Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden inzake het Jaarverslag Deltafonds 2023 (Kamerstuk 36560-J-1)
36 560 J Jaarverslag en slotwet Deltafonds 2023
Nr. 6
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 12 juni 2024
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het Jaarverslag Deltafonds 2023
(Kamerstuk 36 560 J, nr. 1).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 juni 2024. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Postma
Adjunct-griffier van de commissie, Meedendorp
Vragen en antwoorden
1
Vraag:
Hoeveel discrepantie in m3 tussen enerzijds de vraag naar drinkwater en anderzijds de beschikbaarheid van drinkwater
is er in Nederland?
Antwoord:
De RIVM studie Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030 – knelpunten en oplossingsrichtingen1 geeft aan dat er in 2030 ca. 100 miljoen m3 meer productiecapaciteit bij de drinkwaterbedrijven nodig is om aan de vraag naar
drinkwater te kunnen blijven voldoen. Om die uitbreiding van de productiecapaciteit
te realiseren werken IPO en Vewin op verzoek van het ministerie aan de uitwerking
van het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030. De verwachting
is dat dit programma in het najaar vastgesteld zal worden.
2
Vraag:
Hoeveel vergunningen voor nieuwe drinkwaterwinpunten zijn er afgelopen jaar afgegeven?
Antwoord:
Vergunningsaanvragen voor nieuwe drinkwaterwinningen of voor uitbreiding van bestaande
drinkwaterwinningen worden ingediend bij de (grond-)waterbeheerder. In 2023 is er
volgens de informatie die bij het ministerie bekend is, één vergunning voor een nieuwe
drinkwaterwinning verleend. De provincie Friesland heeft de onttrekkingsvergunning
verleend voor een nieuwe drinkwaterwinning bij Luxwoude. Deze vergunning is nog niet
onherroepelijk. Het proces om te komen tot realisatie van deze nieuwe winning vraagt
onder andere ook nog aandacht ten aanzien van de inpassing in het bestemmingsplan
en de vergunning van de bouwwerkzaamheden.
3
Vraag:
Hoeveel huishoudens en hoeveel bedrijven hebben in het afgelopen jaar minstens één
dag zonder drinkwater gezeten, vanwege een problematische aansluiting op het drinkwaternet?
Antwoord:
Gegevens over aantallen administratieve aansluitingen die in 2023 een dag of meer
zonder drinkwater hebben gezeten zijn bij het ministerie niet bekend. Iedere drie
jaar voert de ILT de Prestatievergelijking Drinkwaterbedrijven2 uit. Daarin wordt gerapporteerd over de gemiddelde leveringsonderbreking per aansluiting.
De gemiddelde leveringsonderbreking die een administratieve aansluiting3 ondervond als gevolg van onderhoud was in 2022 9 minuten en 6 seconden, als gevolg
van storingen 6 minuten en 22 seconden en voor storingen veroorzaakt door derden (bijvoorbeeld
als gevolg van het kapottrekken van leidingen bij graafwerkzaamheden) 44 seconden.
Indien de drinkwatervoorziening in een gebied langer dan 24 uur uitvalt, dan zet het
drinkwaterbedrijf de nooddrinkwatervoorziening in.
4
Vraag:
Hoeveel rechtszaken over milieuzaken behorende tot waterdrinkwinning heeft het ministerie
het afgelopen jaar gevoerd?
Antwoord:
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in 2023 geen rechtszaken gevoerd
over drinkwaterwinningen.
5
Vraag:
Kunt u een uitputtende lijst aanleveren waarbij per waterlichaam specifiek wordt aangeduid
welke gestelde normen betreffende stoffen conform de Kaderrichtlijn Water (KRW) wel
en niet gehaald zullen gaan worden?
Antwoord:
Op het Waterkwaliteitsportaal4 staan factsheets per waterlichaam met de huidige toestand per norm en indien bekend
ook de prognose of in 2027 voldaan zal worden, mede gebaseerd op het oordeel van de
waterbeheerders. In totaliteit wordt in het oppervlaktewater al bijna 80% van de KRW-doelen
voor stoffen (prioritaire stoffen, specifieke verontreinigende stoffen en nutriënten)
gehaald.
Voor de huidige toestand zijn voor zowel grondwater als oppervlaktewater figuren gemaakt
van de waterkwaliteitstoestand (op basis van de metingen tot 2022) voor alle parameters
van de KRW. Hierbij is uitgegaan van het in de KRW geldende «one out, all out»-principe.
Deze figuren zijn opgenomen in een dashboard5 waar gemakkelijk een selectie kan worden gemaakt. Met de tussenevaluatie KRW komt
in november 2024 de actuele prognose voor 2027 beschikbaar.
6
Vraag:
Hoeveel waterlichamen in Nederland voldoen op dit moment aan de gestelde normen uit
de KRW?
Antwoord:
Van de bijna 750 oppervlaktewateren voldoet op dit moment nog geen enkel waterlichaam
aan alle ruim 120 KRW-doelen. Van de ruim 20 grondwaterlichamen voldoen enkele waterlichamen
al wel aan alle ruim 10 KRW-grondwaterdoelen.
7
Vraag:
Wat is de reden voor het uitblijven van de subsidieaanvraag voor Hoogwaterbeschermingsprogramma
(HWBP)-waterschapsprojecten (waaronder Gouderak en Sterke Lekdijk) ter waarde van
10 miljoen euro?
Antwoord:
De realisatie blijft achter omdat er minder subsidieaanvragen zijn ingediend en omdat
er minder aanvragen zijn goedgekeurd. De redenen voor het uitblijven van subsidieaanvragen
betreffen met name een complex aanvraag- en toetsingsproces.
8
Vraag:
Welke gevolgen heeft het minder besteden van 41 miljoen euro aan waterveiligheidsprojecten
voor de waterveiligheid? Kunt u de risico's in beeld brengen?
Antwoord:
Zoals aangegeven bij de Slotwet heeft het minder besteden van € 41 miljoen te maken
met kleinere vertragingen bij meerdere lopende waterveiligheidsprojecten. Het gaat
daarbij met name om het naar achteren schuiven in tijd van een aantal uitgaven en
declaraties van projecten. Hierdoor ontstaat er geen risico voor de waterveiligheid.
Primaire keringen worden in het dagelijks beheer bovendien gemonitord en veilig gehouden
tot deze keringen, waar nodig, zijn versterkt.
9
Vraag:
Welke vertraging in een administratief proces heeft ervoor gezorgd dat er op HWBP-rijksprojecten
1,6 miljoen euro minder gerealiseerd is?
Antwoord:
De vertraging in het administratieve proces is het gevolg van een handhavingsverzoek
aan de Inspectie Leefomgeving & Transport (IL&T) op de voorgenomen realisatie van
het project dijkversterking Marken. Inmiddels is in april 2024 een uitspraak gedaan
door de IL&T en RWS is hierbij in het gelijk gesteld. De realisatie zal komende jaren
conform projectplan plaatsvinden en de eindmijlpaal blijft gehandhaafd.
10
Vraag:
Welke gevolgen heeft de vertraging in het administratieve proces voor project Marken?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 9.
11
Vraag:
Welke gevolgen heeft het minder realiseren ter waarde van 18,6 miljoen euro in de
zoetwatervoorziening?
Antwoord:
De in 2023 niet uitgegeven middelen worden in de periode 2024 tot en met 2027 opnieuw
beschikbaar gesteld voor aanvragen van specifieke uitkering door provincies, gemeenten
en waterschappen en directe investeringsopdrachten aan RWS. De verwachting is dan
ook dat de maatregelen alsnog gerealiseerd gaan worden in de periode 2024 tot en met
2027.
12
Vraag:
Welk deel van het geld dat gereserveerd is voor de KRW is bedoeld voor het opkopen
van percelen?
Antwoord:
De middelen op het Deltafonds ten behoeve van maatregelen voor de KRW zijn alleen
bestemd voor het hoofdwatersysteem. Er is geen onderscheid in budget specifiek gereserveerd
voor het opkopen van percelen.
13
Vraag:
Hoe wordt de effectiviteit van het instrument «opkoop van percelen ten behoeve van
waterkwaliteit» gemeten?
Antwoord:
De effectiviteit van het instrument «opkoop van percelen» ten behoeve van de waterkwaliteit
wordt niet afzonderlijk gemeten.
14
Vraag:
Wordt er binnen artikel 7 budget besteed aan natuurinclusieve landbouw rondom beekdalen
en zo ja hoeveel?
Antwoord:
Er wordt vanuit artikel 7 geen budget besteed aan het grootschalig herstel van beekdalen.
Wel wordt de aansluiting van beken op het hoofdwatersysteem waar mogelijk natuurlijker
vorm gegeven, bijvoorbeeld om de migratie van vissen tussen het regionale- en hoofdwatersysteem
te verbeteren. Daarnaast worden inrichtingsmaatregelen uitgevoerd, zoals de aanleg
van nevengeulen of natuurvriendelijke oevers.
15
Vraag:
Komt het geld dat niet besteed is voor Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) nog beschikbaar
in een later jaar?
Antwoord:
Ja. De aanvraagperiode voor de Impulsregeling DAW loopt tot en met 31-12-2025. Tot
die datum kunnen er aanvragen worden gedaan. Ieder waterschap heeft de mogelijkheid
om 3 aanvragen te doen tijdens deze periode. De uitvoering vindt plaats tot en met
2027.
16
Vraag:
Hoe kan de terughoudendheid bij potentiële DAW-deelnemers worden verklaard? Is dit
onderzocht?
Antwoord:
Aanvragen voor de impulsregeling DAW worden in samenspraak tussen waterschappen en
agrariërs geformuleerd. De waterschappen dienen vervolgens een aanvraag in. Naast
de in het jaarverslag genoemde onzekerheid in het werkveld over de impact van nieuwe
gebiedsprocessen moest de nieuwe regeling eerst doorgrond worden om een juiste aanvraag
te kunnen doen. Verder hebben de waterschappen laten weten dat zij het niet altijd
eenvoudig vinden om aan het vereiste van 50% cofinanciering te voldoen. Dit type signalen
komt boven in de tweewekelijkse afstemming (Advies op Maat) met potentiële aanvragers,
waarmee zij ondersteund worden bij het doen van een aanvraag. Inmiddels hebben 8 van
de 21 waterschappen een (eerste) aanvraag ingediend. Er is en wordt vanuit het DAW-programma
onderzoek uitgevoerd naar de motivaties van agrariërs om deel te nemen aan DAW-projecten.
Resultaten hiervan zijn beschreven in dit rapport: https://agrarischwaterbeheer.nl/document/rapportage-brede-monitoring-va…
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Meedendorp, adjunct-griffier