Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bamenga en Paternotte over het bericht 'Etnische zuiveringen in Darfur en mogelijk zelfs genocide, stelt Human Rights Watch'
Vragen van de leden Bamenga en Paternotte (beiden D66) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken over het bericht «Etnische zuiveringen in Darfur en mogelijk zelfs genocide, stelt Human Rights Watch» (ingezonden 13 mei 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 5 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «The Massalit Will Not Come Home» van Human Rights Watch?1,
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Onderschrijft u de conclusie van Human Rights Watch dat in het westen van Darfur sprake
is van etnische zuivering? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het kabinet is zeer bezorgd over de situatie in Darfur. De feiten zoals die in het
Human Rights Watch rapport worden beschreven, wijzen erop dat wordt geprobeerd door
geweld en intimidatie personen van bepaalde groepen uit het gebied te verwijderen.
Het is niet aan het kabinet hier een kwalificatie aan te verbinden.
Vraag 3
Bent u bereid de aanbevelingen van Human Rights Watch op te volgen en in de relevante
gremia te pleiten voor sancties tegen commandanten en militieleiders die verantwoordelijk
zijn voor misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden in West-Darfur? En bent
u bereid te pleiten voor uitbreiding van het wapenembargo en sancties voor individuen
en bedrijven die het wapenembargo schenden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Mede op initiatief van Nederland wordt momenteel in EU-verband uitbreiding van sancties,
onder andere tegen commandanten verantwoordelijk voor mensenrechtenschendingen in
West-Darfur, voorbereid en besproken. Het doel van de sancties is het verder onder
druk zetten van beide strijdende partijen en daarmee het geweld een halt toe te roepen.
Daarbij wordt de timing van sancties en het niveau waarop sancties worden ingesteld
meegewogen, zodat het bemiddelingspogingen niet belemmert, maar juist versterkt.
De VN-Veiligheidsraad heeft op 8 maart 2024 het mandaat van het panel van deskundigen
dat zijn sanctiecomité voor Soedan moet bijstaan, verlengd tot 12 maart 2025. De Raad
besloot tegelijkertijd om de sanctieregeling (waaronder wapenembargo Darfur) tegen
Soedan te bevestigen en te verlengen tot 12 september 2024. Voor die tijd moeten eventuele
nieuwe sancties worden verkend.
Nederland onderhoudt contact met gelijkgezinde landen in de VN-Veiligheidsraad, waaronder
het VK (penvoerder) en met EU lidstaten over de mogelijkheid van uitbreiding van huidige
sancties. Deze zullen zoals gebruikelijk afhankelijk zijn van de dynamiek in de Veiligheidsraad.
Vraag 4
Kunt u garanderen dat er geen Nederlands of Europees ontwikkelingsgeld terechtkomt
bij de strijdende partijen, zoals eerder het geval was in verband met de rol die de
RSF speelde in het bewaken van de grenzen?
Antwoord 4
Sinds de staatsgreep van 2021 lopen de ontwikkelingsprogramma’s in Soedan uitsluitend
via iNGO’s, private sector en multilaterale kanalen. Er gaat geen directe OS-financiering
naar de de facto overheid, noch naar de RSF.
Vraag 5
Bent u in gesprek met het Internationaal Strafhof over de situatie in Soedan en bereid
de politieke en praktische steun te bieden die nodig is om het onderzoek af te ronden?
Kunt u daarnaast toezeggen alle mogelijke diplomatieke middelen in te zetten om te
zorgen dat alle partijen medewerking verlenen aan het onderzoek?
Antwoord 5
Ja, Nederland is in gesprek met het Internationaal Strafhof over de situatie in Soedan
en is bereid, met inachtneming van de onafhankelijkheid van het Strafhof, om waar
mogelijk politieke en praktische steun te bieden om het onderzoek van het Strafhof
naar de situatie in Darfur te faciliteren. Nederland benadrukt in diverse fora en
in bilaterale contacten het belang van het investeren in accountability, waaronder
het onderzoek van het Internationaal Strafhof. Daarnaast heeft Nederland in de afgelopen
jaren door middel van een vrijwillige bijdrage van in totaal 6 miljoen euro een bijdrage
geleverd aan de versterking van de algehele onderzoekscapaciteit van het Strafhof.
Met behulp van deze vrijwillige bijdrage heeft het Parket van de Aanklager onder meer
geïnvesteerd in nieuwe ICT-voorzieningen ten behoeve van de bewijsgaring, die ook
voor dit onderzoek kunnen worden gebruikt.
Vraag 6
Bent u bereid zich in te zetten voor het uitbreiden en verlengen van de Independent
International Fact-Finding Mission for the Sudan, in lijn met de aanbeveling van Human
Rights Watch?
Antwoord 6
Het is van groot belang dat de Fact Finding Mission (FFM) het mandaat kan uitvoeren
dat door de Mensenrechtenraadresolutie van 11 oktober 2023 is ingesteld. Door de VN-liquiditeitscrisis
is het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) echter hard geraakt
en is het werk van onderzoeksmechanismen, zoals van de FFM Sudan en Special Procedures
in het gedrang gekomen. De FFM is intussen wel operationeel en conform het mandaat
zal de FFM tijdens de zitting van de Mensenrechtenraad in juni een mondelinge update
geven van hun werkzaamheden. Nederland zal zich inzetten voor verlenging van het mandaat
van de FFM. Onderhandelingen hierover zijn voorzien tijdens de septemberzitting van
de Mensenrechtenraad dit jaar. Nederland geeft verder een bijdrage aan OHCHR voor
ondersteuning van accountability-mandaten, en roept ook andere landen op dat te doen.
Vraag 7
Deelt u de zorgen over gebrekkige toegang tot alle relevante gebieden in het kader
van de Fact-Finding Mission en het gebrek aan toegang voor journalisten en hulpverleners?
Zo ja, welke rol kan Nederland – zowel individueel als in Europees of internationaal
verband – spelen in het verbeteren van deze toegang?
Antwoord 7
Die zorgen deel ik. Nederland steunt daarom onder andere een lokale media organisatie
om onafhankelijk nieuws te brengen. Ook steunt Nederland organisaties die mensenrechtenverdedigers
helpen en die ondersteunen bij het monitoren en documenteren van mensenrechtenschendingen.
Wat betreft de Fact Finding Mission wordt verwezen naar het antwoord op vraag 6. De
EU heeft afgelopen jaar een sanctieregime aangenomen waarop momenteel 6 bedrijven
gelist staan die hebben bijgedragen aan mensenrechtenschendingen in Soedan. Zoals vermeld
bij vraag 3, wordt momenteel in EU-verband uitbreiding van sancties voorbereid en
besproken.
Vraag 8
Op welke manier zet Nederland druk op het naleven van resolutie 2724 (2024) van de
VN Veiligheidsraad om ervoor te zorgen dat alle belemmeringen worden weggenomen en
volledige, snelle, veilige en ongehinderde humanitaire toegang mogelijk te maken,
ook over de grenzen heen, en te voldoen aan verplichtingen op grond van het internationaal
humanitair recht?3
Antwoord 8
Tijdens de humanitaire conferentie in Parijs van 15 april jl., georganiseerd door
Frankrijk en de EU met deelname van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
is een declaration of principles ondertekend waarin o.a. wordt opgeroepen humanitaire toegang te verbeteren. Nederland
zegde EUR 10 miljoen extra toe aan het World Food Programme als onderdeel van een totaalpakket van EUR 80 miljoen aan Soedan en buurlanden. De
EU zet zich in voor verbetering van humanitaire toegang via diplomatieke inzet van
met name de EU Speciaal Gezant voor de Hoorn van Afrika. Daarnaast is Nederland in
gesprek met verschillende VN organisaties, waaronder World Food Programme en de Food and Agriculture Organization, in New York, Geneve en Rome om de urgentie van de situatie te benadrukken, inspanningen
waar mogelijk te vergroten, en mogelijke acties te identificeren en coördineren.
De EU heeft op 12 april jl. een verklaring uitgebracht waarin ook wordt opgeroepen
het geweld te staken en humanitaire hulp toe te laten. Hierin is tevens gerefereerd
aan het EU sanctie-regime, waarin het blokkeren van humanitaire hulp een criterium
is voor listing. Op 13 mei jl. heeft de EU bij monde van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU een
verklaring gepubliceerd naar aanleiding van gevechten in Noord-Darfur waarbij wederom
dezelfde oproep wordt gedaan.
Vraag 9
Op welke manier kan Nederland bijdragen aan het hervestigen van de meest kwetsbare
vluchtelingen?
Antwoord 9
Hervestiging gebeurt op voordracht van de VN Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) vanuit
een land van eerste opvang. UNHCR selecteert daarvoor de meest kwetsbare vluchtelingen
en draagt hen voor. Om in aanmerking te komen voor hervestiging naar Nederland moet
een persoon daarnaast op grond van het geldende nationale asielbeleid in aanmerking
komen voor een verblijfsvergunning.
Op dit moment geldt een besluit- en vertrekmoratorium (BVM) voor asielzoekers afkomstig
uit Soedan, omdat de huidige situatie in Soedan te onduidelijk en instabiel is om
adequaat asielbeleid te kunnen opstellen. Aan de hand van het binnenkort te verschijnen
Ambtsbericht Soedan zal het land-gebonden asielbeleid voor Soedan opnieuw bezien worden.
Zolang het besluit- en vertrekmoratorium geldt, kan de beoordeling van asielaanvragen
niet worden gemaakt en is het niet mogelijk om Soedanezen te hervestigen4. Het geldende besluit- en vertrekmoratorium zal op 8 juli 2024 van rechtswege verlopen.
Het vertrekmoratorium kan niet meer verlengd worden gelet op de maximale termijn.
Zodra het BVM wordt opgeheven en weer kan worden beslist op asielverzoeken van Soedanezen,
kunnen Soedanezen ook weer door UNHCR worden voorgedragen voor hervestiging naar Nederland.
Vraag 10
Welke steun biedt Nederland aan de opvang van Soedanese vluchtelingen in de omringende
landen? Hoe kan deze steun worden verbeterd zodat vluchtelingen humaan en met toekomstperspectief
kunnen worden opgevangen?
Antwoord 10
Nederland financiert humanitaire partners (VN, Rode Kruis/ICRC en NGO’s van de Dutch
Relief Alliance/DRA) die werkzaam zijn in Soedan en in de buurlanden waar vluchtelingen
en terugkeerders opgevangen worden. Nederland heeft in april besloten tot een extra
bijdrage aan WFP van EUR 10 miljoen voor de crisis in Soedan en WFP zal deze bijdrage
deels in Tsjaad inzetten voor de opvang van Soedanese vluchtelingen. Ook heeft DRA
EUR 3 miljoen vrijgemaakt voor een acute response in het Oosten van Tsjaad. Nederland
is daarnaast een van de grootste donoren van het Central Emergency Response Fund (CERF) dat voor steun aan Soedanese vluchtelingen al USD 10 miljoen vrijmaakte voor
Zuid-Soedan en USD 15 miljoen voor Tsjaad.
Door middel van het door Nederland gefinancierde PROSPECTS partnerschap wordt daarnaast
steun geboden aan Soedanese vluchtelingen in Egypte en Ethiopië. Dit partnerschap
biedt vluchtelingen perspectief in hun gastlanden door sociale en juridische bescherming,
onderwijs, werk en kritieke infrastructuur (WASH, huisvesting). Recentelijk is een
tweede fase van PROSPECTS gestart met een verhoogd budget voor de periode 2024 -2027.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.