.452
106.504
81.439
73.764
95.588
68.380
63.651
61.658
57.212
54.260
10–14 jaar
Totaal
244.051
259.435
269.863
316.955
252.981
239.578
307.127
213.381
213.930
207.795
188.993
188.754
15–19 jaar
Totaal
125.898
140.529
146.491
180.041
145.411
153.212
202.631
150.198
150.926
148.288
139.888
140.110
0–19 jaar
Totaal
480.878
504.505
517.213
603.961
480.669
466.846
605.603
432.086
428.805
417.868
386.336
383.502
In de onderstaande tabel (tabel
3)
is te vinden hoeveel ADHDmedicatie is verstrekt aan kinderen. De cijfers van 2010
– 2012 zijn op deze korte termijn niet voor handen. Ik heb op dit moment geen inzicht
in hoe de cijfers zich verhouden tot andere landen in Europa.
Tabel 3: Aantal verstrekkingen van ADHD-medicatie aan kinderen van 6 t/m 17 jaar afgerond
naar boven op gehele duizendtallen. (Bron Stichting Farmaceutische Kengetallen)
Jaar
Verstrekte ADHD- medicatie aan kinderen van 6 t/m 17 jaar
2013
746.000
2014
782.000
2015
780.000
2016
740.000
2017
720.000
2018
666.000
2019
654.000
2020
595.000
2021
588.000
2022
583.000
2023
599.000
Vraag 4
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de «Aanpak oneigenlijk gebruik ADHD-medicatie»?
In hoeverre zijn de uitkomsten van de verkenning van Het Instituut voor Verantwoord
Medicijngebruik (IVM) en het Trimbos Instituut én het programma van toepassing op
kinderen in het primair- en voortgezet onderwijs en hun ouders, zorgverleners en onderwijsprofessionals?2
Antwoord 4
De aanpak van oneigenlijk gebruik ADHD-medicatie, ofwel het project «Gezonde Focus»,
richt zich op het oneigenlijk gebruik door studenten. Het gaat bijvoorbeeld om studenten
die voor een tentamenweek (oneigenlijk verkregen) medicatie gebruiken en daarmee hopen
zich beter te kunnen concentreren.
In de eerste fase van het project is een aantal activiteiten uitgevoerd om inzicht
te krijgen in het profiel van jongeren die ADHD-medicatie oneigenlijk gebruiken. In
de onderliggende kennisanalyses is voor een deel breder gekeken dan alleen studenten,
en ook gekeken naar kinderen en naar volwassenen.
In de huidige fase van «Gezonde Focus» wordt er gewerkt aan een programma om het bewustzijn
van en de kennis over oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie te vergroten onder zorgverleners,
onderwijs- en preventieprofessionals en studenten. Niet alle informatie is van toepassing
op het primair- en voortgezet onderwijs. Zo zijn ouders bij de studentengroep minder
in beeld, en is de informatie voor onderwijsprofessionals met name gericht op studiebegeleiders.
Voorlichting voor studenten is mogelijk wel bruikbaar voor middelbare scholieren.
De informatiematerialen voor zorgverleners zijn voor een deel breder toepasbaar dan
alleen op studenten. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over zorgvuldig beleid bij diagnosticeren
van ADHD en het voorschrijven van medicatie. Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik
(IVM) begeleidt in het kader van «Gezonde Focus» onder andere ook FTO-groepen (intervisiegroepen
van huisartsen en apothekers over farmacotherapie). Het IVM hoort in die groepen terug
dat zorgverleners met elkaar ervaringen uitwisselen over (de druk op) het voorschrijven
van ADHD- medicatie.
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven van het aantal doorverwijzingen naar de specialistische
ggz sinds 2010, uitgesplitst naar leeftijdsgroep? Bent u alsnog bereid om onderzoek
te doen naar de groei van doorverwijzingen naar de gespecialiseerde ggz en de oorzaken
die hieraan ten grondslag liggen en hierbij zowel kinderen als volwassenen in mee
te nemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik kan geen overzicht geven over het aantal doorverwijzingen naar de specialistische
ggz sinds 2010 uitgesplitst naar leeftijdsgroep. Wel heeft het Nivel onderzoek gedaan
naar het aantal verwijzingen van huisartsen naar verschillende medisch specialisten,
waaronder de psychiatrie, per 1.000 ingeschreven patiënten in de periode 2018 – 2022.
Deze cijfers gaan over alle leeftijdscategorieën en omvatten zowel verwijzingen naar
de basis ggz als de specialistische ggz.3 In het jaar 2022 betrof 7,9% van de verwijzingen naar de psychiatrie voor de diagnose
overactief kind/ hyperkinetisch syndroom.
Specialisme
2018
2019
20201
20211
2022
Psychiatrie
20,9
19,7
20,6
28,1
30,7
X Noot
1
In 2020 en 2021 kunnen de aantallen mogelijk afwijken van eerdere jaren i.v.m. de
COVID-19 pandemie.
Uit ander onderzoek van het Nivel bleek dat huisartsen in 2021 meer mensen voor psychische
problemen naar de ggz hebben doorverwezen dan in de jaren voor de coronapandemie.
De stijging was met name groot bij de jongere leeftijdsgroepen (5 t/m 14 jaar en 15
t/m 24 jaar).4 Ook de NZa heeft in maart 2023 gesignaleerd dat het aantal verwijzingen van huisartsen
naar de ggz is gestegen. Voor jongeren en jongvolwassenen lag het aantal verwijzingen
hoger dan het niveau van een jaar eerder.5
Met bovengenoemde onderzoeken van het Nivel is er op dit moment voldoende inzicht
in de groei van doorverwijzingen naar gespecialiseerde GGZ en de indicaties die daaraan
ten grondslag liggen. Ik ben dan ook niet voornemens om aanvullend onderzoek uit te
voeren.
Vraag 6
Op welke manieren wordt onderzocht in hoeverre artsen druk ervaren om misbruik te
maken van de mogelijkheid tot het afgeven van medische verklaringen? En wanneer zijn
daar resultaten van beschikbaar?
Antwoord 6
Op dit moment wordt dit niet onderzocht. Binnen de beroepsgroep is vastgesteld dat
de behandelende arts geen medische verklaringen mag afgeven over eigen patiënten.
Een medische verklaring mag alleen worden afgegeven door een onafhankelijke arts.
Vraag 7
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het commissiedebat Eerstelijnszorg van 12 juni
2024?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.