Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Zanten over het nieuwsbericht 'Kunstacademie stopt samenwerking met Israël: Eisen van studenten worden ingewilligd' en het bijbehorende Instagrambericht op het profiel van Kabkstudentunion.
Vragen van het lid Van Zanten (BBB) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het nieuwsbericht «Kunstacademie stopt samenwerking met Israël: Eisen van studenten worden ingewilligd» en het bijbehorende Instagrambericht op het profiel van Kabkstudentunion (ingezonden 13 mei 2024).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 11 juni
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuwsbericht «Kunstacademie stopt samenwerking met Israël:
eisen van studenten worden ingewilligd»?1,
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zo ja, wat vindt u ervan dat een Nederlandse onderwijsinstelling buigt voor antisemitische
eisen van een groepje studenten?
Antwoord 2
De eis die door de demonstranten in de verschillende protesten wordt neergelegd is
dat de betreffende instelling alle (wetenschappelijke) banden met Israëlische instellingen,
zoals academische samenwerking bij wetenschappelijk onderzoek en onderwijs, zonder
meer verbreekt. Deze eis gaat voorbij aan de wijze waarop instellingen tot beslissingen
over internationale samenwerking komen op basis van zorgvuldige, inhoudelijke en democratische
processen, vrij van intimidatie, druk of dreiging met geweld. Het is namelijk een
academische kernwaarde dat wetenschappers in vrijheid mogen bepalen met wie en naar
welke vragen zij onderzoek doen. Instellingen hebben het recht en de vrijheid om te
beslissen over hun internationale samenwerkingen binnen de kaders van de wet. Ik vind
het belangrijk dat universiteiten en hogescholen wetenschappelijke en strategische
samenwerkingsverbanden met andere instellingen of in internationale projecten op eenzelfde
zorgvuldige wijze tegen het licht houden en dat elk individueel geval op basis van
de omstandigheden inhoudelijk, en daarmee landenneutraal wordt bekeken.
KABK heeft aangegeven dat hun keuze om de samenwerking met een kennisinstelling uit
Israël Design te bevriezen, gebaseerd is op een proces van enkele maanden waarin verschillende
gesprekken zijn gevoerd met docenten en studenten. Een KABK general assembly bijeenkomst
was hiervan onderdeel. Sinds 2019 heeft er geen uitwisseling met de betreffende kennisinstelling
plaatsgevonden. De KABK geeft aan op korte termijn te starten met de ontwikkeling
van een ethisch kader om alle huidige en toekomstige partners te kunnen toetsen.
Ook andere instellingen zijn momenteel bezig met de (door)ontwikkeling van criteria
waarmee zij de (ethische) kansen en risico’s van internationale samenwerking kunnen
afwegen. Ik heb de universiteiten en hogescholen verzocht om bij deze doorontwikkeling
een aantal belangrijke uitgangspunten te betrekken. Ik verwijs voor deze uitgangspunten
naar de bijlage bij de kamerbrief over de «Stand van zaken omtrent de veiligheid op
universiteiten en hogescholen n.a.v. de protesten over de situatie in Gaza» van 31 mei
2024.3
Vraag 3
In hoeverre vindt u het inwilligen van de eis van de studenten ongeoorloofde discriminatie
op basis van komaf en/of religie?
Antwoord 3
Hogescholen en universiteiten zijn momenteel bezig met de (door)ontwikkeling van criteria
waarmee zij de (ethische) kansen en risico’s van internationale samenwerking kunnen
afwegen. Ik heb universiteiten en hogescholen verzocht om bij deze doorontwikkeling
een aantal belangrijke uitgangspunten te betrekken. Eén daarvan is dat de werkwijze
en de toepassing van het beoordelingskader niet discrimineert wegens godsdienst, levensovertuiging,
politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid. Er mag in het
bijzonder geen sprake zijn van antisemitisme. Ik ga ervanuit dat ook de KABK op die
wijze handelt. De KABK geeft aan dat het niet gaat over het inwilligen van eisen van
studenten, maar over het opnieuw evalueren van samenwerkingsverbanden. Daarbij is
de samenwerking ook niet – zoals geëist door de studenten – beëindigd, maar opgeschort.
Vraag 4
De KABK-studenten schrijven op Instagram in hun bericht: «We are all a part of the
Global intifada.» De pro-Palestijnse studenten/activisten gaan steeds een stap verder;
wat vindt u hiervan?
Antwoord 4
Het is zorgelijk als de protesten verharden. Het is belangrijk dat studenten zich
vrij voelen om hun mening te uiten maar dit mag nooit leiden tot onveiligheid. Voor
antisemitisme en racisme is geen enkele ruimte. Als sprake is van strafbare feiten
verwacht ik van instellingen dat zij daar tegen optreden en aangifte doen.
Vraag 5, 6 en 7
Bent u bereid de bekostiging van deze onderwijsinstelling per ommegaande stop te zetten?
Zo nee, waarom niet?
Welke overige sanctionerende maatregelen kunt u in dit soort gevallen nemen tegen
onderwijsinstellingen?
Welk van deze sanctionerende maatregelen gaat u nemen?
Antwoord 5, 6 en 7
Zoals ik heb aangegeven en toegelicht in mijn brief over de «Stand van zaken omtrent
de veiligheid op universiteiten en hogescholen n.a.v. de protesten over de situatie
in Gaza»4 van 31 mei 2024 hebben instellingen het recht en de vrijheid om te beslissen over
hun internationale samenwerkingen binnen de kaders van de wet. Ik vind het belangrijk
dat universiteiten en hogescholen wetenschappelijke en strategische samenwerkingsverbanden
met andere instellingen of in internationale projecten op eenzelfde zorgvuldige wijze
tegen het licht houden en dat elk individueel geval op basis van de omstandigheden
inhoudelijk, en daarmee landenneutraal wordt bekeken. Ik heb de universiteiten en
hogescholen, zoals aangegeven in antwoord op vraag 2, verzocht om bij de (door)ontwikkeling
van criteria waarmee zij de (ethische) kansen en risico’s van internationale samenwerking
kunnen afwegen, een aantal belangrijke uitgangspunten te betrekken. Ik verwijs voor
deze uitgangspunten naar de bijlage bij eerder genoemde brief. Instellingen zijn zelf
verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderwijs en het onderzoek. Het doel van
bekostiging is om instellingen in staat te stellen deze wettelijke taak te vervullen.
Omdat instellingen het recht en de vrijheid hebben om te beslissen over hun internationale
samenwerkingen is er geen sprake van sanctionerende maatregelen of het stopzetten
van bekostiging.
Vraag 8 en 9
Zijn bij u andere, soortgelijke gevallen bekend en/of bent u bekend met onderwijsinstellingen
die overwegen de eisen van anti-Israëlische studentengroepen in te willigen?
Zo ja, kunt u een overzicht van deze onderwijsinstellingen delen en aangeven om welke
eisen het precies gaat?
Antwoord 8 en 9
Ik ben nauw in gesprek met instellingen over hoe samenwerkingsverbanden tegen het
licht kunnen worden gehouden. Het is daarbij van belang dat instellingen tot hun beslissingen
voor samenwerking komen op basis van zorgvuldige, inhoudelijke en democratische processen.
De overheid monitort echter niet welke Nederlandse instellingen overwegen om internationale
samenwerkingsbanden met kennisinstellingen te bevriezen of te beëindigen, net zo min
als de overheid monitort welke samenwerkingsverbanden gestart worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.