Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk en Bamenga over de humanitaire crisis in Oost-Congo
Vragen van de leden Boswijk (CDA) en Bamenga (D66) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de humanitaire crisis in Oost-Congo (ingezonden 10 mei 2024).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking),
mede namens Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 6 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van het International Non-Governmental Organizations Forum in the Democratic Republic of Congo (FONGI-RDC): «Emergency Situation in Displaced Persons Camps and Sites in Goma»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de huidige humanitaire en veiligheidssituatie in Oost-Congo? Wordt
er door de internationale gemeenschap voldoende gedaan om de humanitaire noden te
lenigen? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 2
De humanitaire en veiligheidssituatie in Oost-DRC is zeer zorgelijk. Het geweld in
Oost-DRC is het gevolg van een langslepend, ingewikkeld en gelaagd conflict met betrokkenheid
van vele verschillende statelijke en niet-statelijke actoren en een verscheidenheid
aan oorzaken. Meerdere gewapende groepen, deels met buitenlandse steun, zijn actief
in het gebied. Op dit ogenblik komt de grootste dreiging voor stabiliteit vanuit de
door Rwanda militair en materieel gesteunde M23. Het conflict tussen DRC en de door
Rwanda gesteunde rebellengroep M23 leidt tot grote aantallen ontheemden. In totaal
zijn in DRC 7,2 miljoen mensen intern ontheemd (UNHCR). Ontheemdenkampen kunnen de
grote aantallen niet aan, vooral niet rond de provinciehoofdstad Goma. De humanitaire
situatie is schrijnend en verslechtert in rap tempo verder.
De internationale gemeenschap spant zich in om de humanitaire noden te verlichten.
VN organisaties, NGOs, het Rode Kruis en andere humanitaire actoren doen wat ze kunnen
op verschillende locaties in Oost-DRC, al blijft toegang tot gebieden waar gewapende
groepen de dienst uitmaken moeilijk. Ook het feit dat de gevechten tussen de strijdende
partijen ook plaatsvinden in ontheemdenkampen zelf, maakt de situatie er niet makkelijker
op. Nederland en andere humanitaire donoren dringen er bij de Congolese autoriteiten
op aan om humanitaire toegang niet te belemmeren, land vrij te maken waar ontheemden
kunnen worden opgevangen en de militarisering van ontheemdenkampen tegen te gaan.
Financiering voor het humanitaire respons plan 2024 blijft achter: tot nu toe is 12%
van de benodigde USD 2,12 miljard toegezegd. Dit hangt samen met het grote aantal
intensiverende conflicten en de daarmee gepaard gaande enorme noden wereldwijd, waardoor
humanitaire fondsen steeds minder toereikend zijn.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de rol van Rwanda en de militaire rebellengroep M23 bij het steeds
verder aanwakkerende geweld in Oost-Congo?
Antwoord 3
De rol die Rwanda speelt in het ondersteunen van rebellengroep M23 op Congolees grondgebied
is zorgelijk en onwenselijk. In bilateraal contact met Rwanda roept Nederland dan
ook op de steun aan M23 te staken en de Rwandese troepen van DRC grondgebied terug
te trekken. Dit gebeurde ook tijdens ontmoetingen tussen beide Ministers van Buitenlandse
Zaken in november 2023 en april 2024.
DRC en Rwanda dragen beide verantwoordelijkheid voor de opgelopen spanningen, de escalerende
veiligheidssituatie en de humanitaire noden. Naast het aanspreken van Rwanda roept
Nederland daarom ook de Congolese autoriteiten op om steun aan gewapende groeperingen,
inclusief FDLR (voortkomend uit betrokkenen bij de genocide tegen de Tutsi in 1994),
te staken en etnische hate speech aan te pakken. Dit is ook de positie van de EU, zoals recentelijk ook uitgedragen
in een gezamenlijke EU-verklaring. Nederland heeft zich ingespannen voor de totstandkoming
van deze gezamenlijke verklaring.
Vraag 4
Hoe is Nederland zelf betrokken bij het verlichten van de humanitaire noden in Oost-Congo,
en ziet u mogelijkheden deze rol te vergroten in 2024? Kunt u daarbij ook specifiek
ingaan op de rol die Nederland speelt in het helpen van slachtoffers van seksueel
en gender-gerelateerd geweld, dat in Oost-Congo schrikbarend hoog is?
Antwoord 4
Nederland draagt bij aan verlichting van de humanitaire noden (voedselonzekerheid,
stijgende aantal ontheemden) door middel van financiële bijdragen aan verschillende
fondsen en humanitaire programma’s. Zo draagt Nederland bij aan humanitaire programma’s
in Oost-DRC via de Dutch Relief Alliance (DRA) en via het Humanitaire Fonds voor DRC.
De DRA ontvangt in Oost-DRC financiering voor de meerjarige joint response (2024–2026) van jaarlijks zo’n EUR 5,5 miljoen. Nederland draagt in 2.024 EUR 10 miljoen
bij aan het Humanitaire Fonds voor DRC. Daarnaast draagt Nederland financieel bij
aan de VN en andere humanitaire organisaties met ongeoormerkte middelen. Zo is Nederland
met EUR 55 miljoen een van de grootse donoren van het CERF (Central Emergency Response
Fund) van de VN. In 2024 is er tot nu toe USD 26 miljoen via CERF gealloceerd aan
de DRC. Ook de afgelopen jaren zijn er aanzienlijke bedragen vanuit CERF naar DRC
zijn gegaan: USD 51 miljoen in 2022 en USD 46 miljoen in 2023.
De humanitaire inzet wordt gekoppeld aan andere activiteiten die bijdragen aan stabiliteit
en weerbaarheid, capaciteit van gemeenschappen om met conflicten om te gaan, en om
relaties op te bouwen tussen gemeenschappen en lokale overheden. Daarnaast ligt de
focus op lokalisering, het versterken van de synergie op humanitaire, ontwikkelings-
en vredesprogrammering en op het verlenen van geestelijke gezondheidszorg en psychosociale
steun (MHPSS).
Naast humanitaire hulp draagt Nederland ook bij aan de aanpak van grondoorzaken van
het conflict, door middel van een regionaal programma van EUR 37,5 miljoen per jaar
dat zich richt op veiligheid en stabiliteit in Oost-DRC en de bredere Grote Merenregio.
In Oost-DRC richt dit programma zich op het verbeteren van veiligheid en stabiliteit,
het aanpakken van grondoorzaken van conflict en het verzachten van de effecten van
conflict voor de bevolking. Het programma ziet ook toe op de stijgende noden van slachtoffers
van seksueel en gender-gerelateerd geweld. Zo financiert Nederland een project dat
slachtoffers van seksueel geweld medische, juridische, psychosociale en financiële
hulp geeft. Ook steunt Nederland een project dat werkt aan verbetering van de toegang
tot seksuele gezondheidzorg in kampen voor ontheemden. In samenwerking met lokale
gezondheidscentra wordt de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld beter
toegankelijk.
Vraag 5
Welke maatregelen kunnen door de internationale gemeenschap, en de EU in het bijzonder,
worden genomen om de veiligheid van het enorme aantal ontheemden en ook de humanitaire
hulpverleners in de kampen te verbeteren?
Antwoord 5
In beginsel moeten vluchtelingen worden opgevangen op plekken waar het veilig voor
hen is. In het geval van Oost-DRC is de situatie in ontheemdenkampen momenteel niet
veilig genoeg. Zo werd begin mei een tweetal vluchtelingenkampen nabij provinciehoofstad
Goma gebombardeerd waarbij minstens 14 doden vielen. Nederland en de EU zijn in constant
overleg met de Congolese autoriteiten over de opvang van de hoge aantallen ontheemden,
met name rond Goma. De autoriteiten hebben plekken voor ontheemdenkampen gecreëerd,
maar die plekken zijn niet altijd goed bewaakt en voorzien van basisvoorzieningen.
De internationale gemeenschap zal dan ook blijven benadrukken dat Internationaal Humanitair
Recht door strijdende partijen moet worden gerespecteerd en dat burgers en humanitaire
hulpverleners moeten worden beschermd. Dit werd recent nog in EU verband gedaan in
een verklaring als reactie op de aanval op de vluchtelingenkampen rond Goma. Ook de
aan te treden EU Speciaal Vertegenwoordiger voor de Grote Meren regio (zie verder
vraag 7) zal als taakstelling hebben om naleving van Internationaal Humanitair Recht
bij de strijdende partijen te blijven benadrukken.
Vraag 6
Welke diplomatieke initiatieven, zowel vanuit buurlanden, de Afrikaanse Unie als vanuit
de bredere internationale gemeenschap, lopen er om de sterk geëscaleerde situatie
te mitigeren?
Antwoord 6
Nederland is in doorlopende dialoog met zowel autoriteiten in DRC als Rwanda over
het conflict in Oost-DRC. De Minister van Buitenlandse Zaken sprak zowel in november
2023 als in april 2024 met de Rwandese ambtsgenoot over de situatie in Oost-DRC. Daarbij
wijst de Minister van Buitenlandse Zaken ook op de noodzaak tot het staken van steun
aan rebellengroep M23 en het terugtrekken van Rwandese troepen van DRC grondgebied.
Ook in gesprekken met de Afrikaanse Unie wordt gesproken over de zorgelijke situatie
in Oost-DRC. Zo sprak de Minister van Buitenlandse Zaken in april dit jaar met AU-Commissaris
Bankole over de regionaal geleide vredesinitiatieven als het Luanda-proces en het
Nairobi proces.
In multilateraal verband spant Nederland zich in om dit soms «vergeten conflict» op
de agenda te houden: zo nam Nederland begin dit jaar het initiatief tot een EU-27
verklaring om in EU-verband zorgen te uiten over de escalatie van geweld en de humanitaire
situatie en op te roepen tot de-escalatie en terugkeer naar de regionaal geleide vredesprocessen.
Ook speelde Nederland een actieve rol in het aanstellen van een EU Speciaal Vertegenwoordiger
voor de regio (zie ook het antwoord op vraag 7).
Ook is Nederland, zowel bilateraal als in multilateraal verband, in contact met andere
landen in de regio als Burundi, Oeganda, Angola, Zuid-Afrika en Kenia om te bespreken
hoe regionaal geleide vredesinitiatieven kunnen worden ondersteund. Zo reisde een
Nederlandse vertegenwoordiger in maart dit jaar af naar zowel DRC als Rwanda als onderdeel
van een internationale missie van VS, VK, EU, Frankrijk, België, de VN en de Afrikaanse
Unie. Nederland deed dit in de hoedanigheid als voorzitter van de International Contact
Group, een informeel samenwerkingsverband van gelijkgezinde partners om informatie
uit te wisselen en inspanningen om vredesinitiatieven te ondersteunen te coördineren.
Daarnaast draagt Nederland bij aan de inspanningen van de VN Speciaal Gezant voor
de Grote Meren regio en steunt Nederland de International Conference for the Great
Lakes, een intergouvernementele organisatie van landen in de Grote Meren regio, die
zich bezig houdt met de bevordering van regionale ontwikkeling en duurzame vrede.
Vraag 7
Wat is de status van de aan te stellen EU Speciale Gezant voor het Grote Merengebied?
Deelt u de mening dat deze persoon zo snel mogelijk ter plekke zou moeten zijn? Kunt
u die urgentie adresseren tijdens de eerstvolgende Raad Buitenlandse Zaken in Brussel?
Antwoord 7
De Europese Commissie is in de afrondende fase van de aanstelling van een EU Speciaal
Vertegenwoordiger voor de Grote Meren regio. Nederland heeft zich sterk ingespannen
voor de instelling van deze functie door dit, in samenwerking met andere lidstaten,
consistent onder de aandacht te brengen in Brussel. Inmiddels is de Europese Commissie
bezig met de afronding van de selectieprocedure, en is er reeds overeenstemming bereikt
over het mandaat van de Speciaal Vertegenwoordiger. Gezien de voorgenoemde ontwikkelingen
acht ik het niet nodig dat Nederland dit tijdens de eerstvolgende Raad Buitenlandse
Zaken agendeert.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.