Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord opvragen van het lid Beckerman over bericht dat energieleveranciers klanten misleiden met ‘CO2-gecompenseerd gas’
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het bericht Energieleveranciers misleiden klanten met CO2-gecompenseerd gas (ingezonden 30 april 2024).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Minister van Economische
Zaken en Klimaat (ontvangen 4 juni 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2023–2024, nr. 1777.
Vraag 1
Kunt u bevestigen of de bevindingen van Pointer (KRO-NCRV) over de misleidende praktijken
van energieleveranciers met betrekking tot de verkoop van CO2-gecompenseerd gas accuraat zijn? Zo ja, welke stappen overweegt u te ondernemen om
deze praktijken aan te pakken?1
Antwoord 1
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is gemachtigd om te handhaven op eventueel
misleidende claims. Of een duurzaamheidsclaim misleidend is, hangt af van veel factoren.
In het programma van Pointer worden meerdere claims gepresenteerd die door energieleveranciers
bij de verkoop van gas met koolstofcertificaten worden gemaakt. De ACM heeft een Leidraad
Duurzaamheidsclaims opgesteld waarin strenge eisen worden gesteld aan het gebruik
van een CO2-compensatie claims. Bij het beoordelen van claims waarin het woord «compensatie»
voorkomt, dient te worden gekeken naar de context. Daarbij gelden onder het huidige
wettelijke kader wel reeds strenge eisen aan de wijze waarop de term mag worden gebruikt,
zoals ook toegelicht in de ACM Leidraad Duurzaamheidsclaims. Wanneer een consument
of andere belangenpartijen het vermoeden hebben dat er bij aangeboden CO2-compensatie sprake is van misleiding, kan hiervoor een melding worden gemaakt via
de ConsuWijzer van de ACM.
Vraag 2
In het artikel wordt gesteld dat compensatieprojecten gemiddeld tien keer slechter
presteren dan beloofd en in sommige gevallen helemaal geen compensatie-effect hebben.
Bent u bekend met dergelijke discrepanties tussen beloofde en daadwerkelijke CO2-reducties bij compensatieprojecten? Zo ja, welke maatregelen overweegt u om de transparantie
en effectiviteit van deze projecten te verbeteren?
Antwoord 2
Het klopt dat er uit onderzoeken is gebleken dat er koolstofcertificaten op de markt
zijn die niet de beloofde CO2-reductie of verwijdering hebben opgeleverd. Dit draagt niet bij aan de reputatie
van deze markt en weerhoudt mogelijke kopers van koolstofcertificaten zoals bedrijven
of organisaties, maar ook burgers, om via deze certificaten te investeren klimaatprojecten.
Dat het niet de beloofde CO2-reductie of verwijdering oplevert betekent niet dat het steunen van klimaatprojecten
helemaal geen positieve effecten heeft. Het betekent wel dat het vervolgens claimen
van bijvoorbeeld klimaatneutraliteit of emissiereductie niet altijd een eerlijke claim
is. Nederland heeft samen met een aantal EU-landen een gemeenschappelijke positie
op de vrijwillige markt ontwikkeld en aanbevelingen gepubliceerd tijdens de VN-klimaattop
in Dubai afgelopen jaar.2 In deze aanbevelingen worden bedrijven of organisaties die koolstofcertificaten gebruiken
voor duurzaamheidsclaims aangemoedigd hierover jaarlijks te rapporten in een publiek
beschikbaar rapport met onder meer informatie over het type en de hoeveelheid certificaten.
Het bevat tevens aanbevelingen om certificaten te kopen van hoge kwaliteit, die de
beloofde emissiereductie of verwijdering kunnen waarmaken.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat energieleveranciers investeren in duurzame projecten
die geen extra financiering behoeven, zoals oudere windparken of zonne-energie-projecten,
waardoor er geen extra emissiereducties worden gerealiseerd?
Antwoord 3
Diverse onderzoeken geven aan dat er koolstofcertificaten op de markt zijn waarvan
de opbrengsten niet noodzakelijk waren om het project mogelijk te maken, ook wel een
gebrek aan «additionaliteit» genoemd. In de aanbevelingen genoemd onder vraag 2, wordt
additionaliteit genoemd als een van de kwaliteitseisen voor een koolstofcertificaat
van hoge kwaliteit. Additionaliteit betekent dat de mitigatieactiviteit niet had plaatsgevonden
zonder de (verwachte) opbrengsten uit de verkoop van de koolstofcertificaten. Zo wordt
geborgd dat met de verkoop extra klimaatmitigatie mogelijk gemaakt wordt.
Vraag 4
Wat is uw standpunt met betrekking tot het gebruik van termen als «CO2-neutraal» en «CO2-gecompenseerd» door energieleveranciers? Overweegt u om richtlijnen of regelgeving
op te stellen om het gebruik van dergelijke termen te standaardiseren en misleiding
te voorkomen? Overweegt u maatregelen te treffen om energieleveranciers te verbieden
vage claims te maken zoals «CO2-neutraal» en «CO2-gecompenseerd gas», zoals voorgesteld door de Consumentenbond?
Antwoord 4
Het is belangrijk dat er maatregelen worden genomen op het gebied van duurzaamheidsclaims,
zowel voor consumenten als voor het gelijke speelveld voor bedrijven. Recentelijk
is er een Europees akkoord gesloten over een richtlijn ten behoeve van een grotere
rol voor de consument bij de groene transitie. Deze richtlijn voert nieuwe regels
in voor bedrijven die vrijwillige duurzaamheidsclaims doen, bijvoorbeeld op basis
van CO2-compensatie door de aanschaf van koolstofcertificaten.3 Deze wetgeving, die medio 2026 ingaat, verbiedt het bedrijven onder meer om te beweren
dat een product dankzij de compensatie van broeikasgasemissies een neutraal, verminderd
of positief milieueffect heeft.4 Dit veronderstelt namelijk ten onrechte dat de productie geen klimaatimpact heeft.
Bovendien moeten bedrijven, wanneer zij een milieuclaim doen die betrekking heeft
op toekomstige milieuprestaties5, nauwkeurig uiteenzetten hoe zij dit doel gaan bereiken. Dit moet aan de hand van
een publiek toegankelijk uitvoeringsplan dat meetbare en tijdsgebonden doelen stelt,
ingaat op de toewijzing van (financiële) middelen, en dat regelmatig wordt geverifieerd
door een onafhankelijke externe deskundige. De conclusies van deze deskundige moeten
eveneens ter beschikking worden gesteld aan consumenten.6 Ondernemingen mogen nog wel reclame maken ten behoeve van producten of diensten ten
behoeve van producten of diensten over hun investeringen in milieu-initiatieven, bijvoorbeeld
middels de aanschaf van koolstofcertificaten van klimaatprojecten, zolang zij niet
beweren dat dit de schadelijke effecten van de totstandkoming van het product reduceert
of neutraliseert.7 Absolute termen zoals klimaatneutraal en CO2-gecompenseerd dienen hierbij hoe dan ook vermeden te worden.
Vraag 5
De Autoriteit Consumenten en Markt (ACM) heeft tot nu toe volgens het artikel de teugels
laten vieren bij het gebruik van de term «compensatie». Overweegt u de regels met
betrekking tot deze term aan te scherpen, zoals gesuggereerd door de directeur van
de ACM? Zo ja, op welke termijn kunnen we dergelijke maatregelen verwachten?
Antwoord 5
Zoals toegelicht in het antwoord op de vorige vraag, wordt de regelgeving voor het
gebruik van duurzaamheidsclaims (waaronder CO2-compensatie via de aanschaf van koolstofcertificaten) aangescherpt. Per medio 2026
zullen bedrijven zich aan deze regels moeten gaan houden. De ACM houdt gericht toezicht
in specifieke sectoren (onder meer de kleding-, energie- en vervoersbranche) op misleidende
duurzaamheidsclaims en ziet daarnaast actief toe op actuele duurzaamheidscampagnes
en daarbij gebruikte claims. Ook kan de ACM een onderzoek naar duurzaamheidsclaims
starten naar aanleiding van meldingen en signalen. Zo heeft de ACM als het gaat om
CO2-compensatie de laatste jaren meerdere acties ondernomen, mede naar aanleiding van
meldingen van consumenten. In 2022 heeft Kantar Public in opdracht van de ACM gedragsonderzoek
gedaan naar CO2-claims bij de verkoop van vliegtickets en in hoeverre consumenten deze claims begrijpen.8 Ook zijn er handhavingsacties ondernomen richting vliegtuigmaatschappij Ryanair vanwege
het gebruik van mogelijk misleidende CO2-compensatieclaims en richting de supermarktketen Plus voor het gebruik van de term
«klimaatneutraal» en Eneco voor de slogan «sneller klimaatneutraal».9 Zeer recent heeft de ACM, samen met andere Europese toezichthouders, twintig luchtvaartmaatschappijen
opgeroepen om misleidende duurzaamheidsclaims aan te passen, waaronder claims over
CO2-compensatie.10 Hieruit maak ik op dat het thema CO2-compensatie bij de ACM nadrukkelijk op de radar staat.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u het handelen van de ACM in deze kwestie, waarbij zij de term «compensatie»
tot nu toe niet actief hebben gereguleerd? Kunt u bij de ACM navragen welke middelen
zij nodig heeft om dit beter aan te pakken?
Antwoord 6
De ACM is een onafhankelijke toezichthouder en maakt haar eigen afwegingen. Op dit
moment wordt voorgenoemde richtlijn voor een grotere rol voor de consument bij de
groene transitie geïmplementeerd in onze nationale wetgeving. Als onderdeel hiervan
voert de ACM een Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets (UHT) uit. Naar verwachting
zal de beschikbaarheid van middelen onderdeel vormen van deze UHT. De uitkomsten van
de UHT zijn na afronding openbaar toegankelijk.
Vraag 7
Wat is uw reactie op het feit dat energieleveranciers hun websites aanpassen naar
aanleiding van de bevindingen van Pointer (KRO-NCRV), zoals het verwijderen van termen
als «100% CO2-gecompenseerd» en het heroverwegen van het aanbieden van CO2-gecompenseerd gas?
Antwoord 7
Het is positief dat er actie wordt ondernomen door energieleveranciers in kwestie.
Het is belangrijk dat intern beleid rondom koolstofcertificaten en externe communicatie
regelmatig wordt geëvalueerd en waar nodig aangepast om kwaliteit, transparantie en
eerlijke communicatie te verbeteren.
Vraag 8
Wat is uw standpunt met betrekking tot het gebruik van goedkope compensatieprojecten
door energieleveranciers, waarbij één euro al gelijkstaat aan de aankoop van één CO2-certificaat?
Antwoord 8
Het is belangrijk dat de koolstofcertificaten die worden aangeschaft van hoge kwaliteit
zijn. Dit betekent onder andere dat geverifieerd is dat de certificaten reële, additionele
en permanente mitigatie vertegenwoordigen en dat koolstoflekkage wordt voorkomen.
Daarnaast is het belangrijk dat aandacht besteed is aan de impact in het land waar
het klimaatproject plaatsvindt, zoals de milieu- en sociale impact, mensenrechten,
gendergelijkheid, de rechten van inheemse volkeren en andere lokale gemeenschappen.
Het reduceren of verwijderen van CO2 kost nu eenmaal geld. Hoewel de prijs van een certificaat niet alles zegt over de
kwaliteit, is het bij goedkope certificaten aan te raden om nog kritischer te onderzoeken
of de certificaten voldoen aan bovenstaande criteria.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de situatie waarbij energiebedrijven zoals Coolblue CO2-certificaten aankopen van problematische projecten zoals het Braziliaanse project
Pacajai, dat wordt beschuldigd van landroof en geen werkelijke milieubescherming biedt?
Bent u bekend met andere vergelijkbare gevallen?
Antwoord 9
In de gemeenschappelijke positie en aanbevelingen voor de vrijwillige koolstofmarkt
die Nederland tijdens COP28 met een groep EU-landen heeft gepresenteerd (en waarnaar
wordt verwezen onder vraag 3), is ook een hoofdstuk opgenomen over de impact op de
landen waar het klimaatproject plaatsvindt. Zoals genoemd onder vraag 8, is het voor
certificaten van hoge kwaliteit onder andere nodig dat aandacht besteed is aan de
impact in het land waar het klimaatproject plaatsvindt, zoals de milieu- en sociale
impact, mensenrechten, gendergelijkheid, de rechten van inheemse volkeren en andere
lokale gemeenschappen.
Vraag 10
Welke maatregelen overweegt u te nemen ten aanzien van energiebedrijven die CO2-certificaten kopen van projecten die aantoonbaar veel minder CO2-uitstoot verminderen dan beweerd wordt, zoals de projecten die efficiënte barbecues
uitdelen in Afrika en Azië?
Antwoord 10
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 4, wordt de regelgeving voor het gebruik
van duurzaamheidsclaims, waaronder CO2-compensatie door de aanschaf van koolstofcertificaten, aangescherpt. Per medio 2026
zullen bedrijven zich aan deze regels moeten gaan houden. Daarnaast is in de eerdergenoemde
gemeenschappelijke positie en aanbevelingen ook opgenomen dat certificaten van hoge
kwaliteit reële, additionele en permanente mitigatie vertegenwoordigen en dat koolstoflekkage
wordt voorkomen.
Vraag 11
Wat is uw reactie op het oordeel van de Reclame Code Commissie dat Shell klanten misleidde
met milieuvoordelen die er niet of nauwelijks zijn door de verkoop van «CO2-gecompenseerd gas»?
Antwoord 11
Het is niet aan mij als Minister om op een specifieke zaak die voorlag bij de Reclame
Code Commissie in te gaan. Het beoordelen van individuele gevallen van mogelijke consumenten
misleiding is aan de onafhankelijke toezichthouder (ACM) en, in dit geval, de Stichting
Reclame Code Commissie.
Vraag 12
Zijn CO2-certificaten überhaupt een oplossing voor de klimaatcrisis? Deelt u de mening dat
het voornamelijk lijkt bij te dragen aan greenwashing en dat het in praktijk niet
tot CO2-reductie leidt?
Antwoord 12
Het vrijwillige gebruik van koolstofcertificaten met een hoge kwaliteit kan bijdragen
aan snellere en ambitieuzere klimaatactie, duurzame ontwikkelingsdoelen en het faciliteren
van financiële steun aan klimaatprojecten wereldwijd. Hierbij is het belangrijk dat
certificaten van hoge kwaliteit zijn en dat claims die worden gedaan eerlijk zijn.
Echter, zonder robuuste normen en waarborgen, kan het gebruik van de certificaten
juist klimaatactie ondermijnen en milieu- of sociale schade veroorzaken. Dit is de
reden dat Nederland samen met andere EU-landen aan een gemeenschappelijke positie
en aanbevelingen heeft gewerkt richting COP28 en waarom er hard aan EU-regelgeving
wordt gewerkt die scherpere kaders zal bevatten voor duurzaamheidsclaims.
Vraag 13
Zowel Shell als KLM hebben rechtszaken verloren over vergelijkbare milieuclaims op
basis van CO2-compensatieprojecten. Bent u van mening dat wetgeving nodig is om claims voor het
compenseren van CO2-uitstoot via dergelijke projecten als geheel te verbieden?
Antwoord 13
In reactie op uw vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 4.
Vraag 14
Bent u van mening dat het wenselijk is dat bedrijven internationaal hun CO2 kunnen compenseren terwijl uit Pointer (KRO-NCRV) onderzoek blijkt dat het lastig
is te achterhalen wat de daadwerkelijke CO2-reductie is? Zo nee, welke stappen onderneemt u om CO2-compensatie via projecten buiten de EU te beperken/verbieden?
Antwoord 14
Zoals in het antwoord op vraag 7 genoemd, kan het vrijwillig gebruik van koolstofcertificaten
van hoge kwaliteit bijdragen aan klimaatactie, ontwikkelingsdoelen en kan het financiële
steun aan klimaatprojecten binnen en buiten de EU faciliteren. Het verbeteren van
de integriteit van de markt is op dit moment de prioriteit. Vooralsnog ben ik niet
van plan om de aanschaf van koolstofcertificaten van klimaatprojecten buiten de EU
te verbieden door Europese of Nederlandse kopers.
Vraag 15
Deelt u de mening dat dit soort praktijken inherent zijn aan het kapitalisme en dat
bedrijven altijd zullen zoeken naar manieren om klimaatverplichtingen te omzeilen
als dit hun winsten ten goede komt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Het is teleurstellend wanneer bedrijven klimaatverplichtingen proberen te omzeilen
want het is belangrijk dat iedereen bijdraagt aan de transitie. Daarom wordt via verschillende
kanalen hard gewerkt aan het tegengaan van greenwashing. Het is tegelijkertijd belangrijk
dat bedrijven die vooroplopen in de transitie hier ook de vruchten van kunnen plukken,
onder andere in externe communicatie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.