Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36560-VI-2)
36 560 VI Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie en Veiligheid 2023
Nr. 10
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 4 juni 2024
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek
2023 bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36 560 VI, nr. 2).
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft deze vragen beantwoord bij brief van
4 juni 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Van Nispen
Adjunct-griffier van de commissie, Van Tilburg
Vraag (1):
Is het de verwachting dat het aantal tijdig overgedragen ontnemingsmaatregelen in
2024 significant zal toenemen door het nieuwe dashboard?
Antwoord:
Met het nieuwe dashboard is het mogelijk geworden om maandelijks de tijdigheid en
juistheid van de registratie in het systeem te monitoren. Hiermee wordt ook inzicht
verkregen in onderliggende knelpunten voor het niet tijdig overdragen van ontnemingsmaatregelen,
waarmee verder gestuurd kan worden op het verbeteren van de tijdigheid. Er wordt dan
ook een toename verwacht in het aantal tijdig overgedragen ontnemingsmaatregelen in
2024 ten opzichte van 2023. Ook zal het totale aantal zaken «openstaand recht» verder
afnemen.
Vraag (2):
Welke concrete resultaten heeft het Coördinerend beraad Afpakketen in 2023 bereikt
ten opzichte van 2022?
Antwoord:
In 2023 is het Coördinerend Beraad Afpakketen (CBA) zes keer samengekomen en is in
het bijzonder aandacht gegeven aan enerzijds het oplossen van de onvolkomenheid in
de afpakketen (beheersmatig) en anderzijds het herkennen van mogelijke verbeterpunten
in de keten om daarmee de afpakresultaten te verhogen (beleidsmatig). De inzet van
het CBA heeft er mede toe geleid dat de ADR in 2023 de bevindingen ten aanzien van
het beheer van de afpakketen heeft gekwalificeerd als «licht», waar dit in 2022 nog
«gemiddeld» was. In het Verantwoordingsonderzoek 2023 onderschrijft ook de Algemene
Rekenkamer dat de ketenpartners goede stappen hebben gezet om de onvolkomenheid op
te lossen en dat de regie op de keten door de Minister van JenV is opgepakt. De resultaten
van de inzet van het CBA op beleidsmatige verbeteringen zijn minder concreet te duiden.
Dankzij de niet aflatende aandacht en gezamenlijke inspanningen met de bijzondere
opsporingsdiensten en de politie, is de door het OM gestelde beslagdoelstelling met
129% ruim behaald. Het is onmiskenbaar dat de brede aandacht van de ketenpartners
voor het onderwerp afpakken – binnen en buiten het CBA – hieraan heeft bijgedragen.
Vraag (3):
Welke aanvullende bestuurlijke ketenafspraken zijn nodig om de onvolkomenheid in de
afpakketen daadwerkelijk op te lossen?
Antwoord:
Er zijn geen aanvullende bestuurlijke ketenafspraken nodig om de onvolkomenheid op
te lossen, omdat de ketenpartners hier al passende afspraken over hebben gemaakt.
De verwachting is dat de gemaakte afspraken zullen leiden tot het oplossen van de
onvolkomenheid. De voortgang op de afspraken en de resultaten ervan zullen in het
CBA gevolgd en besproken worden, zodat indien nodig tijdig kan worden bijgestuurd
Vraag (4):
Kunt u toelichten waarom de Algemene Rekenkamer stelt dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND) vaak achteraf niet meer kan aantonen dat de prestatieverklaring op de juiste
wijze is vastgesteld? Hoe gaat u eraan werken dat de aantoonbaarheid van prestatieverklaringen
bij de IND weer op orde komt?
Antwoord:
Voordat betaling van een factuur plaatsvindt, moet worden vastgesteld of de gefactureerde
goederen of diensten daadwerkelijk zijn geleverd. De onzekerheid in de financiële
verantwoording als gevolg van ontoereikende prestatieverklaringen bij de IND overschrijdt
de tolerantiegrens en daarom heeft de Algemene Rekenkamer een onvolkomenheid moeten
vaststellen.
Zoals de Algemene Rekenkamer vaststelt heeft de IND al in 2023 extra maatregelen genomen
om het proces rondom prestatieverklaringen te verbeteren. Deze maatregelen betreffen
onder andere het opstellen en verspreiden van richtlijnen en werkinstructies naar
alle prestatieverklaarders van de IND, het geven van presentaties aan de verschillende
MT’s, het begeleiden van prestatieverklaarders en het ontwikkelen van voortgangsrapportages,
die maandelijks worden voorgelegd aan tactisch managers van de directies voor bijsturing.
De reeds ingezette verbeteractiviteiten worden in 2024 gecontinueerd en uitgebreid
om zo het prestatieverklaringen binnen de IND structureel te verbeteren. De voortgang
hiervan is onderwerp van gesprek tussen het departement en de IND.
Vraag (5):
Waarom is bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), ondanks alle inspanningen,
het totale bedrag aan onrechtmatige inkopen gestegen?
Antwoord:
De reden voor de stijging in 2023 is gelegen in het feit dat de aangegane verplichtingen
voor drie hoofdcategorieën, die grotendeels het volume aan inkooponrechtmatigheden
bij DJI verklaren, hoger waren dan in 2022. Deze hoofdcategorieën en de bijbehorende
verbeteracties zijn de volgende:
1. Inhuur van ICT-personeel (overschrijding van de maximale waarde). Hiervoor is in februari
2024 uiteindelijk een heraanbesteding gegund, waardoor de onrechtmatigheden worden
beëindigd.
2. Geïmporteerde onrechtmatigheden (rijksbreed categoriemanagement). Dit betreft onrechtmatigheden
als gevolg van vertragingen van aanbestedingen die verlopen onder regie van rijksbreed
categoriemanagement. Het gaat hier om de aanbestedingen voor Interim-Management en
Organisatieadvies. Deze inkooponrechtmatigheden liggen buiten de invloedssfeer van
DJI. Inmiddels is de aanbesteding Organisatieadvies onlangs definitief gegund. De
ingangsdatum van deze raamovereenkomst is 15 maart 2024. Voor de aanbesteding Interim-Management
is de verwachting dat de heraanbesteding medio 2024 tot een gunning zal leiden.
3. Inhuur van zorgpersoneel. Hiervoor is in december 2023 een aanbesteding gegund, waardoor
de onrechtmatigheden worden beëindigd.
4. De eerder in 2021, 2022 en 2023 georganiseerde verbeteracties hebben dus voor de categorieën
Inhuur van ICT-personeel en Inhuur zorgpersoneel inmiddels geleid tot nieuwe, rechtmatige
raamovereenkomsten.
Vraag (6):
Hoe zet u zich ervoor in om de taakverdeling tussen de Koninklijke Marchaussee, het
Ministerie van Defensie en het Ministerie van Justitie en & Veiligheid beter vorm
te geven, gezien hetgeen de Algemene Rekenkamer stelt dat bij grenscontrole er veel
onduidelijkheden zijn in rollen, taken en verantwoordelijkheden?
Antwoord:
De Algemene Rekenkamer heeft inderdaad geconcludeerd dat er onduidelijkheden bestaan
in rollen, taken en verantwoordelijkheden tussen de Koninklijke Marechaussee (KMar),
het Ministerie van Defensie en het Ministerie van JenV. Deze onduidelijkheden neem
ik graag weg en hier zal ik op inzetten in overleg met de KMar en het Ministerie van
Defensie.
Vraag (7):
Hoe zet u zich ervoor in dat onbevoegden geen toegang kunnen krijgen tot de gegevens
van reizigers, zoals gesteld wordt als risico door de Algemene Rekenkamer?
Antwoord:
Het API-3 systeem is een IT-systeem van het Ministerie van Defensie. Het is in de
eerste instantie aan de Minister van Defensie om deze aanbeveling op te volgen en
hierover te rapporteren. Als opdrachtgever voor het grensbeheer word ik hier uiteraard
nauw bij betrokken.
De AR komt tot haar bevinding vanwege het ontbreken van voldoende bewijsvoering/documentatie
over de maatregelen op gebied van informatiebeveiliging. Er zijn wel technische maatregelen
genomen. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat onbevoegden toegang krijgen
tot passagiersgegevens. Het verbetertraject op het gebied van de verantwoording van
getroffen maatregelen in het kader van informatiebeveiliging maakt deel uit van de
algemene verbetermaatregelen ten aanzien van IT-beheer binnen Defensie, waarop wordt
ingezet. Dit punt zal worden benadrukt in de bestaande gremia met de KMar zodat de
traceerbaarheid van de opvolging van de aanbeveling vergroot wordt.
Vraag (8):
Deelt u de conclusie van de Algemene Rekenkamer met het advies om de risicoprofielen
op het gebied van illegale migratie te evalueren en de effectiviteit hiervan te beoordelen?
Antwoord:
De Algemene Rekenkamer heeft vastgesteld dat de KMar serieus werk maakt van de risicobeheersing
rondom het gebruik van profielen. De genoemde stuurgroep draagt hier zorg voor.
Zoals aangegeven in de bestuurlijke reactie op dit onderzoek, neem ik de aanbeveling
ter harte om tot duidelijke kaders te komen voor het gebruik van profielen voor inkomende
API-data (Application Programming Interface-data). Op dit moment zijn er voor de profielen
waarmee de inkomende API-data wordt vergeleken, nog geen kwaliteits- en prestatiedoelen
vastgesteld, waardoor onduidelijk is wanneer een profiel effectief en de voortdurende
inzet ervan doelmatig is.
Op basis van deze doelen is het mogelijk het gebruik van profielen te evalueren en
verder te professionaliseren. Het gebruik van profielen past bij de inzet van het
kabinet op meer informatie gestuurd optreden aan de grens, in de verwachting dat dit
leidt tot kwaliteitsverbetering en meer efficiënt en effectief grenstoezicht.
Vraag (9):
Hoe evalueert u de stuurgroep die nieuwe en bestaande profielen bespreekt rondom de
inzet van algoritmes bi het bestrijden van illegale migratie? Hoe kunt u deze stuurgroep
eventueel verder inzetten in het kader van het tegengaan van illegale migratie?
Antwoord:
De Algemene Rekenkamer heeft vastgesteld dat de KMar serieus werk maakt van de risicobeheersing
rondom het gebruik van profielen. De genoemde stuurgroep draagt hier zorg voor.
Zoals aangegeven in de bestuurlijke reactie op dit onderzoek, neem ik de aanbeveling
ter harte om tot duidelijke kaders te komen voor het gebruik van profielen voor inkomende
API-data. Op dit moment zijn er voor de profielen waarmee de inkomende API-data wordt
vergeleken, nog geen kwaliteits- en prestatiedoelen vastgesteld, waardoor onduidelijk
is wanneer een profiel effectief en de voortdurende inzet ervan doelmatig is.
Op basis van deze doelen is het mogelijk het gebruik van profielen te evalueren en
verder te professionaliseren. Het gebruik van profielen past bij de inzet van het
kabinet op meer informatie gestuurd optreden aan de grens, in de verwachting dat dit
leidt tot kwaliteitsverbetering en meer efficiënt en effectief grenstoezicht.
Vraag (10):
Hoe gaat u zich ervoor inzetten om de risico’s op het gebied van IT-beheer bij grensbewaking
te beperken? Kunt u verder specificeren welke aandachtspunten aangepakt moeten worden?
Antwoord:
Het API-3 systeem is een IT-systeem van het Ministerie van Defensie. Het is in de
eerste instantie aan de Minister van Defensie om deze aanbeveling op te volgen en
hierover te rapporteren. Als opdrachtgever voor het grensbeheer word ik hier uiteraard
nauw bij betrokken.
De AR komt tot haar bevinding vanwege het ontbreken van voldoende bewijsvoering/documentatie
over de maatregelen op gebied van informatiebeveiliging. Er zijn wel technische maatregelen
genomen. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat onbevoegden toegang krijgen
tot passagiersgegevens. Het verbetertraject op het gebied van de verantwoording van
getroffen maatregelen in het kader van informatiebeveiliging maakt deel uit van de
algemene verbetermaatregelen ten aanzien van IT-beheer binnen Defensie, waarop wordt
ingezet. Dit punt zal worden benadrukt in de bestaande gremia met de KMar zodat de
traceerbaarheid van de opvolging van de aanbeveling vergroot wordt.
Vraag (11):
Wanneer raakte u op de hoogte van de verhoogde veiligheidsrisico’s voor de medewerkers
van de Algemene Rekenkamer, en welke maatregelen zijn overwogen om het onderzoek alsnog
doorgang te kunnen laten vinden?
Antwoord:
De Algemene Rekenkamer heeft met de Douane over het onderzoek naar het algoritme voor
de selectie van containers voor controle gesproken. In die gesprekken zijn de veiligheidsrisico’s
aan bod gekomen, waarna de Rekenkamer heeft besloten om geen verder onderzoek te doen.
De Minister van Financiën is in zijn Bestuurlijke reactie op het Verantwoordingsrapport
Financiën en Nationale Schuld 2023 ingegaan op dit punt.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid is op de hoogte geraakt van deze risico’s
en deze beslissing toen de Algemene Rekenkamer het Verantwoordingsonderzoek toestuurde
aan het ministerie ten behoeve van het formuleren van de bestuurlijke reactie, op
11 april jl.
Vraag (12):
Welke rol ziet u voor zich om in de toekomst wel te garanderen dat de onafhankelijke
controle van de Algemene Rekenkamer kan blijven plaatsvinden, ondanks risico’s vanuit
de georganiseerde criminaliteit?
Antwoord:
De dreiging die uitgaat van georganiseerde criminaliteit is één van de vele manieren
waarop deze vorm van criminaliteit de rechtsstaat ondermijnt. Daarom wordt binnen
de aanpak veel aandacht bestaat aan barrières tegen criminelen en weerbaarheid van
mensen en organisaties. Weerbaarheid van medewerkers is een werkgeversverantwoordelijkheid.
Het is dus in eerste instantie aan de Algemene Rekenkamer om dit op te nemen in hun
weerbaarheidsbeleid.
Vraag (13):
Hoe ziet u de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer voor zich om concreter te formuleren
hoe het terugdringen van drugssmokkel via logistieke knooppunten bereikt dient te
worden en dit te operationaliseren met tussendoelen en beleidsprestaties, en wordt
aan deze aanbevelingen tegemoet gekomen?
Antwoord:
De MJenV onderschrijft de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer om concreet te
formuleren hoe zij het terugdringen van drugssmokkel via de logistieke knooppunten
wil bereiken en dit te operationaliseren met tussendoelen en beleidsprestaties, zodat
zij plausibel kan maken dat de doelen bereikt worden met de (extra) genomen maatregelen.
De beleidstheorie die aan de aanpak ten grondslag ligt wordt nog verder uitgewerkt,
waar het expliciet beschrijven van tussendoelen en beleidsprestaties onderdeel van
is.
Vraag (14):
Zijn er naast de tien locaties, die in de afbeelding in het rapport staan aangegeven,
nog andere plekken waar permanente controles plaatsvinden? Zo niet, waarom niet?
Antwoord:
Figuur 10 in het rapport is een weergave van grote logistieke knooppunten in Nederland,
niet van plekken waar permanente controles plaatsvinden. Op sommige knooppunten zijn
de verschillende toezicht-, controle-, opsporings- en handhavingsorganisaties in wisselende
samenstelling permanent aanwezig, op andere alleen bij incidenten. Dit geldt ook voor
andere logistieke knooppunten.
Vraag (15):
Bent u voornemens alsnog concrete doelstellingen te formuleren ten behoeve van de
uitgaven inzake drugsbestrijding? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hiervan het verloop?
Antwoord:
Het Verantwoordingsonderzoek ziet alleen op de aanpak van drugssmokkel via logistieke
knooppunten, specifiek drie van de vijf mainports die gelden ontvangen binnen de aanpak
mainports. Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 187, onderschrijft de MJenV
de aanbeveling om tussendoelen en beleidsprestaties te formuleren. Dit vormt onderdeel
van de verdere uitwerking van de beleidstheorie die aan de aanpak ten grondslag ligt.
Vraag (16):
Is er ook aandacht voor drugssmokkel buiten de zogenoemde mainports? Zoals kleinere
havens langs de volledige kustlijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, in welke vorm?
Antwoord:
Ja, daar is ook aandacht voor. MJenV zet zich in op het delen van kennis en best practices
tussen alle havens en logistieke knooppunten, dus ook die buiten de scope van de mainportsaanpak
vallen. Daarnaast zijn wij momenteel met «Zicht op Ondermijning» in gesprek over hoe
we (mogelijke) verplaatsingseffecten goed in beeld kunnen krijgen en kunnen blijven
monitoren zodat daar onderbouwd en gericht aanvullende maatregelen op kunnen worden
getroffen.
Vraag (17):
Op welke termijn volstaat het dashboard om informatie vanuit mainports te ontvangen
over het doel terugdringen van drugssmokkel via logistieke knooppunten? Welke knelpunten
worden hierbij nog ervaren?
Antwoord:
Op dit moment wordt het dashboard al gebruikt om informatie vanuit mainports te ontvangen
voor het doel terugdringen van drugssmokkel via logistieke knooppunten. Deze informatie
is gebruikt voor het maken van de voortgangsrapportage die als bijlage van de halfjaarbrief
georganiseerde, ondermijnende criminaliteit voor de zomer naar de Tweede Kamer wordt
gestuurd.
De Algemene Rekenkamer heeft bij het dashboard opgemerkt dat niet alle vragen in het
dashboard zonder nadere toelichting eenduidig te beantwoorden zijn door de mainports.
In overleg met de mainports zorgen we dat deze beantwoording steeds eenduidiger wordt.
Daarnaast geeft de Algemene Rekenkamer aan dat er nog indicatoren ontbreken. Met het
verder uitwerken van de beleidstheorie gaan we kijken welke indicatoren nog zouden
moeten worden toegevoegd aan het dashboard. Zo blijft het dashboard in ontwikkeling.
Vraag (18):
Kan de bestuurlijke reactie van de Minister van Financiën met de Kamer worden gedeeld,
inclusief de documenten die in de voorbereiding zijn gewisseld tussen de Ministeries
van Financiën en Justitie en Veiligheid?
Antwoord:
De verantwoordingsonderzoeken en bestuurlijke reacties van de ministeries zijn door
de Algemene Rekenkamer gepubliceerd en openbaar opvraagbaar. Zo ook het verantwoordingsonderzoek
2023 en de bestuurlijke reactie van het Ministerie van Financiën1. In de voorbereiding van de bestuurlijke reacties zijn geen onderliggende documenten
uitgewisseld tussen het Ministerie van Financiën, de Douane en het Ministerie van
JenV.
Vraag (19):
In hoeverre is het knelpunt dat de Algemene Rekenkamer in 2022 beschreef, dat een
groep gedupeerden Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen niet wist dat er recht
op rechtsbijstand was, nog steeds actueel en wat is er in 2023 gedaan om dit op te
lossen?
Antwoord:
Elke ouder die bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) bekend
staat als gedupeerde van de problemen met de kinderopvangtoeslag, heeft recht op gratis
hulp van een advocaat. Dit is geregeld in de Subsidieregeling pakket rechtsbijstand
herstelregelingen kinderopvangtoeslag 2023.
Sinds de constatering van de Algemene Rekenkamer in 2022 hebben UHT en de Raad voor
Rechtsbijstand (hierna: de Raad) diverse maatregelen getroffen om de informatievoorziening
aan gedupeerden te verbeteren.
Allereerst worden gedupeerden door de persoonlijke zaakbehandelaars actief en als
vast onderdeel van de informatievoorziening geïnformeerd over het aanvragen van een
gratis advocaat bij de Raad. Daarnaast hebben zowel de Raad als UHT de communicatie
over de kosteloze rechtsbijstandsregeling op hun websites aangepast.2
3 Gedupeerden kunnen op deze speciaal ontworpen klantpagina’s informatie, advies en
hulp vinden bij het aanvragen van een gratis advocaat. Komen ze er niet uit? Dan kunnen
ze chatten, mailen of gratis bellen met het Serviceteam Herstel Toeslagen of tegen
lokaal tarief (telefonisch) hulp inschakelen bij de Raad.
Daarnaast informeert ook de Rijksoverheid via haar website actief over de regeling4 en vraagt ook de Nederlandse Orde van Advocaten middels berichtgeving op hun website
aandacht voor de regeling.5
Uit aanmeldcijfers voor gratis rechtsbijstand blijkt dat steeds meer gedupeerde ouders
de weg naar een gratis advocaat weten te vinden. Het aantal aanmeldingen van ouders
steeg in de periode van 2 december 2022 tot en met 9 januari 2024 van 3.261 naar 12.562.
Het aantal ouders dat aan een advocaat is gekoppeld, steeg van 2.956 naar 11.621.
Voor een uitgebreide weergave van het aantal aanmeldingen wordt verwezen naar de zestiende
voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen.6
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Nispen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
I. van Tilburg, adjunct-griffier