Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden, gesteld aan de algemene Rekenkamer, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36560-VI-2)
36 560 VI Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie en Veiligheid 2023
Nr. 5
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 4 juni 2024
De vaste commissie voor van Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Algemene Rekenkamer over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023
bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36 560 VI, nr. 2)
De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 juni 2024. Vragen
en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Van Nispen
Adjunct-griffier van de commissie, Vroege
Vragen en antwoorden
Vraag 1
Kunt u aangeven hoe categoriemanagers bij andere ministeries 55,8 miljoen euro aan
budget van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) onrechtmatig uit hebben
kunnen geven?
Dit wordt veroorzaakt door rijksbrede raamovereenkomsten. Van het totale bedrag aan
onrechtmatige inkopen bij DJI van € 79,9 miljoen is € 55,8 miljoen veroorzaakt doordat
deze vallen onder raamovereenkomsten die zijn afgesloten door categoriemanagers bij
een ander departement. Deze onrechtmatigheden vallen deels buiten de invloedssfeer
van DJI.
Binnen de Rijksoverheid is het streven om zoveel mogelijk samen te werken bij inkooptrajecten.
De gebundelde inkopen van goederen en diensten zijn ingedeeld in categorieën. De categoriemanager
is de beheerder van een inkoopcategorie.
Vraag 2
Hoe komt het dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) geen (toereikende) prestatieverklaring
heeft? Welke maatregelen gaat u nemen om de prestatieverklaring van de IND zo snel
mogelijk op orde te krijgen?
Het is aan de Minister van Justitie en Veiligheid om deze vraag te beantwoorden.
Vraag 3
Op welke manier stelt u dat de resultaten van extra geld, specifiek voor de opvang
van vluchtelingen uit Oekraïne, niet goed te volgen zijn?
In het hoofdstuk «Onze conclusies» stellen wij inderdaad dat het extra geld niet goed
te volgen is. Dat is echter een conclusie over de verantwoording over extra geld in
het algemeen. In paragraaf 5.1 gaan we hier dieper op in. We constateren dat er over
de resultaten van extra geld voor de opvang van Oekraïners beter gerapporteerd wordt
door de Minister van JenV dan over het extra geld uit het coalitieakkoord uit 2021.
Vraag 4
U stelt dat 15,3% van de uitgaven van het Ministerie van J&V is besteed aan maatregelen
in verband met de oorlog in Oekraïne, maar dat deze gegevens niet door u gecontroleerd
zijn. Waarom heeft u deze gegevens niet gecontroleerd?
We leiden deze bedragen af uit gegevens van het Ministerie van Financiën. De berekening
van dit specifieke percentage en de daarvoor benodigde bedragen zijn geen onderdeel
van onze financiële controle van het jaarverslag, vandaar dat we een voorbehoud opnemen.
Vraag 5
Bij welke agentschappen missen prestatieverklaringen en hoe hoog is het totale factuurbedrag
dat is uitbetaald zonder prestatieverklaringen? Graag aangeven per organisatie.
In het rapport staat ons oordeel over de financiële verantwoordingsinformatie op totaalniveau.
Wij constateren € 157,9 miljoen aan fouten en € 95,9 miljoen aan onzekerheden in de
rechtmatigheid van de samenvattende verantwoordingsstaat baten-lastenagentschappen.
Hiervan zijn er fouten en onzekerheden die te maken hebben met het ontbreken van prestatieverklaringen
van € 83,5 miljoen bij de agentschappen: DJI, JIO, NFI en IND.
Daarnaast constateren wij € 27,4 miljoen aan fouten en € 89,3 miljoen aan onzekerheden
in de betrouwbaarheid en ordelijkheid van de samenvattende verantwoordingsstaat baten-lastenagentschappen.
Het gaat voornamelijk om fouten en onzekerheden van € 81,9 miljoen bij de agentschappen
IND en DJI die te maken hebben met het ontbreken van prestatieverklaringen.
Vraag 6
Hoe hoog is het bedrag aan fouten en aan onzekerheden per agentschap?
Het totaalbedrag aan fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en in de betrouwbaarheid
en ordelijkheid van de samenvattende verantwoordingsstaat baten-lastenagentschappen
is hierboven bij vraag 5 genoemd. Het bedrag aan fouten en onzekerheden per agentschap
hebben wij niet als zodanig bij het Ministerie van JenV vastgesteld. Deze vormen geen
onderdeel van onze oordeelsvorming over de financiële informatie omdat deze gericht
is op het vaststellen van rechtmatigheid en betrouwbaarheid en ordelijkheid op het
totaalniveau van de baten-lastenagentschappen en niet per agentschap.
Vraag 7
Er wordt gesteld dat het ontbreken van prestatieverklaringen bij onder andere de IND
in 2023 als onvolkomenheid gezien kan worden, kunt u toelichten hoe significant het
probleem is zoals vastgesteld bij de IND? U stelt dat het bij het ontbreken van prestatieverklaringen
in totaal om 83,5 miljoen euro gaat, hoeveel geld hiervan betreft de IND?
Over 2023 is de aantoonbaarheid van de prestatieverklaring door de IND niet op orde.
De onzekerheid in de financiële verantwoording van de IND als gevolg van ontoereikende
prestatieverklaringen bedraagt € 25,5 miljoen en overschrijdt daarmee de tolerantiegrens
van de verantwoording van de IND. Als zodanig beschouwen we het daarom als significant
en melden we dat expliciet aan u: er is hier onvoldoende zekerheid dat publiek geld
besteed was aan waarvoor het bedoeld was.
Vraag 8
Kunt u nader toelichten hoe de gevonden fouten en onzekerheden bij de IND in verhouding
staan tot de fouten die gevonden zijn bij andere agentschappen, aangezien u stelt
dat de tolerantiegrens voor fouten en onzekerheden m.b.t. rechtmatigheid voornamelijk
bij bepaalde agentschappen, waaronder de IND, bereikt is?
De tolerantiegrens voor fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid van de samenvattende
verantwoordingsstaat baten-lastenagentschappen is overschreden. Wij constateren € 157,9 miljoen
aan fouten en € 95,9 miljoen aan onzekerheden. Hiervan zijn € 16,2 miljoen aan fouten
en € 27,3 miljoen aan onzekerheden bij de IND.
Vraag 9
Klopt het dat in 2023 voor wat betreft de onvolkomenheid bij de afpakketen echt meer
stappen zijn gezet dan in de jaren ervoor?
Ja, er zijn duidelijk meer stappen gezet door de Minister van JenV voor het in 2023
nog resterende deel van de onvolkomenheid dan in de jaren daarvoor. Dit geldt met
name voor het beheer van ontnemingsmaatregelen en het daaruit voortvloeiende openstaand
recht. In eerdere jaren zijn ook stappen gezet, maar dan op andere onderdelen. De
problemen die wij toen signaleerden hadden onder meer betrekking op de verantwoording
van in beslag genomen geldelijke zaken (zoals aandelen en cryptovaluta), de registratie
van goederenbeslag en het beheer van ontnemingsmaatregelen. Daarop heeft de Minister
van JenV goede stappen gezet om dit complexe proces te verbeteren en is de onvolkomenheid
op onderdelen opgelost. Wij verwachten in mei 2025 te kunnen rapporteren dat deze
onvolkomenheid helemaal is opgelost, maar dit is uiteraard ook afhankelijk van de
inzet van de Minister.
Vraag 10
Wat moet er concreet gebeuren om de afpakketen verder te verbeteren ten opzichte van
de afgelopen jaren, om ervoor te zorgen dat de afpakketen de komende jaren niet meer
als «onvolkomenheid» wordt bestempeld?
Om naast de verbeteringen uitgevoerd door het OM ook de samenwerking in de keten tussen
Rechtspraak, OM en CJIB verder te verbeteren zal de Minister de regie op de samenwerking
en afstemming van de ketenpartners in 2024 blijven doorzetten. De in 2023 uitgevoerde
verbetermaatregelen geven wel beter zicht op de oorzaken. Voor een deel worden zaken
te laat aangeleverd door de rechtbank en incidenteel loopt de verwerking bij het CJIB
vertraging op. Ook bij het OM blijven zaken soms liggen. Dus bij alle 3 deze ketenpartners
kan meer gedaan worden. Hier verwachten we dat de Minister de regie doorzet.
Een belangrijk toetspunt is voorts de verbetering in de tijdige overdracht van ontnemingsmaatregelen.
We zien dat vooral de nadere implementatie van de 14-dagentermijn in de Wet herziening
tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen in 2024 moet worden opgepakt door
alle 3 de ketenpartners.
Vraag 11
Hoe zou de Minister van Justitie en Veiligheid nog meer regie kunnen nemen op de oorzaken
van de onvolkomenheid bij de afpakketen, waarbij wordt gewezen op te late aanlevering
door rechtbanken en incidentele vertraging bij het Centraal Justitieel Incassobureau
(CJIB)?
We verwachten dat de Minister vooral de regie doorzet op de concrete samenwerking
tussen Rechtspraak, Openbaar Ministerie en CJIB bij het oplossen van fouten bij alle
3 de ketenpartners.
Vraag 12
Welke van de elementen waarvan de Algemene Rekenkamer in 2023 bij de beantwoording
van de feitelijke vragen over het jaarverslag 2022 stelde dat de Minister strakker
moet sturen op de verbetering van de uitvoering van ontnemingsmaatregelen, bijvoorbeeld
door het opvragen van feitelijke informatie over prestaties en organisatie, de analyse
daarvan en het regelmatig evalueren op bestuurdersniveau, verdienen in 2024 en verder
nog bijzondere aandacht?
Op alle genoemde elementen zien we verbeteringen. Maar met name de samenwerking in
de oplossing van fouten bij alle 3 ketenpartners (zie ook vraag 11) is een belangrijk
punt voor de Minister om op te sturen. Het zou goed zijn als de verbeteringen leiden
tot aantoonbare resultaten, dus een aanzienlijke verbetering van de overdrachtstijden
van ontnemingsmaatregelen.
Vraag 13
Kunt u aangeven hoe de AR gekomen is tot een bedrag van 79,9 miljoen euro aan onrechtmatige
aankopen gedaan door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)?
De bedragen aan onrechtmatige inkopen zijn geconstateerd bij de controle van de inkopen
over 2023. Over 2023 is het totale bedrag aan onrechtmatige inkopen bij DJI € 79,9 miljoen.
Deze onrechtmatigheden vallen voor € 55,8 miljoen buiten de invloedssfeer van DJI.
Deze hebben betrekking op contracten die zijn afgesloten door categoriemanagers bij
een ander departement (zie ook het antwoord op vraag 1). Het resterend deel van € 24,1 miljoen
betreft onrechtmatigheden die DJI zelf heeft veroorzaakt.
Vraag 14
Kunt u aangeven hoe in de onrechtmatige uitgaven van het Ministerie van J&V een stijging
te zien is in plaats van een daling?
Wij gaan ervan uit dat u de onrechtmatige inkopen door DJI van € 79,9 miljoen ten
opzichte van 2022 bedoelt. Over 2022 bedroeg dit € 71,5 miljoen. In ons onderzoek
over 2023 constateren we dat ondanks de zichtbare verbeteringen in het inkoopbeheer
van DJI, de omvang van de onrechtmatige inkopen nog te hoog is. Het is aan de Minister
van JenV om aan te geven hoe deze stijging komt en wat er nodig is om de omvang van
onrechtmatige inkopen tot een minimum te beperken.
Vraag 15
Kunt u aangeven hoe u aandacht gaat besteden, zoals de AR adviseert, aan het inkoopbeheer
bij DJI?
Het is aan de Minister van Justitie en Veiligheid om deze vraag te beantwoorden.
Vraag 16
Bent u bereid een gespecificeerd overzicht van alle onrechtmatige uitgaven aan te
leveren, met daarbij vermeld de reden van totstandkoming?
In bijlage 1 bij ons rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie
van Justitie en Veiligheid (36 360 VI, nr. 2) is een overzicht opgenomen van alle fouten en onzekerheden bij het Ministerie van
JenV over 2023. De fouten en onzekerheden die de toleranties overschrijden zijn verder
toegelicht in hoofdstuk 3 van het rapport.
Vraag 17
Kunt u nader toelichten dat u stelt dat er bij de grenscontrole veel onduidelijkheden
zijn in rollen, taken en verantwoordelijkheden tussen de Koninklijke Marechaussee,
het Ministerie van Defensie en het Ministerie van J&V?
We hebben geen documentatie aangetroffen die rollen, taken, verantwoordelijkheden,
eigenaarschap en bevoegdheden duidelijk vastleggen en vaststellen. Dit geldt voor
afspraken binnen de KMar, tussen de KMar en het Ministerie van Defensie en tussen
het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarnaast
constateerden we dat de Data Protection Impact Assessment nog niet is vastgesteld,
onder andere omdat de Minister van JenV en de Minister van Defensie nog geen overeenstemming
hebben bereikt over de verwerkingsverantwoordelijkheden.
Vraag 18
Hoe vaak is het gebeurd, sinds de oprichting van de AR in 1814, dat een onderzoek
moest worden stopgezet wegens verhoogde veiligheidsrisico’s voor medewerkers (In 2022
werd geconcludeerd dat er voor ruim 71,5 miljoen euro aan fouten zijn gemaakt bij
minicompetities bij het inkoopbeheer bij DJI)?
Het om deze reden stopzetten van een onderzoek bij de Algemene Rekenkamer is in de
recente geschiedenis niet eerder voorgekomen. De constatering in de passage tussen
haakjes heeft geen relatie met de vraag of met de reden van stopzetten van het onderzoek.
Vraag 19
Hoezo kan de thermostaat in de gebouwen van de penitentiaire inrichtingen (PI's) niet
omlaag?
Bij sommige PI’s is het systeem zo verouderd dat het technisch niet mogelijk is om
de thermostaat anders in te stellen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de
Minister van JenV.
Vraag 20
Kunt u aangeven of leegstaande cellen ook verwarmd worden, ondanks de doelen (en problemen
daarmee) voor het terugbrengen van het gasverbruik?
Het is aan de Minister van JenV om deze vraag te beantwoorden.
Vraag 21
Kunt u aangeven wat u zult ondernemen tegen PI’s die het onwenselijk vinden om de
thermostaat lager te zetten, zoals de AR noemt?
Het is aan de Minister van JenV om deze vraag te beantwoorden.
Vraag 22
Kunt u aangeven waarom er geen verantwoording over de besteding van de extra gelden
uit het coalitieakkoord wordt gegeven inzake de sociale advocatuur?
Deze middelen zijn toegevoegd aan het totale budget voor sociale advocatuur op artikelonderdeel
32.2 van de begroting van het Ministerie van JenV. De Minister rapporteert niet meer
specifiek over deze extra gelden, maar over de besteding van de middelen op het artikelonderdeel
als geheel.
Vraag 23
Is het ondermijningsfonds al opgericht? Zo ja, sinds wanneer en hoeveel financiële
middelen zijn hier in totaal ingestort en hoeveel zit er momenteel in dit fonds? En
wat heeft het fonds concreet opgebracht?
In 2018 heeft de regering een investering gedaan voor de versterking van de aanpak
van ondermijning onder de noemer «ondermijningsfonds». Deze eenmalig investering betrof
€ 100 miljoen die aan de begroting van het Ministerie van JenV is toegevoegd (voor
2019, 2020 en 2021). Overigens betrof het geen werkelijk fonds in de zin dat er ook
opbrengsten waren. De doelen uit de Toekomstagenda aanpak ondermijning golden als
inhoudelijk uitgangspunt voor besteding van de middelen uit het fonds.1 De Minister heeft in haar brief aan de Tweede Kamer van november 20222 verwezen naar een midtermreview waarin een inventarisatie van de projecten die gefinancierd werden uit het Ondermijningsfonds
te vinden is.3 In 2023 is de versterking van de aanpak geëvalueerd door het WODC en de Universiteit
Maastricht.4
U vraagt hoeveel geld er nog in het «fonds» zit. Wij hebben geen onderzoek gedaan
naar het fonds en verwijzen daarom naar de Minister van JenV voor een antwoord op
deze vraag.
Vraag 24
Welke gegevens zijn er nu zichtbaar op het dashboard mainports en welke gegevens missen
nog? Beschikt men al wel over de gegevens die missen op het dashboard?
Om te bepalen of het beleid doel treft bevelen we de Minister aan tussendoelen met
bijbehorende prestaties te formuleren. Op basis van die tussendoelen met bijbehorende
prestaties kunnen dan indicatoren worden geformuleerd. Een mogelijke indicator die
in een intern stuk wel al door het ministerie was benoemd is die voor het aantal meldingen
van mogelijke corruptiegevallen en integriteitsschendingen. Deze indicator is niet
opgenomen in het dashboard. We zien dat de gegevens op het dashboard voornamelijk
informatie op activiteitenniveau betreffen bij de verschillende logistieke knooppunten.
Zolang de tussendoelen, prestaties en indicatoren niet zijn bepaald kunnen wij niet
beoordelen welke informatie er mist en de Minister ook niet. Ook kan informatie die
wel aanwezig is op dit moment niet gelinkt worden omdat de basis mist.
Vraag 25
Welke indicatoren voor het dashboard zijn al bekend en welke ontbreken? Per wanneer
zijn alle indicatoren gedefinieerd?
Het ministerie heeft aangegeven dat de uitwerking van het beleid dit jaar zal gebeuren.
Voor een tijdspad en vragen betreffende die uitwerking van het beleid verwijzen wij
u naar de Minister. Zie ook de beantwoording op vraag 24.
Vraag 26
Kunt u een opgave geven van het toegenomen aantal corruptiegevallen en integriteitsschendingen,
uitgesplitst per mainport en per jaar van de afgelopen vijf jaar?
Het is aan de Minister van JenV om deze vraag te beantwoorden. Wij beschikken niet
over deze gegevens.
Vraag 27
Met inachtneming van de vorige vraag, kunt u een opgave geven van de cijfers van corruptiegevallen
en integriteitsschendingen van alle havens in België, Duitsland en Frankrijk van de
afgelopen vijf jaar, per jaar en per haven uitgesplist? Indien u niet over deze cijfers
beschikt, zou u dan over willen gaan tot het opvragen van deze gegevens en deze daarna
alsnog aan te leveren?
U vraagt naar informatie over buitenlandse havens. Over deze informatie beschikken
wij niet. Voor het antwoord op deze vraag verwijzen wij u naar de Minister van JenV.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Nispen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S.R. Muller, adjunct-griffier