Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over Pauzering vierde ronde Nationaal Groeifonds (Kamerstuk 36410-L-13)
36 410 L Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2024
Nr. 14 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 4 juni 2024
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 28 maart
2024 over Pauzering vierde ronde Nationaal Groeifonds (Kamerstuk 36 410 L, nr. 13).
De vragen en opmerkingen zijn op 25 april 2024 aan de Minister van Economische Zaken
en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 4 juni 2024 zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, Stoffer
De griffier van de commissie, Nava
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen vanuit de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie waarderen het besluit van de Minister om de vierde ronde
van het Nationaal Groeifonds (NGF) te pauzeren en dat zij het signaal vanuit de Kamer
op basis van stemmingen zo heeft opgepakt. Deze leden hebben verder geen opmerkingen
of vragen.
Vragen vanuit de GroenLinks-PvdA-fractie en reactie van de bewindspersoon
1
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn bezorgd over het feit dat de vierde ronde
van het NGF plotseling gepauzeerd is, mede omdat er geen realistisch alternatief wordt
geboden. Nederland staat namelijk aan de voet van verscheidene transities en grote
maatschappelijke opgaves. Deelt de Minister de mening dat het pauzeren van het NGF
onverstandig is, gezien de opgaven waar Nederland voor staat en het feit dat het NGF
van groot belang is voor het stimuleren van innovatie en het duurzame verdienvermogen,
die al onder druk staan, van Nederland?
Antwoord
Het kabinet deelt de mening dat het belangrijk is om te blijven investeren in het
duurzaam verdienvermogen van Nederland door middel van het NGF. Zoals ik in mijn brief
van 28 maart jl.1 heb aangegeven, kan ik de uitslag van de stemmingen over de moties-Sneller2 echter niet anders interpreteren dan dat er op dit moment onvoldoende steun is in
de Tweede Kamer om de vierde ronde op korte termijn open te stellen.
In het hoofdlijnenakkoord, dat de fractievoorzitters van de formerende partijen op
15 mei jl. hebben aangeboden aan de Tweede Kamer, wordt dit bevestigd. In dit hoofdlijnenakkoord
geven de formerende partijen aan dat zij voornemens zijn de vierde en vijfde indieningsronde
van het Nationaal Groeifonds te laten vervallen.3
2
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben gelezen dat 2,3 procent van het bruto
binnenlands product (bbp) in Nederland wordt uitgegeven aan Research en Development
(R&D), aldus TNO. Dat is ruim onder de streefwaarde van de EU-doelstelling van 3 procent
en hiermee ligt Nederland ver achter op zijn buurlanden. Deelt de Minister de zorg
van deze leden dat het uitstellen dan wel afstellen van het NGF waarschijnlijk leidt
tot nog lagere R&D-uitgaven?
Antwoord
Het NGF speelt een belangrijke rol bij het streven om de doelstelling om de totale
R&D-investeringen in lijn te brengen met de Lissabon-doelstelling van 3% van het bbp
(2,26% gerealiseerd in 2021). Het niet uitgeven van de NGF-middelen aan een volgende
tranche van het NGF maakt inderdaad dat deze doelstelling, bij verder ongewijzigd
beleid, verder uit het zicht raakt. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 9.
3
Voor de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie staat het doel van het NGF centraal:
innovatie stimuleren en zo duurzaam verdienvermogen creëren. Komt de Minister met
alternatieven voor het NGF om innovatie en onderzoek te stimuleren? Overweegt de Minister
om het vrijgekomen geld uit het NGF bijvoorbeeld structureel op de begroting te zetten
voor het stimuleren van innovatie, of wordt uitstel geen afstel?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 11.
4
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat veel bedrijven kritiek hebben
geuit op het feit dat de vierde ronde van het NGF plotseling is uitgesteld. Veel bedrijven
en instellingen waren dan ook al bezig met de voorbereiding voor een aanvraag in de
vierde ronde. Er zijn maar liefst 61 QuickScans gedaan. Deze leden maken zich zorgen
over de samenwerking tussen de overheid en bedrijven en instellingen, waarbij het
plotseling uitstellen de betrouwbaarheid van de overheid aantast. Deelt de Minister
deze zorgen? Deelt de Minister ook de zorg dat bedrijven en instellingen in de toekomst
wellicht terughoudender zijn bij het samenwerken met de overheid, bijvoorbeeld geen
aanvraag meer doen voor een regeling als het NGF?
Antwoord
Zoals ik in mijn brief van 28 maart jl.4 heb aangegeven, besef ik dat de pauzering van de vierde ronde voor alle bedrijven
en organisaties die veel tijd en moeite hebben gestoken in de ontwikkeling van een
voorstel een teleurstelling is.
Ik kon echter, zoals aangegeven in mijn brief, de uitslag van de stemmingen over de
moties-Sneller5 niet anders interpreteren dan dat er op dit moment onvoldoende steun is in de Tweede
Kamer om de vierde ronde op korte termijn open te stellen. Zie hiervoor ook het antwoord
op vraag 1 en 11.
Vragen vanuit de VVD-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister inzake de pauzering van de vierde ronde van het NGF. Zij hebben hierover
nog enkele vragen.
5
De leden van de VVD-fractie vragen of het bekend is hoeveel bedrijven en/of organisaties
voorbereidingen hebben getroffen voor de ontwikkeling van een voorstel voor de vierde
ronde van het NGF. Daarnaast vragen zij of de Minister zicht heeft op de gemiddelde
kosten die bedrijven/organisaties hebben gespendeerd aan het ontwikkelen van een voorstel
voor een aanvraag van middelen uit het NGF.
Antwoord
De communicatie over de vierde ronde is in oktober 2023 gestart. Vanaf dat moment
konden geïnteresseerde partijen hun eerste ideeën voor een NGF-aanvraag vrijblijvend
toetsen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland door middel van het indienen
van een quickscan. Ook hebben er sindsdien voorlichtingsbijeenkomsten voor en adviesgesprekken
met geïnteresseerde partijen plaatsgevonden.
Vanaf oktober 2023 tot de pauzering van de vierde ronde zijn er 67 quickscans ingediend
door geïnteresseerde partijen. Bij iedere quickscan waren meerdere bedrijven en organisaties
betrokken. Bij de adviesgesprekken over de quickscans waren steeds twee of drie deelnemers
vertegenwoordigd. Daarnaast hebben zo’n 400 tot 500 partijen deelgenomen aan vragenuurtjes,
netwerk- en voorlichtingsbijeenkomsten en workshops.
Op het moment van de pauzering van de vierde ronde waren bedrijven en organisaties
soms al maanden bezig met de voorbereiding van een aanvraag. Er is echter geen goed
beeld te geven van het exacte aantal bedrijven en organisaties dat betrokken was bij
een aanvraag en de gemiddelde kosten die zij hebben gemaakt. Ook is niet zeker welk
deel van de geïnteresseerde partijen uiteindelijk een definitieve aanvraag zou willen
indienen voor de vierde ronde.
In algemene zin geldt dat de gemiddelde kosten voor het ontwikkelen van een NGF-voorstel
sterk uiteen kunnen lopen, alsook het aantal betrokken partijen per voorstel.
6
De leden van de VVD-fractie vragen of er op dit moment door de pauzering van de vierde
ronde van het NGF gevolgen zijn voor de reeds toegekende middelen voor projecten uit
eerdere indieningsrondes.
Antwoord
De pauzering heeft geen gevolgen voor projecten waarover in de eerste drie indieningsrondes
positief is besloten. Zoals ik in mijn brief van 28 maart6 heb aangegeven, zal het kabinet zich blijven inzetten voor de verdere uitvoering
van deze projecten.
Vragen vanuit de NSC-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de NSC-fractie hebben met gemengde gevoelens de brief van de Minister
gelezen over de pauzering van de vierde ronde van het NGF. Uit het verwerpen van de
motie in de Kamer heeft de Minister geconcludeerd dat er onvoldoende draagvlak is
om over de start van de vierde ronde te publiceren. Deze leden kunnen zich voorstellen
dat het geen makkelijk besluit was en spreken waardering uit voor de moed die daaruit
spreekt. Wel hebben de leden van de NSC-fractie nog enige vragen over de stand van
zaken en over hoe het nu verder moet.
7
De leden van de NSC-fractie zijn benieuwd naar de scenario’s die de Minister nu ziet
voor de korte termijn. Wat zou de impact zijn van het volledig afblazen van de vierde
ronde? Zou het mogelijk zijn om een (sterk) afgeslankte vierde ronde te introduceren?
En op basis van welke selectiecriteria zou een dergelijke zachte landing mogelijk
zijn?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 9 en 11.
8
De Minister heeft aangegeven het idee van de leden van de NSC-fractie voor een Nationale
Investeringsbank een goed idee te vinden. Kan de Minister aangeven hoelang het minimaal
zou duren om een dergelijk plan uit te werken? In hoeverre kunnen de huidige quick
scans van de vierde ronde misschien nu al terecht bij Invest-NL? Is het mogelijk om
op kortere termijn het mandaat van Invest-NL te verruimen om mogelijkheden te creëren?
Antwoord
Ik begrijp de wens van de leden van de NSC-fracties om te kijken of de al ingediende
quickscans voor de vierde ronde alsnog op korte termijn terecht kunnen bij Invest-NL.
Gezien het verschil in het karakter en doelstelling van het NGF en Invest-NL, zie
ik daarvoor echter beperkte mogelijkheden.
Vanuit het NGF wordt geïnvesteerd in grootschalige publiek-private programma’s op
het gebied van kennisontwikkeling en onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Het gaat
om programma’s die bijdragen aan het vergroten van het duurzaam verdienvermogen van
Nederland op de lange termijn, maar waarop onvoldoende privaat rendement kan worden
behaald om via reguliere kanalen gefinancierd te worden. Het betreft bijvoorbeeld
programma’s op het gebied van groene waterstof, de verduurzaming van de landbouw,
het bestrijden van laaggeletterdheid, sleuteltechnologieën zoals kwantum, kunstmatige
intelligentie en 6G en investeringen in grootschalige onderzoeksinfrastructuur zoals
de Einstein Telescoop.
Het NGF heeft geen revolverend karakter en geen rendementsdoelstelling. Investeringen
hoeven zich niet uit te betalen in de vorm van financieel rendement.
Het NGF heeft daarmee een wezenlijk ander karakter dan Invest-NL, dat zich richt op
bedrijfsfinanciering en innovatieve bedrijven ondersteunt door middel van het verstrekken
van risicokapitaal (aandelenkapitaal en leningen). Daarbij is het een vereiste dat
Invest-NL over de hele linie revolverend acteert.
Voor de mogelijkheden met betrekking tot een investeringsinstelling verwijs ik verder
naar mijn brief van 19 januari jl.7 Ik heb daarin aangegeven dat het niet aan het huidige demissionaire kabinet is om
daarover te beslissen. Bij eventuele besluitvorming hierover door een volgend kabinet
kunnen ook de uitkomsten van het lopende IBO bedrijfsfinanciering worden betrokken.
Die uitkomsten worden verwacht voor de zomer 2024.
9
De leden van de NSC-fractie zijn blij met de investeringen uit het Beethoven-project.
De investeringen in wonen, infrastructuur en talent-ontwikkeling hebben volgens hen
een positieve ontwikkeling op het ondernemersklimaat, maar zorgen er ook voor dat
het halfgeleiderecosysteem in Nederland verder kan groeien. Zo dragen deze investeringen
indirect bij aan het verhogen van de R&D-doelstelling (drie procent bbp, waarvan twee
procent van het bedrijfsleven). Kan de Minister kwantitatief inzicht geven in het
effect op de publieke R&D-investeringen van het eventueel schrappen van de vierde
en vijfde ronde van het NGF? Kan de Minister een inschatting maken wat het effect
op de private R&D-investeringen is van een verdubbeling van R&D-investeringen van
het halfgeleiderecosysteem in Nederland?
Antwoord
Het NGF speelt, zoals aangegeven in reactie op vraag 2, een belangrijke rol bij het
streven naar de doelstelling om de totale R&D-investeringen in lijn te brengen met
de Lissabon-doelstelling van 3% van het bbp (2,26% in 2021). Het Rathenau Instituut
heeft becijferd dat de publieke R&D-investeringen tussen 2021 en 2023 met € 2 miljard
(+30%) zijn gestegen,8 grotendeels door de investeringen uit het NGF. Daarnaast heeft TNO berekend dat het
NGF gemiddeld voor circa 0,2% bbp per jaar extra publieke R&D financiering zorgt.9 Soortgelijke effecten zouden van een vierde en vijfde ronde kunnen worden verwacht.
Daarbij lokken deze investeringen uit het NGF ook de nodige private financiering uit.
Specifieke cijfers over het effect op de private R&D-investeringen van een verdubbeling
van de (publieke) R&D-investeringen van het halfgeleiderecosysteem in Nederland heb ik helaas niet voorhanden.
10
De leden van de NSC-fractie zijn blij dat met het accepteren van de projecten uit
de eerste, tweede en derde ronde een aantal mooie nieuwe ecosystemen ontstaan, zoals
bijvoorbeeld PhotonDelta. Is de Minister het met deze leden eens dat we deze nieuwe
ecosystemen moeten behouden de komende jaren? Welke ondersteuning is er de komende
jaren nodig vanuit het ministerie om de toegezegde investeringen te monitoren? Is
de Minister met de leden van de NSC-fractie van mening dat er actief portfoliomanagement
zou moeten plaatsvinden op de bestaande projecten? Hoe zou de Minister dit inrichten?
Antwoord
Ik deel de mening dat het belangrijk is om de nieuwe, door het NGF ondersteunde ecosystemen
te behouden. Zoals ik in mijn brief van 28 maart10 heb aangegeven, zal het kabinet zich actief blijven inzetten voor de verdere uitvoering
van de projecten uit de eerste, tweede en derde ronde van het NGF.
Het overgrote deel van de projecten uit de eerste drie rondes zijn ondersteund vanuit
de zogenoemde departementale route. Vakdepartementen zijn primair verantwoordelijk
voor de uitvoering deze projecten. Zij werken intensief samen met bedrijven, kennisinstellingen
en andere organisaties aan het welslagen daarvan. De Minister van Financiën en ik
voeren, als fondsbeheerders van het NGF, daarnaast een actief portfoliomanagement.
De afspraken zoals vastgelegd in Project Specifieke en Project Overstijgende Afspraken11 (departementale route) en die volgen uit de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds12 (subsidieroute) en de Regeling adviescommissie Nationaal Groeifonds13 vormen daarbij het uitgangspunt. De uitvoerders van de NGF-projecten rapporteren
ons periodiek over de voortgang. Waar nodig vindt aanpassing of bijsturing plaats
op basis van deze afspraken.
Het parlement wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang en bereikte resultaten
van de NGF-projecten door middel van het jaarverslag van de adviescommissie NGF.
Vragen vanuit de D66-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de D66-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister inzake de pauzering van de vierde ronde van het NGF. Zij kunnen de redenering
die hieraan ten grondslag ligt ook niet volgen. Het NGF jaagt innovatieve, duurzame
en structurele economische groei aan. Eerder is berekend dat elke euro die in het
NGF wordt ingezet bijna zes euro oplevert. Voor deze vierde ronde waren al vele consortia
aan de slag met hun ideeën om het innovatieve verdienvermogen van de toekomst te versterken.
Het is daarom volgens deze leden een domper dat de Minister heeft gekozen om de vierde
ronde van het NGF verder op te schorten. Zij willen de Minister daarom nog enkele
vragen voorleggen.
11
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister zich genoodzaakt voelt om de vierde
ronde van het NGF op te schorten nadat er geen meerderheid was is voor twee moties
van het lid Sneller, die respectievelijk verzochten om op de kortst mogelijke termijn
duidelijkheid te geven over de vierde ronde van het NGF en van uitstel geen afstel
te maken (Kamerstuk 32 637, nr. 618), en om niet te bezuinigen op het NGF en de resterende middelen te blijven inzetten
voor innovatieve, duurzame en structurele economische groei (Kamerstuk 32 637, nr. 619). De vigerende situatie tijdens indiening van deze moties was dat de Minister recentelijk
de vierde ronde had uitgesteld met drie maanden (van 1 april naar 1 juni). Daarover
bestond bij onder andere kennisinstellingen en innovatieve bedrijven ongenoegen en
onduidelijkheid, gezien zij met consortia hard aan de slag waren om de deadline van
1 april te halen en het uitstellen van de deadline ook betekende dat hun inzet naar
de nieuwe deadline gevormd moest worden. Hierover schreven zij dan ook een brandbrief
aan de Kamer. Ook betekende dit uitstel een mogelijke terugtrekkende beweging van
marktpartijen in de cofinanciering.
De leden van de D66-fractie voelen daarom onbegrip over de conclusie van de Minister
dat verdere opschorting noodzakelijk vanwege het verwerpen van deze moties. Zij zien
dit onbegrip ook bij de leden van de fracties die tegen bovenstaande moties hebben
gestemd, omdat zij zich niet herkennen in de motivatie achter hun stemgedrag die aan
hen wordt toegedicht door de Minister. Dit sterkt de aan het woord zijnde leden in
hun overtuiging dat de conclusie verre van onontkoombaar was. Deze leden stellen dat
wanneer een motie met een verzoek tot aanpassing van een vigerende situatie wordt
weggestemd, de vigerende situatie van toepassing blijft en dat niet een tegenovergestelde
situatie dan het dictum van kracht wordt. Daartoe heeft de Kamer immers geen verzoek
gedaan. Daarom willen deze leden graag een nadere uiteenzetting van de Minister en
meer inzicht krijgen in het proces van totstandkoming van dit besluit: welke adviezen
heeft de Minister gekregen en welke afstemming heeft plaatsgevonden alvorens zij dit
besluit aan media communiceerde? Waarom duurde het zo lang na haar communicatie aan
de media voordat de Kamer hier een brief over ontving? Waarom heeft de Minister geen
hint gegeven over de verstrekkende en voor velen zeer onverwachte gevolgen die zij
zou verbinden aan verwerping van de motie op het moment dat zij deze apprecieerde
in het tweeminutendebat, waar zij slechts stelde het oordeel aan de Kamer te laten?
Kan de Minister verduidelijken of de situatie eerder is voorgekomen, waarbij de Kamer
een motie heeft verworpen en de bewindspersoon om die reden juist een tegenovergesteld
besluit nam op basis van de verworpen motie in plaats van terug te keren naar de oorspronkelijke
beleidslijn? Zo nee, kan de Minister dan verduidelijken waarom deze verworpen moties
haar tot deze keuze hebben doen komen? Kan de Minister bevestigen dat dit haar eigen
interpretatie was van het oordeel van de Kamer over deze moties welke juist spoedige
doorgang verzochten? Kan de Minister bevestigen dat de Kamer haar niet heeft verzocht
om de vierde ronde verder op te schorten? Wat heeft de Minister nodig (van de Kamer)
om de voorbereidingen voor de vierde ronde weer op te starten? Als de Kamer geen actie
onderneemt, wat zal dan de eerstvolgende handeling van de Minister ten aanzien van
de vierde ronde zijn, en wanneer is zij voornemens deze handeling te laten plaatsvinden?
Antwoord
In mijn brief van 28 maart jl.14 heb ik mijn besluit om de vierde ronde van het NGF te pauzeren toegelicht. Daarbij
heb ik aangegeven dat, na de uitslag van de stemmingen over de moties Sneller15, de publicatie van de openstellingsregeling en de openstelling van de vooraanmelding
per 1 april niet meer realistisch was. Dit betekende ook dat de eerder gecommuniceerde
planning van openstelling in juni 2024 niet mogelijk meer was. Ik heb daarom aangegeven
dat ik deze uitslag niet anders kon interpreteren dan dat er op dat moment onvoldoende
steun was in de Tweede Kamer om de vierde ronde op korte termijn open te stellen.
Uw Kamer heeft mij inderdaad niet expliciet verzocht om de vierde ronde op te schorten.
Echter, de vigerende beleidslijn was door het verwerpen van de motie zoals hierboven
aangegeven niet langer houdbaar. Bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen
moeten er immers bij publicatie van de formele openstellingsregeling op kunnen rekenen
dat de middelen, die op de NGF-begroting geraamd zijn voor de vierde ronde, daadwerkelijk
beschikbaar worden gesteld. Dit gelet op alle kosten en inspanningen die zij maken
voor het voorbereiden van een aanvraag.
Zoals aangegeven in reactie op vraag 1 wordt in het hoofdlijnenakkoord, dat de fractievoorzitters
van de formerende partijen op 15 mei jl. hebben aangeboden aan de Tweede Kamer, het
gebrek aan draagvlak voor de vierde en vijfde indieningsronde van het Nationaal Groeifonds
verder bevestigd.16 De formerende partijen geven immers aan dat zij voornemens zijn de vierde en de vijfde
ronde te laten vervallen. Het huidige kabinet zal daarom geen handeling op korte termijn
meer ondernemen ten aanzien van de vierde ronde.
12
De leden van de D66-fractie zijn, zoals gezegd, teleurgesteld over het uitstellen
van de vierde ronde van het NGF. Voor deze ronde zijn consortia van mkb’ers, innovatieve
bedrijven en kennisinstellingen al maanden bezig geweest met hun voorstellen en lagen
er al 61 quickscans klaar. Deze leden vrezen dat de uitstel niet alleen vertraging
betekent, maar dat deze keuze er ook voor zorgt dat partijen private cofinanciering
mislopen. Kan de Minister verduidelijken of er initiatieven voor deze vierde ronde
nu door het besluit verder op te schorten volledig tot stilstand zijn gekomen, bijvoorbeeld
door het stopzetten van inhuurcontracten of doordat medewerkers van het project zijn
gehaald. De leden van de D66-fractie ontvangen hier graag een overzicht van. Kan de
Minister inventariseren welke projecten zouden kunnen herstarten als de vierde ronde
wel open gesteld zou worden? Hoe gaat de Minister om met verwachtingen die zijn gewekt
bij innovatieve bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen die bezig zijn met
NGF-voorstellen? Wat zou de verwachte opbrengst van de vierde ronde zijn, gezien elke
geïnvesteerde euro ongeveer zes euro oplevert? Hoeveel aanvullende private R&D-investeringen
loopt Nederland mis door de huidige onzekerheid rondom de doorgang van de vierde ronde
van het NGF? Ook zien deze leden dat sommige bedrijven «dan maar in andere landen
subsidie aanvragen» en dit ook hebben gekregen. Hoe weegt de Minister dit?
Antwoord
Zoals aangegeven in mijn brief van 28 maart, besef ik dat het besluit om de vierde
ronde te pauzeren voor alle bedrijven en organisaties die veel tijd en moeite hebben
gestoken in de ontwikkeling van een voorstel een teleurstelling is. Ik heb daarom
extra aandacht besteed aan de communicatie hierover, onder andere door aparte voorlichtingsbijeenkomsten.
Met indieners van quickscans is contact opgenomen om vragen rondom de pauzering te
beantwoorden. Ook via de website van het NGF zijn geïnteresseerde partijen op de hoogte
gehouden.17
Ik besef daarbij dat er partijen zijn die op zoek gaan naar andere financiers in binnen-
of buitenland of besluiten hun projecten (voorlopig) te staken. Ik heb hiervan echter
geen overzichten voorhanden.
Onderzoekers van Rabobank Research schatten de opbrengsten van een euro uit het NGF
in op 5,80 euro aan bbp-rendement in de periode tot 2040.18 Alhoewel dergelijke schattingen met onzekerheid omgeven zijn, geldt dit ook voor
de investeringen uit de vierde ronde, waarvoor initieel 3,4 miljard euro beschikbaar
was.
13
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de positie van het Adviescommissie
NGF over de nieuwe politieke keuzes die worden gemaakt ten aanzien van het NGF. De
Adviescommissie NGF is daarbij kritisch over de pauzeknop, gezien het NGF niet zomaar
aan en uit kan worden gezet. Partijen zijn immers maanden bezig met een aanvraag waar
ook grotendeels al kosten voor zijn gemaakt. De Adviescommissie NGF stelt dat als
de beslissing over de vierde ronde uitblijft tot na midden juni er geen redelijke
termijn is om de vierde ronde op een deugdelijke manier te starten in september 2024.
Dat zou betekenen dat de eerstvolgende optie om te starten pas in het voorjaar van
2025 is, met alle gevolgen van dien gezien dergelijk onbetrouwbaar beleid ervoor zorgt
dat consortia hun middelen anders gaan inzetten, de voorbereiding van projecten wordt
gestopt en investeringen op het gebied van innovatie worden verplaatst naar het buitenland.
De leden van de D66-fractie vinden dit een zeer onwenselijk scenario dat effect heeft
op het innovatieve klimaat van Nederland en haar economie. Kan de Minister toezeggen
voor juni duidelijkheid te geven over eventuele doorgang van de vierde ronde in september?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 11.
Vragen vanuit de BBB-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de regering aangaande
de pauzering van de vierde ronde van het NGF.
14
De leden van de BBB-fractie vragen wat nodig is om snel zekerheid te geven over de
omzetting van reserveringen voor reeds toegekende projecten in NGF3.
Antwoord
In de eerste drie indieningsrondes zijn er, op basis van het advies van de adviescommissie,
middelen gereserveerd voor mogelijk kansrijke projecten die nog nader uitgewerkt moeten
worden om een eerste toekenning te krijgen. Ook zijn er middelen gereserveerd voor de
volgende fases van projecten met een toekenning.
Ten aanzien van de reserveringen heeft communicatie plaatsgevonden en zijn bestuurlijke
verwachtingen gewekt, maar deze middelen zijn niet juridisch verplicht. Voor het omzetten
van een reservering in een (voorwaardelijke) toekenning zal de adviescommissie op
basis van een vernieuwd of aangevuld investeringsvoorstel een nieuw advies uitbrengen
aan de fondsbeheerders. De omzetting van een reservering wordt door de fondsbeheerders
aan de ministerraad voorgelegd. De omzettingen van de reserveringen zijn definitief
na autorisatie door beide Kamers.
Op dit moment zijn er voor 12 projectvoorstellen reserveringen gedaan. Dit betreft
4 projecten die een nader uitgewerkt plan moeten indienen voor een eerste toekenning
en 8 projecten waarbij het gaat om een reservering voor een volgende fase van een
project dat al met middelen vanuit het NGF is opgestart. Indien het parlement bij
Voorjaarsnota instemt met de besluitvorming van 15 maart jl.19, gaat het nog om 6 projecten met een reservering. Dit betreft allemaal reserveringen
waarbij het gaat om een volgende fase van een project dat al met NGF-middelen is opgestart,
zoals de Einstein Telescope of het Nationaal Onderwijslab AI. Voor deze 6 projecten
zijn specifieke mijlpalen en termijnen afgesproken ten aanzien van de mogelijke omzetting
van de reservering in een toekenning. In de tussentijd werken de betrokken partijen
bij alle projecten hard door aan het verbeteren om aan de gestelde eisen en voorwaarden
van de adviescommissie te voldoen.
15
Daarnaast zijn deze leden benieuwd naar hoeveel mkb’ers betrokken zijn bij succesvolle
aanvragen uit eerdere rondes, en hoeveel mkb-bedrijven nu betrokken zijn bij aanvragen
(quickscans) bij de vierde ronde. Ook zijn zij benieuwd hoeveel aanvragen uit de lijst
met ingediende quickscan-aanvragen voor de vierde ronde van het NGF te linken zijn
aan de tien focustechnologieën uit de Nationale Technologiestrategie (NTS)?
Antwoord
Bij alle lopende NGF-projecten zijn mkb’ers betrokken. Er is echter geen definitief
beeld van het totale aantal mkb’ers dat betrokken is bij de projecten uit de eerste
drie rondes, mede omdat projecten meerdere jaren lopen en sommige projecten net van
start zijn. Mkb’s kunnen op verschillende manieren betrokken zijn bij de uitvoering
van een NGF-project.
Allereerst kunnen zij betrokken in de rol als lid van een consortium, en samen met
kennisinstellingen en grote bedrijven werken aan de uitvoering van een project. Een
voorbeeld is het project ReGeNL20 (regeneratieve landbouw), dat draait het om de overgang van het huidige landbouwsysteem
naar een regeneratief landbouwsysteem. Hierbij worden 1013 landbouwbedrijven (waarvan
meer dan 950 mkb» ers) bijgestaan om deze transitie te maken. Het mkb is bijvoorbeeld
ook sterk vertegenwoordigd in het project Maritiem Masterplan21: in alle programmalijnen van het plan is sprake van een aanzienlijke participatie
van het mkb (40–60% van het totale aantal voorziene partners).
Daarnaast worden verschillende departementale NGF-voorstellen uitgevoerd door middel
van subsidieregelingen. Deze staan ook open voor het mkb. Voorbeelden hiervan zijn
de projecten Groeiplan Watertechnologie22 en GroenvermogenNL23.
Het jaarverslag van de adviescommissie, dat u voor de zomer zal worden aangeboden,
zal meer inzicht geven in de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij de projecten
uit de eerste drie rondes.
De quickscans voor de vierde ronde zijn in de regel ingediend door consortia van bedrijven
en kennisinstellingen. Deze bevonden zich op dit moment van indiening nog in een vroeg
stadium van consortiumvorming, waardoor er nog geen goed beeld is van het aantal deelnemende
mkb'ers. Uit een eerste, globale analyse blijkt dat ongeveer de helft van de ingediende
quickscans te relateren zijn aan het verder ontwikkelen of toepassen van technologieën
genoemd in de NTS.
16
Ook vragen de leden van de BBB-fractie wat de gevolgen zijn voor lopende projecten
en de betekenis van deze projecten voor de Nederlandse samenleving, bijvoorbeeld voor
onze medische sector, en hoe deze gevolgen zijn meegenomen in de afweging de vierde
ronde te pauzeren.
Antwoord
De besluitvorming over de vierde ronde heeft geen gevolgen voor projecten waaraan
al middelen zijn toegekend of waarvoor een reservering is gedaan in de eerste drie
indieningsrondes. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 6.
17
De leden van de BBB-fractie constateren dat er, naast Eindhoven waar nu uit Beethoven
geïnvesteerd gaat worden, meerdere innovatie-ecosystemen zijn in Nederland die bijdragen
aan waardevolle sectoren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan biotech in leiden, maar ook
de chipindustrie buiten Eindhoven. Zo zijn bijvoorbeeld de regio’s Arnhem-Nijmegen
en Twente belangrijk. Deze leden zijn benieuwd in hoeverre de innovatie-ecosystemen
buiten Brainport Eindhoven hinder ondervinden of gaan ondervinden door de pauzering
van de vierde ronde van het NGF, en wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn voor de
discussie die gaande is met betrekking tot het vestigingsklimaat en verdienvermogen
van Nederland, en wat de rol van het NGF is om de verschillende innovatie-ecosystemen
in Nederland een stabiel perspectief te bieden.
Antwoord
Door de pauzering van de vierde ronde kunnen grootschalige investeringen op het gebied
van onderzoek, ontwikkeling en innovatie en kennisontwikkeling, waaronder investeringen
in regionale innovatie-ecosystemen niet worden ondersteund vanuit het NGF. Dit heeft
nadelige gevolgen voor het bereiken van de doelstelling van het fonds: het versterken
van het duurzaam verdienvermogen.
De impact op het vestigingsklimaat is minder goed te duiden. In algemene zin is voorspelbaar
overheidsbeleid belangrijk voor het vestigingsklimaat. Juist voor verschillende innovatie-ecosystemen
is een stabiel perspectief van belang, omdat innovatieve projecten per definitie een
lange tijdshorizon hebben. Daarvoor geldt dan ook dat ik mij blijf inzetten door middel
van het reguliere innovatiebeleid. Zie ook het antwoord op de vragen 18 en 27.
18
De leden van de BBB-fractie zijn benieuwd in hoeverre het pauzeren van de vierde ronde
van het NGF gevolgen heeft voor het streven om in 2030 3 procent van het bbp aan R&D
te besteden. Daarnaast willen zij weten hoe de Minister de concrete uitvoering van
de NTS gaat vormgeven met de pauzering van de vierde ronde in het achterhoofd. Welke
middelen hebben bedrijven en organisaties op dit moment verder, dus zonder de vierde
ronde van het NGF, om hieraan bij te dragen?
Antwoord
De NTS brengt focus aan het innovatiebeleid en kan als basis dienen voor verschillende
beleidsinstrumenten. De strategie is nu vooral richtinggevend.Zo gebruiken verschillende
Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) de NTSvoor keuzesten aanzien van de
besteding van middelen uit de PPS-innovatieregeling.Ook kan de NTS gebruikt worden
om de kennis- en innovatie agenda’s, zoals de Kennis- en Innovatieagenda Sleuteltechnologieën
(KIA-ST), vorm te geven. Het is aan een volgend kabinet om nadere beleidsmatige keuzes
op basis van de NTS te maken.
Voor de gevolgen van de pauzering van de vierde ronde voor het streven om 3% van het
bbp aan R&D te besteden, verwijs ik u graag naar het antwoord op vraag 9.
19
De leden van de BBB-fractie zijn benieuwd naar de reden het meteen kiezen voor pauzering.
Het aannemen van moties is in de regel het startpunt van het nemen van besluiten.
Deze leden vragen waarom het met grote meerderheid verwerpen van de moties-Sneller
(Kamerstuk 32 637, nr. 618, 619) meteen ertoe heeft geleid dat de vierde ronde van net NGF gepauzeerd is. De moties
gingen niet over het wel of niet door laten gaan van de vierde ronde. Er werd dan
ook met het verwerpen van deze moties geen signaal afgegeven om direct te pauzeren.
Waarom is direct deze keuze gemaakt op basis van interpretaties voordat dit is voorgesteld
aan de Kamer? Daarnaast zijn de leden van de BBB-fractie benieuwd naar hoe zo’n afweging
wordt gemaakt en wat de afspraken hierover zijn, ook met de andere bewindspersonen.
Antwoord
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u graag naar het antwoord op vraag 11.
De brief over de pauzering van de vierde ronde van 28 maart jl.24 heb ik u mede namens de Minister van Financiën aangeboden.
Vragen vanuit de CDA-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de CDA-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de brief van de Minister
over de pauzering van de vierde ronde van het NGF. Deze leden zijn van mening dat
het niet verstandig is en geen recht doet aan het vertrouwen in de overheid om de
vierde ronde te pauzeren, gezien de reeds gedane investeringen van bedrijven, kennisstellingen
en overheden in de voorbereiding. Deze leden hebben daarom ook de genoemde motie-Sneller
om van uitstel geen afstel te maken gesteund.
20
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister inmiddels meer informatie kan geven
over het vervolg, of er inderdaad van uitstel geen afstel komt, of er zicht is op
een volgende nieuwe datum voor openstelling en zo niet, wanneer de Minister dit besluit
wil nemen. Deze leden vragen ook hoe de Minister hierover communiceert richting deelnemende
partijen en of zij hierover met hen in gesprek is. Zo ja, wat uit is deze gesprekken
naar voren komt en hoe worden de zorgen van deze partijen geadresseerd?
Antwoord
Voor informatie over het vervolg verwijs ik u graag naar de beantwoording van vraag
11.
Voor bedrijven en organisaties die bezig waren met de voorbereiding van een aanvraag
is de pauzering van de vierde ronde een teleurstelling. Ik besteed daarom extra aandacht
aan de communicatie hierover. Zie het antwoord op vraag 12.
21
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister wil bevestigen dat de pauzering
van de vierde ronde geen gevolgen heeft voor definitief toegekende middelen voor projecten
uit vorige rondes gezien het belang van een betrouwbare overheid.
Antwoord
Ja, dit kan ik bevestigen. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 6.
Vragen vanuit de Volt-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het besluit om
de vierde subsidieronde van het NGF te pauzeren. Deze leden betreuren ten zeerste
het besluit en hebben daar de volgende vragen en opmerkingen over.
22
De leden van de Volt-fractie merken op dat de Minister In het commissiedebat Verdienvermogen
zei dat zij de wens van de formerende partijen om de vierde ronde van het NGF niet
open te zetten begreep. De Minister stelde daarom voor dat de vierde ronde van het
NGF uit te stellen van 1 april tot 1 juni 2024. Kan de Minister aangeven wat de reacties
waren van de bedrijven en organisaties die veel tijd en moeite hadden gestoken in
de ontwikkeling van een voorstel op dit besluit?
Antwoord
Bedrijven en organisaties hebben bezorgd gereageerd op het uitstel van de deadline
van 1 april naar 1 juni en gaven aan te hopen dat de vierde ronde niet verder zou
worden uitgesteld of afgesteld.
23
De leden van de Volt-fractie constateren dat de Minister in de brief nadrukkelijk
verwijst naar de motie-Sneller en dat het verwerpen daarvan door de Kamer niet anders
geïnterpreteerd kon worden dan dat er niet voldoende steun is om de vierde ronde op
korte termijn open te stellen. Deze leden vinden dat er een te snelle politieke conclusie
is getrokken door de Minister. Gelet op de schade die het besluit van de Minister
heeft op de betrokken bedrijven, organisatie en de positie van de overheid, vragen
deze leden of er daadwerkelijk geen andere interpretatie was dan het besluit om de
vierde ronde te pauzeren. Graag vernemen zij waarom de Minister het verwerpen van
de motie zo streng heeft geïnterpreteerd. Heeft het streng interpreteren van de motie
door de Minister geen grootschalige gevolgen voor de betrouwbaarheid van de overheid?
Zo ja, wat kan de Minister doen om de schade te mitigeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Voor mijn reactie op de motie verwijs ik u graag naar het antwoord op vraag 11. Daarbij
besef ik dat dit besluit voor alle bedrijven en organisaties die veel tijd en moeite
hebben gestoken in de ontwikkeling van een voorstel voor de vierde ronde een teleurstelling
is. Ik heb daarom, zoals aangegeven in reactie op vraag 12, extra aandacht besteed
aan de communicatie over deze besluitvorming.
24
De leden van de Volt-fractie merken op dat in het commissiedebat Verdienvermogen het
belang van voorspelbaar beleid en het zijn van een betrouwbare overheid veelvuldig
naar voren is gekomen. Deze leden onderstrepen hier het belang van en hebben daar
de volgende vragen over.
Kan de Minister aangeven wat de consequenties zijn van het pauzeren van de vierde
subsidieronde uit het NGF voor de relatie tussen overheid en het bedrijfsleven, en
de relatie tussen overheid en de betrokken kennisinstellingen? De Minister stelt dat
het kabinet hecht aan continuïteit en zekerheid voor alle bedrijven, organisaties,
regio’s en buitenlandse partners. Kan de Minister toelichten hoe het besluit om de
vierde subsidieronde te pauzeren hieraan bijdraagt? Welke signalen heeft de Minister
vanuit het veld gekregen en welke mogelijkheden ziet de Minister om de mogelijke schade
dat is aangedaan te herstellen?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 20 en 23.
25
De leden van de Volt-fractie onderstrepen het belang van de investeringen vanuit het
NGF en hoe deze investeringen bijdragen aan het versterken van het duurzaam verdienvermogen
en strategische onafhankelijkheid van Nederland, vooral in het licht van de relatief
lage onderzoeks- en ontwikkeling investeringen in Nederland ten opzichte van buurlanden.
Kan de Minister aangeven wat het pauzeren van de vierde ronde van het NGF voor consequenties
heeft voor het behalen van de Lissabon criteria waarin is besloten dat 3 procent bbp
wordt uitgegeven aan R&D, waarvan ca. 1 procent door de overheid? In het kader van
een gelijk speelveld in Europa vragen deze leden wat de consequenties zijn van de
pauzering van de vierde ronde voor de Nederlandse positie in Europa, graag een toelichting.
Antwoord
Nederland zit iets boven het Europese gemiddelde wat betreft de uitgaven aan R&D als
percentage van het bbp. Daarbij moet wel in aanmerking genomen worden dat dit gemiddelde
ook bepaald wordt door de nieuwe EU-lidstaten die het gemiddelde aanzienlijk drukken.
Landen waar we ons graag mee vergelijken, zoals België (3,4%), Denemarken (2,9%),
Duitsland (3,1%), Zweden (3,4%) en Finland (3,0%) kennen aanzienlijk hogere percentages
dan Nederland (2,3%).
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 9, speelt het NGF een belangrijk doel in
het behalen van de Lissabon-doelstelling. De pauzering van het NGF heeft daarmee nadelige
gevolgen voor het bereiken van deze doelstelling.
26
De leden van de Volt-fractie merken op dat Thorizon, een innovatieve start-up, een
aanvraag heeft gedaan. Aangezien de vierde ronde is gepauzeerd, is Thorizon op zoek
gegaan naar buitenlandse financiering, wat heeft geresulteerd in financiering vanuit
de Franse overheid. Kan de Minister, gelet op haar uitspraak over strategische onafhankelijkheid
en duurzaam verdienvermogen, toelichten wat de consequenties zijn van het besluit
om de vierde ronde te pauzeren voor de strategische onafhankelijkheid en het duurzaam
verdienvermogen van Nederland? Ziet zij meer buitenlandse financiering in Nederlandse
start-ups na het pauzeren van de vierde ronde van het NGF? Kan de Minister ook toelichten
of zij dit ziet als een positieve of negatieve ontwikkeling?
Antwoord
Het NGF is gericht op het versterken van het duurzaam verdienvermogen. Daarnaast dragen
investeringen uit het fonds bij aan strategische onafhankelijkheid en de maatschappelijke
opgaven van deze tijd zoals betere en meer toegankelijke zorg, digitalisering, beter
onderwijs en een betere leefomgeving. Door de pauzering van de vierde ronde kan dit
type investeringen niet worden ondersteund vanuit het NGF. Dit heeft nadelige gevolgen
voor het bereiken van de doelstellingen van het fonds.
Zoals ik heb aangegeven in reactie op vraag 12, besef ik dat er partijen zijn die
mogelijk op zoek gaan naar andere financiers en daarbij ook kijken naar mogelijkheden
in het buitenland. Ik heb hiervan, zoals aangegeven in reactie op deze vraag, echter
geen overzicht voorhanden.
27
Tot slot vragen de leden van de Volt-fractie welke andere instrumenten de overheid
heeft om projecten die bijdragen aan innovatie, het duurzaam verdienvermogen en strategische
onafhankelijkheid te stimuleren. Is de Minister het met deze leden eens dat we zo
snel mogelijk innovatieve projecten moeten steunen die bijdragen aan de lange termijn
economische groei met positieve maatschappelijke effecten? Wat gaat de Minister doen
om dit, nu de vierde ronde van NGF gepauzeerd is en diens toekomst onzeker, te bewerkstelligen?
Antwoord
Het kabinet deelt het belang om te investeren in innovatieve projecten die bijdragen
aan de economische groei op de lange termijn met positieve maatschappelijke effecten.
Ik blijf innovatieve projecten ondersteunen met mijn innovatiebeleid, met zowel het
specifieke en missiegedreven innovatiebeleid als met het meer generieke instrumentarium.
Het kabinet heeft daarvoor bijvoorbeeld instrumenten als de WBSO, het Innovatiekrediet
en de PPS-innovatieregeling beschikbaar.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Stoffer, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.S. Nava, griffier