Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over het artikel 'Netbeheerder: na 2030 grotere kans op prijspiekendoor stroomtekorten'
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «Netbeheerder: na 2030 grotere kans op prijspieken door stroomtekorten» (ingezonden 17 mei 2024).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 30 mei 2024).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Netbeheerder: na 2030 grotere kans op prijspieken door
               stroomtekorten»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Hoe vindt u het uit te leggen dat vanwege de huidige werkwijze van dit kabinet van
               de energietransitie, namelijk het uitfaseren van energie door kolen- en gascentrales,
               de sterke stijging van de vraag naar elektriciteit en het ontbreken van de effectieve
               inzet van batterijen en CO2-vrije alternatieven, leveringszekerheid van Nederland onder druk staat?
            
Antwoord 2
            
Het artikel op Nos.nl refereert aan de publicatie van de door TenneT opgestelde Monitor
               Leveringszekerheid 2024 (hierna: MLZ). Uit de MLZ komt naar voren dat de leveringszekerheid
               van elektriciteit tot en met 2030 niet in gevaar is, maar dat er na 2030 risico’s
               kunnen ontstaan. In de analyse wordt niet geconcludeerd dat deze risico’s worden veroorzaakt
               door de werkwijze van het kabinet, maar wordt gesteld dat zij te maken hebben met
               de noodzakelijke transitie naar een steeds duurzamer wordende energie- en elektriciteitsvoorziening
               die niet alleen in Nederland, maar ook in de ons omringende landen plaatsvindt.
            
Vraag 3
            
Bent u voornemens om, in navolging van de zorgen van ongewenste stroomtekorten in
               het rapport van TenneT, de beoogde sluiting van kolencentrales in 2030 en de beoogde
               sluiting van gascentrales in 2035 te heroverwegen? Zo niet, waarom niet?
            
Antwoord 3
            
Nee. Het verbod op elektriciteitsproductie met behulp van kolen gaat in 2030 in en
               is van groot belang om de uitstoot van CO2 te reduceren.
            
Vraag 4
            
In hoeverre bent u voornemens om gehoor te geven aan de oproep van TenneT om met een
               plan te komen om stroomtekorten vanaf 2030 te voorkomen? En indien, wanneer?
            
Antwoord 4
            
In mijn brief van 11 maart 2024 over de borging van leveringszekerheid (Kamerstuk
               29 023, nr. 487) heb ik toegezegd om aan het einde van dit jaar de Kamer te informeren over de mogelijkheden
               om de leveringszekerheid na 2030 te versterken. Het advies van TenneT om een uitvoeringsplan
               te ontwikkelen als bedoeld in de Europese Verordening 2019/943 past in deze toezegging.
            
Daarnaast is in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) aangegeven dat onderzocht
               zal worden wat er nodig is om flexibiliteit tot stand te laten komen. Daarbij wordt
               niet alleen gekeken naar welke technieken nodig zijn, maar ook naar mogelijkheden
               voor ruimtelijke sturing, de rol van nettarieven en het marktmechanisme in de elektriciteitsmarkt
               zodat ook marktpartijen de juiste prikkels hebben om flexibiliteit te realiseren en
               efficiënt in te zetten. Dit is mede conform het advies van TenneT in de MLZ. Na de
               zomer verschijnt de uitvoerings- en beleidsagenda van het NPE en kan dit worden meegenomen.
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat stoppen met wiebelstroom onoverkomelijk is en dat investeren
               in stabiele en regelbare energie-opwek, zoals kernenergie, noodzakelijk is, zodat
               TenneT het netwerk op orde kan brengen? Zo niet, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Het is van belang om een mix te vinden van elektriciteitsproductie die betaalbaarheid,
               betrouwbaarheid en duurzaamheid waarborgt. Diversiteit is daarvoor essentieel. Voor
               zover gedoeld wordt op elektriciteit die is opgewekt met wind- en zonne-energie zie
               ik geen aanleiding om daarmee te stoppen. Genoemde bronnen zijn juist een noodzakelijk
               element in de mix om tot een betaalbaar CO2-vrij elektriciteitssysteem te komen. Van belang is dat er voldoende flexibiliteit
               is voor de momenten dat er weinig of geen wind- en zonne-energie beschikbaar is. Voor
               flexibel vermogen kan dan gedacht worden aan gascentrales die geleidelijk zullen omschakelen
               naar duurzame brandstof (zoals groene waterstof), opslag, interconnectie en vraagsturing.
               Ook de ontwikkeling van nieuwe kerncentrales kan op lange(re) termijn bijdragen aan
               het borgen van de leveringszekerheid.
            
Vraag 6
            
In hoeverre ziet de u net als TenneT risico’s tot prijspieken, zoals de gascrisis
               in 2022, waardoor de economie, het bedrijfsleven en Nederlanders schadelijke gevolgen
               kunnen ondervinden, zoals een torenhoge onbetaalbare energierekening?
            
Antwoord 6
            
De risico’s waar TenneT op wijst zijn niet vergelijkbaar met de prijspieken die wij
               in 2022 hebben gezien. De prijspieken waar TenneT op wijst, zijn zeer beperkt in duur
               en omvang. Het gaat om enkele uren per jaar. Bovendien zullen dergelijke prijspieken
               niet altijd doorwerken naar alle consumenten.
            
Daarnaast is deze prijsvorming op de energiemarkten essentieel voor een efficiënte
               werking van het energiesysteem. Hogere prijzen op momenten dat elektriciteit zeer
               schaars is, zijn van belang voor het stimuleren van vraagsturing.
            
Vraag 7
            
Hoe vindt u het te verklaren dat in een welvarend land als Nederland er een reëel
               risico voor de toekomst bestaat dat Nederlanders op bepaalde momenten geen stroom
               tot hun beschikking hebben?
            
Antwoord 7
            
Allereerst wil ik benadrukken dat de benoemde risico’s door TenneT betrekking hebben
               op een gedeelte van de vraag. Oftewel, de verwachting van de MLZ is dat circa 14 uur
               per jaar onvoldoende capaciteit beschikbaar is om aan de voorziene vraag te kunnen
               voldoen. Dit betekent dat op deze momenten slechts in een (klein) gedeelte van de
               vraag niet kan worden voorzien. De omvang van een mogelijk tekort is afhankelijk van
               de vraag en het aanbod op een specifiek moment. Het is overigens op dit moment moeilijk
               te voorspellen hoe marktpartijen op de dan waarschijnlijk sterk stijgende prijzen
               zullen reageren.
            
Een betrouwbare elektriciteitsvoorziening is van groot maatschappelijk belang. Nederland
               kent een zeer betrouwbaar elektriciteitssysteem. Om de betrouwbaarheid van het systeem
               ook op middellange en lange termijn te borgen, worden de verwachte ontwikkelingen
               van het systeem, evenals de mate van leveringszekerheid, jaarlijks nauwkeurig gemonitord
               tot 10 jaar vooruit. Nationaal gaat het dan om de MLZ en op Europees niveau gaat het
               om de European Resource Adequacy Assessment (ERAA) van ENTSO-E (het samenwerkingsverband
               van Europese transmissiesysteem-beheerders). Indien uit de monitoring risico’s voor
               de leveringszekerheid naar voren komen, zoals nu voor het eerst het geval is met de
               MLZ, kunnen maatregelen in kaart worden gebracht om potentiële risico’s te adresseren
               en de leveringszekerheid blijvend te waarborgen. De gepubliceerde resultaten geven
               aanleiding om de risico’s nader te analyseren en mitigerende maatregelen te identificeren,
               en de Kamer zal eind dit jaar worden geïnformeerd over de bevindingen.
            
Vraag 8
            
Hoe vindt u het te verklaren dat in een welvarend land als Nederland inwoners en industrie
               worden gevraagd om op bepaalde momenten wel/geen stroom te gebruiken? Kunt u concreet
               aangeven in hoeverre «vraagsturing» kan/zal bijdragen aan de leveringszekerheid?
            
Antwoord 8
            
Ik voorzie op dit moment niet dat de overheid verbruikers van elektriciteit zal gaan
               vragen om op bepaalde momenten geen elektriciteit van het net af te nemen. Het begrip
               vraagsturing moet ook niet op deze wijze worden geïnterpreteerd. De ook in de MLZ
               gebruikt Engelse term «Demand Side Response (DSR)» of het Nederlandse equivalent «vraagrespons»
               sluit beter aan bij wat wordt bedoeld, namelijk het reageren van de vraag naar elektriciteit
               op prijssignalen vanuit de markt. Vraagrespons is een van de vormen van flexibiliteit
               die van belang is om de leveringszekerheid te waarborgen in een grotendeels weersafhankelijk
               elektriciteitssysteem. Vraagrespons is namelijk een effectieve methode om aanbod en
               vraag te balanceren. Prijsprikkels moedigen afnemers aan om de vraag naar elektriciteit
               voor bijvoorbeeld flexibele industriële processen of het laden van elektrische voertuigen
               te verschuiven van momenten dat elektriciteit schaars is (hoge prijs) naar momenten
               waarin er een overvloed aan elektriciteit beschikbaar is (lage prijs). Daarmee zijn
               partijen zelf verantwoordelijk voor het al dan niet activeren van vraagsturing. TenneT
               verwacht een totaal beschikbaar vermogen voor vraagrespons van 1,6 GW in 2028, oplopend
               naar 1,7 GW in 2030 en 1,9 GW in 2033.
            
Vraag 9
            
In hoeverre ziet uw risico’s voor de onaantrekkelijkheid van Nederland voor bedrijven,
               omdat vooral de industrie wordt geraakt bij stroomtekorten, in het licht van eerdere
               waarschuwingen vanuit het bedrijfsleven die stellen te willen vertrekken uit Nederland?
            
Antwoord 9
            
Het bedrijfsleven en de industrie zijn gebaat bij een betaalbare, betrouwbare en duurzame
               energievoorziening. Op dit moment heeft Nederland een zeer betrouwbaar elektriciteitssysteem
               en dit willen we behouden. Daarom zijn de acties voorzien die zijn aangegeven in het
               antwoord op vraag 4.
            
Vraag 10
            
Kunt u aangeven hoeveel uur per jaar stroom er de afgelopen jaren niet geleverd kon
               worden? Kunt u tevens de verwachtingen tot 2030 per jaar uiteenzetten?
            
Antwoord 10
            
Er hebben zich de afgelopen jaren geen leveringszekerheidsproblemen voorgedaan. Zoals
               aangegeven in de MLZ is de Loss of Load Expectation (LOLE) voor 2028 0,0 uur per jaar
               en voor 2030 1,4 uur per jaar. De LOLE geeft een inschatting van het gemiddeld aantal
               uren per jaar waarin de beschikbare productiecapaciteit en andere bronnen van flexibiliteit
               niet kunnen voldoen aan de voorziene vraag. Dit betekent echter niet dat een tekort
               zich ook daadwerkelijk zal voordoen. De monitoring is bedoeld om tijdig maatregelen
               te kunnen nemen.
            
De LOLE weerspiegelt de afweging tussen leveringszekerheid van elektriciteit en kosten
               van de elektriciteitsvoorziening. Het aanhouden van meer flexibiliteit om de leveringszekerheid
               nog verder te vergroten, brengt ook extra kosten met zich mee.
            
Vraag 11
            
Kunt u aangeven hoeveel uren per jaar er de afgelopen jaren hernieuwbare opwek is
               afgeschakeld en hoeveel met SDE subsidies opgewekte stroom er de afgelopen jaren is
               geëxporteerd (stroomsurplus)? Kunt u tevens de verwachtingen tot 2030 per jaar uiteenzetten?
               Zo niet, waarom niet?
            
Antwoord 11
            
Het afschakelen van hernieuwbare opwek is aan marktpartijen, en afhankelijk van de
               strategie die zij hanteren. Het is daarom niet in te schatten hoeveel opwek in de
               afgelopen jaren is afgeschakeld, noch om een voorspelling te doen over het te verwachten
               volume dat zal worden afgeschakeld richting 2030. Het is daarbij niet bekend wat het
               aandeel in de export is van elektriciteit die is geproduceerd met vermogen dat een
               SDE-beschikking heeft.
            
Tot slot wil ik onderstrepen dat interconnectoren essentieel zijn voor een betrouwbaar
               en betaalbaar elektriciteitssysteem. Deze interconnectoren worden aangewend om elektriciteit
               te exporteren in geval van een overschot, en vice versa. De koppeling van de elektriciteitssystemen
               en markten in Europa resulteert daarmee in een enorme maatschappelijke welvaartswinst.
               Ook de MLZ wijst op het belang van interconnectie door het effect te benoemen van
               een hypothetische situatie zonder interconnectie, waarbij de LOLE in 2030 zou oplopen
               naar 626 uur.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
