Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Keijzer over de kamerbrief Uitplaatsing vreemdelingen naar hotels van 1 maart 2024
Vragen van het lid Keijzer (BBB) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de kamerbrief Uitplaatsing vreemdelingen naar hotels van 1 maart 2024 (ingezonden 21 maart 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 juni
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1479.
Vraag 1
Klopt het dat u in de kamerbrief Uitplaatsing vreemdelingen naar hotels van 1 maart
2024 de Kamer heeft geïnformeerd dat bij plaatsing van vreemdelingen in hotels «de
burgemeesters van de betreffende gemeenten worden gevraagd om instemming voor het
plaatsen van de vreemdelingen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Was de keuze in deze brief voor het bestuursorgaan burgemeester ingegeven door de
situatie voordat de Spreidingswet in werking treedt, aangezien daarin de bevoegdheid
voor realisering van asielzoekerscentra bij het college van burgemeester en wethouders
wordt gelegd?
Antwoord 2
Nee, de spreidingswet is op 1 februari jl.in werking getreden. In de brief is verwezen
naar de burgemeester vanwege zijn rol als voorzitter van het college conform artikel 34
lid 2 gemeentewet en omdat hij de gemeente vertegenwoordigt conform artikel 171 lid
1 gemeentewet.
Vraag 3
Is met de inwerkingtreding van de Spreidingswet het niet vanzelfsprekend geworden
het college te betrekken bij realisatie van woon- c.q. verblijfsvoorzieningen voor
vreemdelingen c.q. asielzoekers? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?
Antwoord 3
Gelet op de acute noodzaak voor aanvullende opvangplekken ten tijde van het versturen
van de Kamerbrief op 1 maart jl. is gekozen om asielzoekers enkel te plaatsen met
instemming van het bestuursorgaan burgemeester om zo snelheid te betrachten. Het is
aan de burgemeester vanuit diens rol als voorzitter van het college en vertegenwoordiger
van de gemeente om, indien gewenst, het college bij dit verzoek te betrekken.
Vraag 4
Klopt het dat u op 14 maart 2024 heeft besloten om statushouders te plaatsen in Van
der Valk Hotel Akersloot in de gemeente Castricum zonder instemming van de burgemeester,
het college van burgemeester en wethouders dan wel de gemeenteraad?
Antwoord 4
Dat klopt, er wordt onderscheid gemaakt tussen het in hotels plaatsen van asielzoekers
en statushouders. Statushouders hebben een Nederlandse verblijfsvergunning ontvangen
en zijn in afwachting van huisvesting. Deze groep kan zonder toestemming van het gemeentebestuur
in de gemeente geplaatst worden. Statushouders hebben zoals iedere andere Nederlander
het recht om tijdelijk in een hotel te verblijven. Bij asielzoekers moet de verblijfsrechtelijke
status nog beoordeeld worden. De laatste groep wordt enkel met toestemming van de
burgemeester in een hotel in de betreffende gemeente ondergebracht.
Vraag 5
Heeft u een analyse gemaakt van de bestemmingsplannen die horeca/hotels mogelijk maken
en in hoeverre een asielzoekerscentrum, dan wel huisvesting van asielzoekers, vergund
kan worden onder zo’n bestemmingsplan?
Antwoord 5
Statushouders worden tijdelijk geplaatst in een hotel alvorens uit te stromen naar
een woning in een gemeente. Uitgangspunt is dat dit tijdelijk verblijf onder de normale
logies functie valt die toegekend is in de bestemmingsplannen aan horecagelegenheden.
Waar op voorhand bekend is dat de opvang van asielzoekers in hotels schuurt met het
lokale bestemmingsplan worden de benodigde vergunningen aangevraagd.
Vraag 6
Hoe compenseert u de lokale middenstand voor inkomstenderving vanwege plaatsingen
van asielzoekers en statushouders in hotels en andere toeristische verblijfsaccommodaties
in het toerismeseizoen?
Antwoord 6
De lokale middenstand wordt niet gecompenseerd, daar het plaatsen van statushouders
een tijdelijke maatregel is die voortkomt uit een acute noodzaak voor extra opvangplekken.
De capaciteitsraming van de spreidingswet vraagt gemeenten 96.000 opvangplekken te
realiseren. Deze plekken dienen uiterlijk 1 juli 2025 beschikbaar te zijn. In de tussentijd
zijn er echter ook veel plekken nodig. Om de periode tot 1 juli 2025 te overbruggen
is op dit moment met spoed behoefte aan (tijdelijke) opvangplekken. Derhalve worden
naast het uitplaatsen van statushouder naar hotels ook andere maatregelen genomen.
Hiervoor verwijs ik naar de brief van 15 april 2024 aan uw Kamer.
Vraag 7
Is er sprake van nieuw beleid waarin vreemdelingen zonder instemming van burgemeesters
c.q. colleges c.q. gemeenteraden worden geplaatst in hotels door het COA, zoals u
in Castricum heeft gedaan?
Antwoord 7
Ik heb deze maatregelen eerder gemeld aan uw Kamer in de brief van 24 mei 2023 en
herhaald in de brieven aan de medeoverheden, in afschrift aan uw Kamer, van 22 september
2023 en 6 oktober 2023 en 15 april 2024. Tevens is de inzet van deze maatregel besproken
in de Landelijke Regietafel van 1 maart jl. De maatregel is een tijd aangehouden,
echter op dit moment is de nood dusdanig hoog dat besloten is over te gaan tot inzet
ervan.
Vraag 8
Hoe is dit nieuwe beleid zoals tot uiting gekomen in Castricum tot stand gekomen?
Antwoord 8
Er is geen sprake van nieuw beleid. Zie ook het antwoord op vraag 7. De noodzaak om
over te gaan tot het inzetten van de maatregelen waarbij asielzoekers dan wel statushouders
worden geplaatst in hotels is besproken in de Landelijke Regie Tafel Migratie en Integratie
van 1 maart jl. en met de commissarissen van de Koning op 7 maart jl.
Vraag 9
Heeft u de Tweede Kamer daarover geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zoals bij de vragen 7 en 8 is aangegeven is er geen sprake van nieuw beleid. Uw Kamer
is over deze maatregelen per brief eerder geïnformeerd.
Vraag 10
Heeft u gemeenten daarover geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ja.
Vraag 11
Zou u deze vragen een-voor-een en in detail kunnen beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.